Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Spelonklied van een ketellapper

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Spelonklied van een ketellapper

7 minuten leestijd

Het is nog niet zo lang geleden dat het overbekende boek van John Bunyan De christenreis naar de eeuwigheid in menig gezin, in brede, kring, zeker binnen het gereformeerd protestantisme, tafellectuur was. Waarom dat niet meer zo is laat zich bevroeden. De weg van een christen van 'stad verderf' naar 'de hemelstad' heeft in onze tijd met zijn sterke aandacht voor het collectieve naar het schijnt niet zoveel belangstelling' meer. Maar intussen heeft deze christenreis van de 'meesterdromer' die het menselijk leven zich dan wel zag afspelen in een tranendal maar dan toch wèl een tranendal met lichtstralen van hoop, door de jaren heen (sinds 1660) over de hele wereld de geesten geboeid. In Elstow, Bunyans geboorteplaats bevindt zich bij het grote veld waar 'de vloekende ketellapper' 's zondags zijn sport bedreef, waartoe hij echter na zijn bekering niet meer komen kon, de Bunyan bibliotheek. In lange rijen staan daar de uitgaven van de Christenreis, dat na de Bijbel het meest vertaalde boek is, naast elkaar. Schrijver dezes bezocht deze bibliotheek een keer met de schrijver van het dezer dagen verschenen boek over de christenreis, ds. C. den Boer, die de lezingen die hij voor zijn Zeister gemeente over Bunyans boek hield, onder de titel 'Een vreemdeling hier beneên' uitgaf. Bij het zien van zoveel uitgaven beseft men de grote betekenis van Bunyans werk.

Autobiografie

Waar ligt de kracht van Bunyans boek, waarover J. H. Gunning van Pniël zijn prachtige 'Blikken in Bunyans pelgrimsreize' schreef ? Is het de ik-vorm, waarin Bunyan zijn inleiding schreef, zodat de lezer al direct beseft, dat het hier om een levensecht werk gaat, om een soort geestelijke autobiografie ? Bunyan zegt: 'Op mijn wandeling door de wildernis dezer wereld kwam ik op een zekere plaats, waar een hol was, waarin ik mij te slapen legde. Toen ik sliep droomde ik een droom. Ik droomde en zie ik zag een man, staan, in lompen gekleed, het gelaat van zijn huis afgewend, met een boek in de hand en een zware last op zijn rug.' Hoe moet deze lastdrager door de wereld ? Hij moet op het kruis af, waar hem de last van zijn schouders valt, het beeld van de schuldvergeving. Ligt hier misschen het geheim van Bunyans boodschap, dat het op echte wijze tekent hoe lastdragers ontlast worden ? Dat pak, dat bij het kruis van de rug valt, kon je als kind toch vroeger wel uit het hoofd natekenen ? Als dat geen bevrijding is !

Intussen is aan dit literair bepaald wel erkende boek met zijn prachtige beelden en plastische namen, wel verweten dat het (te) tijdloos, (te) individualistisch is. Het draagt te veel de sporen van de gevangenis (de spelonk, naar Bunyans eigen woord), waarin het geschreven werd, ver van de wereld, met kennelijk alleen een venstertje naar boven, naar de hemel (12 jaar zat Bunyan vanwege zijn geloof gevangen). Of moeten we misschien zeggen dat in een gevangenis, in een spelonk, de diepste gronden van het hart in de geestelijke meditatie boven komen, méér dan in het (over)verzadigde bestaan van een welvaarts- en consumptiemaatschappij ? Psalm 57 is een lied uit de spelonk, namelijk van David toen hij voor Saul vluchtte. In een psalm als deze liggen de klacht en de jubel vlak bij elkaar. Zo is het ook in wat ik dan zou willen noemen dit spelonklied van de ketellapper, Bunyan, zij het dat het slot van psalm 57, de eer van God over 'de ganse aarde', meer accent had kunnen, krijgen. Maar, kort en goed, spelonkliederen zijn nog de slechtste niet.

Rechtvaardiging

Ds. Den Boer heeft ons met zijn boek, waarmee hij ons weer eens op het spoor van Bunyan brengt, een grote dienst bewezen. Het wil uiteraard niet Bunyans boek vervangen maar het brengt ons bij het centrale van Bunyans boodschap, de rechtvaardiging van de goddeloze. Wie van Bunyans boodschap kennis neemt leert het wel af te denken dat genade goedkoop is of dat evangelieprediking goedkope stichtelijkheid is. Me dunkt dat deze boodschap zo bevindelijk als deze is — aansprekend is voor de meest moderne mens, omdat deze ingaat op al of niet verdrongen existentiële angst en concrete schuld, maar omdat zij ook bevrijdend uitzicht biedt op een Ander. Bunyan zegt, bijna te speels om waar te zijn, iedere zondagmorgen zag ik Jezus Christus lopend en springend rondom Zijn verlaten graf, omdat Hij op die morgen voor eeuwig John Bunyans rechtvaardiging had bewerkt.

