Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods gedienstige geesten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods gedienstige geesten

Nederlandse Geloofsbelijdenis

7 minuten leestijd

Wanneer wij spreken over Gods schepping, zijn wij gewend te denken aan dat, wat wij rondom ons zien. We vergeten dan zo licht, dat er naast de wereld, waarop wij leven ook een rijk der heerlijkheid is, waar Gods gedienstige geesten staan rondom Zijn troon. Zij horen ook bij de schepping. En het is daarom eigenlijk ook niet verwonderlijk, dat er in artikel 12 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis, dat handelt over de schepping aller dingen, bijzondere aandacht wordt besteed aan de engelen. Zeker, het gebeurt op een sobere wijze. Veel soberder b.v. dan in de Middeleeuwen over engelen werd gesproken. We moeten er niet meer van willen weten dan de Heilige Schrift ons, openbaart. Maar we mogen ook niet verzwijgen, wat Gods Woord ons van hen vertelt.

’God heeft ook de engelen goed geschapen om Zijn zendboden te zijn, en Zijn uitverkorenen te dienen en een deel van hen heeft door Gods genade in hun eerste staat volhard en is staande gebleven'. Aldus artikel 12.

Goed voor een sprookjesboek ?

Hoewel de Bijbel geen lichtdruk geeft van het bestaan en het werk der engelen, moet het ieder, die de Schrift kent, opvallen, dat de engelen o zo vaak genoemd worden. En dat ten spijt van het moderne ongeloof, dat engel-figuren naar het rijk der rormantiek heeft verwezen. Zij schijnen alleen in het sprookjesboek te passen. Zij leven alleen in de verbeelding van kinderen en kunstenaars. Zij lijken slechts het plastisch materiaal, waarmee door fantasierijke mensen de leegte tussen hemel en aarde wat wordt opgevuld. Maar dat is dan natuurlijk voor een mens met een gezond verstand een baarlijke vertekening van de zaak. Hadden de Sadduceeën in Jezus' dagen niet schoon gelijk, toen zij resoluut afrekenden met het bestaan van engelen en geesten, door hun bestaan te ontkennen ?

Hemelse liturgen

Tegenover dat alles echter staat het getuigenis van de Bijbel. En het geloof mag zich daar onvoorwaardelijk voor buigen, omdat het geloof is in een God, die niet alleen zienlijke, maar ook onzienlijke dingen geschapen heeft. De werkelijkheid, die uit Gods scheppende handen is voortgekomen, is geweldiger dan wij er op aarde van bekijken kunnen. Ons wereldje is de laatste werkelijkheid niet, bepaald niet.

Prof. G. C. van Niftrik vertelt in zijn K.D., dat prof. dr. G. v. d. Leeuw eens te horen kreeg van een bankdirekteur: Jullie theologen zwijgen de engelen dood, terwijl je in het Nieuwe testament je nek over ze breekt'. Jazeker, en ook in het Oude Testament komen ze veelvuldig voor. Zij horen bij de schepping. Zij hebben met de morgensterren meegejuicht, toen God de wereld formeerde (Job. 38 : 7). En al weten we dan niet, wanneer zij geschapen zijn, zij zijn er. Ze zijn er als aparte scheppingen van God, lichtgestalten in een lithtrijk daarboven. De vader- en moedernaam kennen ze niet. Zich voortplanten, zoals de mens op aarde, er is geen sprake van. Zij staan daar als gedienstige geesten rondom Gods troon. Godlovers, die van geen ophouden weten. De één wat hoger in orde dan de ander (Gabriel, Michael zijn twee namen, die in de Bijbel aan vooraanstaande engelen gegeven worden). Maar samen zijn zij de hemelse liturgen, tienduizend maal tienduizenden, die zingen: heilig, heilig, heilig is de Heere der heirscharen...! Serafijnen. En naast hen Cherubijnen, die als wachters van Gods heihgdom de troon van God schragen. Zo zijn ze althans afgebeeld geweest op de ark in Israels heilige tempel.

Diakenen op aarde

Maar niet alleen in de hoge hebben ze hun taak. 'Zij worden ook als zendboden uitgezonden tot hulp aan Gods uitverkorenen' (art. 12 N.G.B.) Jakob, teruggekeerd naar 't heilig land, ontmoet een heirleger Gods, engelen van de Jakobsladder te Bethel. Elisa's jongen ontdekt ze opeens, als zijn ogen opengaan in Dothan: Die bij ons zijn, zijn meer dan die bij hen zijn'. Heel de engelenwereld raakt op de been, als Christus geboren wordt: Ere zij God'! En dan zijn ze er telkens weer: in de woestijn, waar Jezus verzocht wordt (Matthcus4 : 11).

