Een arme wijze man
En men vond aldaar een arme in, wijze man, die de stad verloste door zijn wijsheid — maar geen mens gedacht dezelve arme man. Pred. 9:15.
Er was eens een kleine stad en die werd belegerd door een overmachtige vijand. Alle moed zonk de weinige inwoners in de schoenen bij het zien van de geweldige belegeringswerken die de vijand opwierp. Heel de dag waren de 'vroede vaderen', de aanzienlijken van de stad, in vergadering en opgewonden, luidruchtig spraken ze dooréén. Maar niemand wist een zinnig woord in het midden te brengen. De radeloosheid was men nabij. Reddeloos, redeloos en radeloos.
Nu bevond zich in dat stadje een arme, wijze man. Hij was niet uitgenodigd voor de beraadslagingen. Ach, wie kent hem ook, wie wil er naar die arme drommel luisteren ? Toch trekt deze man de stoute schoenen aan, neemt het woord en spreekt van de mogelijkheid tot redding die hij in zijn wijsheid heeft gezien. Geven de mensen acht op zijn raad ? Volgens ónze vertaling wél. De stad wordt verlost. Maar als het eenmaal zo ver is, is die wijze man allang weer vergeten — terwijl de rijken en aanzienlijken bewierookt worden ! De les van dit verhaal is dan: ondank is 's werelds loon.
Het hebreeuws laat echter nog een andere vertaling toe, namelijk: 'En men vond aldaar een arme, wijze man in, die de stad had kunnen verlossen door zijn wijsheid; maar geen mens gedacht dezelve arme man. Het verhaal krijgt dan een heel andere strekking. Die arme man kreeg nauwelijks gelegenheid zijn plan te ontvouwen. Hoongelach was de enige reaktie op zijn woorden ! Wilde dié kerel ook meespreken ? Belachelijk ! En zó ging de stad te gronde doordat niemand het oor leende aan de wijsheid (vergelijk vers 16).
Prediker heeft deze kleine geschiedenis verteld om daardoor niet zonder bitterheid duidelijk te maken hoe hij de wereld heeft leren zien. De wijsheid komt niet aan bod. Ze schreeuwt immers niet van de daken en ze roept niet luid op de straten. Ze uit zich niet in leuzen en spandoeken, aktiekomités en werkgroepen. De wijsheid moet gezocht worden bij 'de stillen in den lande'. Over het algemeen niet bij het voorname, machtige en leidinggevende in deze wereld. Meer bij dorpelwachters, bij tollenaars die van verre staan. Het gaat hier om de wijsheid die u niet aan de universiteit kunt verwerven. Het is ten diepste wijsheid van Boven, verankerd en in gebed in de tere vreze van Gods Naam. Altijd weer kiest de goddelijke Wijsheid zich een gestalte die naar wereldse maatstaven verachtelijk is. Denk aan de gestalte van het schriftgeworden woord, de bijbel (altijd weer blootgesteld aan ongeloofskritiek). Denk aan de gestalte van het vleesgeworden Woord (de verachte, lijdende Knecht). Denk aan de gestalte van het gepredikte woord (ergernis en dwaasheid voor jood en griek). Een stille gestalte. Niet opzienbarend is het werk van de Geest der wijsheid — niet door kracht of geweld in wereldse zin, maar als het suizen van een zachte - stilte. En toch laat het getuigenis van de Wijsheid aan duidelijkheid niets te wensen over ! Immmérs de stad is in gevaar ! De stad 'mensenziel' is omsingeld door een gróót koning. Onderschat niet de macht van de vorst der duisternis. 'De mensenmoordenaar van den beginne zo heeft de Heere hem waarschuwend genoemd. Hoe moet dat nu ? Onze stad is een open hof voor die ontzaglijke tegenstander. We hebben geen geweer in deze strijd ! Maar de mens gaat overleggen, het ene krijgsplan na het andere. Het brengt hem niet verder. Herkent u de situatie ? U en ik, we zitten van nature aan, alle kanten ingesloten en nergens is meer uitkomst! Er is alleen die uitweg waar het Woord van spreekt.
Een uitweg bij God vandaan, door Hem in eeuwige wijsheid uitgedacht. Zijn liefde maakt ons ook heden die uitweg bekend: Christus de gekruisigde, de enige Hoop voor hulpelozen en radelozen.
Maar zie nu de dwaasheid ten top gestegen. Wij versmaden de aangeboden hulp! We stellen onze eigen ingebeelde wijsheid boven Gods wijsheid. Daardoor is tenslotte ook deze arme, wijze Man van smarten niét gehoord geweest en moest Hij klagen: Jeruzalem! Jeruzalem ! gij die de profeten doodt en stenigt die tot u gezonden zijn ! hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugelen — en gijlieden hebt niet gewild. Ziet, uw huis wordt u woest gelaten (Mt. 23 : 37, 38). Want dan wordt uiteindelijk de stad overgegeven aan de vijand tot een eeuwige verwoesting. Zo gaat een overheid en een volk, zo gaat een kerk te gronde. Mensenwoorden en mensenwijsheid hebben anno 1976 hogere papieren dan Gods getuigenis ! De korte geschiedenis uit Prediker 9 krijgt een beklemmende realitiet voor het staatkundig, het kerkelijk én het persoonlijk leven van vandaag. De stad gaat verloren, terwijl hij verlost had kunnen worden . . . .
En tóch wordt er een stad behouden ! Een heerlijke stad Gods ! Tóch lijdt die grote koning uiteindelijk de nederlaag tegen de arme Man van smarten. 'Want het Woord des kruises is wel degenen die verloren gaan dwaasheid; maar ons die behouden worden, is het een kracht Gods' (1 Cor. 1 : 18). De dwaasheid moet het toch verliezen. Het raadsplan van Gods eeuwige wijsheid wordt toch uitgevoerd. Wie is slecht (dwaas) ? Hij kere zich herwaarts! Gaat u onder uw dwaasheid gebukt ? U kunt er toch Gods wijsheid niet door overwinnen. Hoor: vorst Immanuël klopt aan bij stad Mensenziel. Een arme, wijze Man ? Ja, dat werd Hij ! Maar intussen bleef Hij Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid. Vredevorst ! Ga uit naar de poort met de witte vlag van capitulatie. Zie, Hij wacht reeds op u en Hij roept, u toe: erlaat de slechtigheden en leef! Treed in de weg des verstands.
Ja, de godsstad wordt behouden. Want de koning der verschrikking moet in het zand bijten. Maar de arme, wijze Man blijkt een eeuwig Koning die zonder onderdanen niet zijn kan ! Bent u redeloos ? Op Hem rust de Geest van wijsheid en verstand. Bent u radeloos ? Op Hem rust de Geest van raad en van sterkte. Bent u reddeloos ? Op Hem rust de Geest van de kennis en de vreze des Heeren. Uit Hem bediend gaan dwazen in zichzelf van kracht tot kracht steeds voort. Elk hunner zal in het zalig oord van Sion haast voor God verschijnen. Dan zijn ze de strijd te boven en in de onneembare vesting van het nieuwe Jeruzalem zien ze eeuwig die arme wijze Man, het Lam — zien ze Hem ook eeuwig als Koning in Zijn schoonheid. Zo wordt de eeuwig wijze God alles in allen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1976
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1976
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's