Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. K. Runia: Vragen van onze tijd; uitgave J. H. Kok B.V., Kampen; 159 pag. ƒ 14, 90.

Prof. dr. K. Runia heeft in dit boek een aantal bijdragen na bewerking gebundeld, die hij in kerkelijke organen publiceerde over vragen van kerk en theologie. Aan de orde komen b.v. de christologie van H. Berkhof en de actualiteit van Athanasius (een schoonheids foutje is dat het lijkt alsof christelijk Geloof van Berkhof hier pas voor het eerst aan de orde komt terwijl het in hoofdstuk 1 al aan de orde kwam). Verder wordt gehandeld over de maagdelijke geboorte, de Opstanding uit de doden, het boek van Kuitert 'zonder geloof vaart niemand wel', het boek van Hal Lindsey 'De planeet die aarde heette'. In het tweede deel gaat de auteur in op concrete problemeil, die binnen de Gereformeerde Kerken de geesten verdeeld houden. Laat ik beginnen met dankbaarheid uit te spreken over de verschijning van deze bundel, waaruit duidelijk blijkt dat Runia in de doordenking van de theologische vragen wil staan in de traditie van het belijden der Kerk. Hij komt zo b.v. tot de duidelijke uitspraak, dat Kuitert met zijn waarheidsbegrip (waarheid is christelijke waarheid als zij toekomst opent of vrijheid schenkt) op de lijn van het vrijzinnige denken is overgegaan, met een subjectivistische benadering van de waarheid. Tegenover Berkhof houdt hij duidelijk de belijdenis van Athanasius staande, Christus als de eeuwige Zoon van God van hetzelfde wezen als de Vader. En voor wat de kerkelijke problematiek betreft, Runia merkt op: 'De Gereformeerde Kerken hebben belijdenisgeschriften die duidelijk zeggen hoe we het evangelie op deze punten (b.v. t.a.v. de maagdelijke geboorte) verstaan en ik geloof dat het een zaak van eerlijkheid is als de ambtsdragers jiich daaraan houden en vanuit het belijdend verstaan van hun kerk hun ambtelijk werk doen'. Zo wijst hij ook kerkelijke steun aan het P.C.R. (fonds ter bestrijding van het rascisme) als niet overeenkomstig de roeping der kerk af.

Kortom Runia komt in dit boek duidelijk op voor het dogma der kerk, en ook voor orthodoxie die in orthopraxie ook m.b.t. de persoonlijke levens stijl uitkomt. Toch is er soms ook sprake van een innerlijke tegenstrijdigheid. Noteerden we hierboven Runia's stellingname tegenover Kuitert, die volgens hem in zijn 'Zonder Geloof vaart niemand wel' op het vrijzinnig spoor is overgegaan, in ander verblind, als hij spreekt over het kriterium voor de theologie, waarin hij bij Kuitert ook een subjectivistisch spoor aanwijst, komt hij tot een verzwakking daarvan. Na de uitspraak dat de vragen, wil men samen Kerk zijn, eerlijk onder ogen moeten worden gezien, omdat ze van fundamentele aard zijn zegt Runia: 'We bedoelen het woord 'fundamenteel' hier niet in deze zin dat het gaat om het al of niet christen zijn.

Zo spreekt Paulus over Jezus Christus als het fundament in 1 Cor. 3. 'Dat soort vragen is onder ons niet in het geding'. Deze uitspraak vind ik een geweldige verzwakking van Runia's positiekeuze voor het dogma der kerk, waarin hij één en ander maal laat blijken hoezeer op fundamentele punten het belijden aangaande Christus in het geding is (God èn mens, de maagdelijke geboorte, de Opstanding). Misschien is dit toch wel te wijten aan een zekere ambivolentie wanneer men (te ? ) ver met van het fundament afwijkende theologieën in gesprek wil blijven. Daarom, mijn typering van dit boek kan zijn, tevreden over veel, niet voldaan over alles.

v. d. G.

F. J. Hoogenraad: Gebedsgenezing—Pinksterbeweging. De Vuurbaak, Groningen 1975; 66 blz. Gelijmd ƒ 6, 90.

Een goed boekje waarvan nu de derde druk verscheen. Heel eenvoudig geschreven, afgestemd op het kerkvolk dat de Bijbel bij de hand heeft. Het wil wijzen op gevaren die er zijn in de Pinksterbeweging. Wij gaan daarmee geheel akkoord. Het is hoog tijd dat er eens 'tegenspel' wordt geboden willen wij niet ondanks alle geroep: de Geest, de Geest! een tijd van nog grotere geestelijke verschraling tegemoet gaan.

Een bezwaar van het boekje is dat het té eenvoudig is, dat wil zeggen: de vragen die er ongetwijfeld liggen wat te gemakkelijk afdoet of zelfs laat liggen. Grondige exegese ontbreekt. Zo ook de bredere theologische bezinning, een eis waaraan men zich niet mag onttrekken willen wij niet slagen in de lucht doen. Toch willen wij het boekje aanbevelen, als een eerste kennismaking met wat er allemaal tégen de pinksterbewegingen en - groepen is in te brengen.

K. Exalto

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's