In Gethsemane, als Jezus in doodsstrijd is (Luk. 22:43). Bij 't open graf in Jozefs hof (Matth. 28 : 1 vv). Op de hemelvaartsberg (Hand. 1 : 10v). Randfiguren uit de heilsgeschiedenis. Diakenen op Jezus' weg. Maar ze blijven op een gepaste afstand staan, meer dan twaalf legioenen, als Christus de pers gaat treden, heel alleen. Zij mogen toezien, zoals de gebeeldhouwde figuren op de ark, de aangezichten naar 't verzoendeksel, begerig om in te zien in het geheim der verzoening door het bloed van het Lam.

En zo leven ze volop mee met de aarde en met Gods uitverkoren gemeente in het bijzonder, uitgezonden als ze worden tot hulp aan hen, die de zaligheid beërven. Dat iedere gelovige zijn speciale beschermengel heeft, lezen we in de Bijbel niet, maar dat Gods kinderen' door meer dan één engel bewaard worden, dat is de troost, waar Gods Woord telkens over spreekt. Zij zijn zielsblij, als één zondaar zich bekeert (Luk. 15 : 7). Zij luisteren toe, als de grote heilsdaden Gods in de gemeente verkondigd worden (Ef. 3 : 10). Zijn dichter bij dan wij ons vaak realiseren, het dichtst bij wellicht, als Gods kind gaat sterven. Lazarus' ziel werd door de engelen gedragen in de schoot van Abraham (Luk. 16 : 22).

Afstand en gemeenschap

Zo prediken ons de engelen in de Heilige Schrift de afstand, die er is tussen God en mens. De cherub met het zwaard in Edens hof, simbool van Gods majesteit en ongenaakbaarheid. 'Wee mij, ik verga ' (Jes. 6:5). Maar diezelfde engelen leggen tegelijk ook verbindingen tussen hemel en aarde, zij overbruggen de afstand, zij verkondigen, dat er grensoverschrijdingen mogelijk zijn tussen hemel en aarde. Contaktpersonen, die als lichtflitsen even verschijnen om het halleluja te zingen voor de Zaligmaker. In Hem gaan ze op en neer: en Jakobsladder tussen hemel en aarde.

En straks komen ze terug, aan 't eind van de wereldgeschiedenis. Het boek der Openbaring stroomt er van over. Straks zijn ze de maaiers, die de oogst der aarde mogen binnenhalen. Welkom thuis.

Om ons heen zijn de machten

Wanneer wij deze en vele andere dingen in onze Bijbel van de engelen lezen duizelt het ons. GoHs schepping is groter en machtiger dan wat wij er van bekijken kunnen. Hoever regeert Gods schepter ? Met hoeveel heimwee mag Gods Kerk bidden: 'Uw wil geschiede gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde ? ’

Eén ding is zeker. Om ons heen zijn de machten. Niet alleen daemonische, nee, ook die van de meer dan twaalf legioenen, die trouw bleven aan hun Maker. Zij zijn door Gods goedheid staande gebleven. C. Vonk geeft dit zinnetje uit artikel 12 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis aldus weer: Gode zij dank, zij zijn in hun eerste toestand gebleven'. Nee, van genade, zoals die op aarde bewezen wordt aan zondaren, behoeven zij niet te leven. Maar zo goed als zij hun bestaan aan God te danken hebben, zo goed ook hun voortbestaan in Zijn zalige hemel. En als Christus, de Middelaar, alle macht heeft in hemel en op aarde, als Hij in de Schrift de Eerstgeborene van alle creatuur heet, als alles, wat in de hemel en op aarde is, onder Hem als onder één Hoofd wordt samengevat (Ef. 1 : 10; Col. 1 : 15, 20), dan horen daar ook de engelen bij. Hij heeft ze onder Zijn hoede. En Hij oefent mede door hen Zijn hemelse toezicht uit over Zijn Kerk.

De satan gaat rond als een briesende leeuw. Maar wat denkt u dan van de engelen ? Zijn dat alleen maar figuren uit een droomwereld, die niet bestaat ? Of mag het geloof het ook vandaag heel kinderlijk weten: 'Die bij ons zijn, zijn meer dan die bij hen zijn ? Om dat te weten, moet er alleen iets gebeuren met onze ogen. Laten de engelen dan nu wat meer op een afstand staan, meer dan in de tijd der bijzondere openbaringen. Ze zijn niet weg. Als ik zeg: 'ik geloof in God de Schepper', dan zingt het tegelijk in mijn hart:

Looft, looft de Heer', gij Zijne legermachten.

Gij eng'len, die Hem dient met heldenkrachten.

En vaardig past op 't woord Van Zijne mond.

Psalm 103 : 10).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juli 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Gods gedienstige geesten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juli 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's