Ds. Den Boer volgt Bunyans beschouwingen op de voet, neemt ons mee langs de plaatsen waar christen op zijn reis door de wereld langs trekt, 'het moeras moedeloosheid', 'het huis van uitlegger', 'de heuvel moeilijkheid', 'het paleis sierlijkheid', 'de vallei der verootmoediging' en 'de kermis der ijdelheid', en tekent de ontmoeting van christen met 'de buren stijfhoofdig en gezeggelijk', 'mooiprater uit de praatstraat' en vele anderen, waaruit een levenswijsheid blijkt met een dimensie méér — want een geestelijke — van die van heer Bommel, al zouden buitenstaanders bij allerlei naamgevingen misschien aan hem denken. Alle beelden zijn tekeningen van het leven van een christen in strijd en moeite, hoop en liefde, vertwijfeling, verlating en uitredding.

Bevindelijk

Het bevindelijk christendom wordt nog wel eens gelokaliseerd in bepaalde kringen of kringetjes. Bunyans christenreis mag met recht bevindelijk heten maar het is bevinding, die zich zó onderscheidt van dorre leerstellige bevindelijkheid, dat Bunyans boek kennelijk wereldwijd school heeft kunnen maken. Ds. Den Boer ziegt met een uitdrukking van Dante: 'een man die in de hel geweest is'. Maar die ook in de hemel is geweest en intussen wist wat er hier en nu te beleven viel. De kermis der ijdelheid, die Bunyan beschrijft is méér dan een gewone kermis. Hier is sprake van analyse van de tijdgeest. Me dunkt dat dit element in het boek van de Wageningse pastor wat meer accent had kunnen krijgen. Hier komen de contouren van wereld en eigen tijd in het blikveld. Bevinding heeft ook een uitwaaiering naar de samenleving, naar de wereld.

Theologisch

Ik acht het boek van ds. Den Boer daarom ook waardevol omdat het theologisch doortimmerd is, vooral ook door het meenemen van Kohlbrugge, Spurgeon, Calvijn, Luther en vele anderen in hun existentieel theologiseren, terwijl het verder dicht bij het hart komt. Wat is theologie overigens als het niet het 'zeggen' het uitzeggen van God en Zijn daden is naar de mens toe ? Ds. Den Boer citeert Kohlbrugge als deze schrijft aan een hoogleraar, die meende dat hij een theoloog was die er zijn mocht: '... laat je hemd niet weten dat je jezelf voor theoloog houdt... Al weten we ook veel, dan moeten we toch nog, zo het des Heeren zal zijn, de manier leren het anderen bij te brengen; Daartoe moeten we nog in de diepte neergebogen worden.' Dan zijn er ook door de tijd heen de irreguliere theologen geweest, de niet ge (hoge) schoolde theologen, ook geen doe-het-zelvers maar door de Geest geschoolde, die tot in verre verten hun hoorders vonden. Zo één was de meesterdromer Bunyan.

Spannend

Bunyans boek trouwens ook dat van ds. Den Boer — laat zich als een spannend oorlogsboek lezen. Een oorlogsboek over de strijd tussen vlees en geest, het Rijk van God en van de duivel, de strijd ook van een mens, die worstelt met Zijn God, omdat hij weet, dat het genade is om genade te mogen ontvangen. Maar het is ook het boek van een strijdend mens die erdóór komt. Dat andere bekende plaatje van de zwemmer in de eindfase, wiens hoofd boven water wordt gehouden, spreekt boekdelen. En wie zou dat niet aanspreken ? Tenslotte heeft ieder toch Iemand nodig, die hem het hoofd boven water houdt als hij de Jordaan door moet ?

Ik zeg met ds. Den Boer in de slotzin van zijn boek: 'Dank u meesterdromer. Dank U o God voor dit kostelijke geschenk.' Zo geladen zou ik het wat het boek van Den Boer betreft niet zeggen. Maar toch wel: dankbaar, vanwege de verwijzing naar Bunyan? , liever vanwege de verwijzing naar het Woord.

(Eerder gepubliceerd in Trouw)


Ds. C. den Boer: Een vreemdeling hier beneên; Uitgave De Banier, Utrecht, 388 pagina's, f 35, —.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Spelonklied van een ketellapper

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's