Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerstfeest, alleen in de winter?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerstfeest, alleen in de winter?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gaat ons in deze enkele regels om de vraag: Is de herdenking van de geboorte van Christus gebonden aan één datum? En verder: Is het heil van dit feit in de beleving dan ook gebonden aan één dag of week in het jaar? Anders gezegd: Kun je ook Kerstfeest vieren en beleven b.v. in de zomer? Tenslotte: hoe functioneert het heilsfeit van de geboorte van Christus het hele jaar door in de prediking en het geloof van de kerk Gods? Hierbij slechts enkele voorlopige kanttekeningen te willen plaatsen is de bedoeling van dit artikel.

Historie

Het kerkelijk jaar is niet door Christus ingesteld. Ook niet door de apostelen. Alleen de zondag was feestdag. Geleidelijk kwam het verlangen op om ieder jaar op een vaste tijd de centrale heilsfeiten te gedenken. Het Paasfeest was van ouds het centrale feest in de Christelijke kerk. Op het concilie van Nicea (325 na Chr.) werd gekozen voor een vaste Paasdatum. En wel de eerste zondag na volle maan in de lente. Hierdoor stond ook de datum voor Pinksteren vast: zeven weken na Pasen en voor Hemelvaart: tien dagen vóór Pinksteren. Pas in de vierde eeuw werd de herdenking van Christus' geboorte vastgesteld op 25 december-. Voor Augustinus was het Kerstfeest een gewone verjaardag, een feestelijke herdenking van de geboorte van Jezus in Bethlehem. De zondag was echter door God ingesteld en daarom alleen Gods dag. Daarom vond hij de

zondag veel heerlijker dan de Kerstdag. In de verdere ontwikkeling werden genoemde gedenkdagen steeds meer feestdagen. Er kwam haast geen einde aan al deze feestdagen door de steeds toenemende heiligenverering. Geen wonder dat de Reformatoren braken met de feestdagen. In Geneve werden ze afgeschaft. Ook Calvijn kende maar één kerkelijke feestdag en dat was de zondag. Ook in ons land keerde men zich aanvakelijk tegen de feestdagen. In 1574 besloot de synode van Dordrecht tevreden te zijn met de zondag alleen. Het KerstevangeUe moest verkondigd worden op de zondag voor 25 december. Later heeft men dit rigoreuze standpunt wat moeten terugnemen. Het volk liet zich kennelijk niet zomaar haar feesten ontnemen. In 1618/1619 werd op de synode van Dordrecht besloten de Kerstdag weer in te voeren. Niet weer in de oude zin, wel om op de Kerstdag te gedenken het grote heil dat God heeft geschonken in de geboorte van Zijn Zoon.

Lodenstein

Het is bekend dat Jodocus van Lodenstein (geboren 1620) ook onoverkomelijke bezwaren had tegen de feestdagen in de Christelijke Kerk. 'Een feest-christen is geen waar christen'. Hij bedoelt daarmee dat het pure armoede is en zelfs schade oplevert, wanneer we op 25 december even denken aan de geboorte van Christus en die dan voor de rest van het jaar vergeten. Daarom hield hij soms midden in de zomer een Kerstpreek en in de winter een Paaspreek. Om de gemeente er zo aan te herinneren dat de heilsfeiten voor het geloof der Kerk het hele jaar door hun gelding en betekenis hebben. En hij had gelijk. Uitholling van de betekenis van de grote daden Gods is een gevaar dat ons altijd bedreigt. Zeker ook op de Kerstdagen en de dagen die eraan voorafgaan: Het uiterlijke neemt ons zozeer in beslag, dat het wezen in de mist verdwijnt.

Geboorte en gevolg

Op de Kerstdag mag in de prediking de proclamatie klinken: is heden geboren de Zaligmaker! Daar gaat het om. En dan mag er heel veel verdwijnen. Maar die prediking bepaalt de prediking het hele jaar door. Niet maar die éne dag. Christus' verschijning in de wereld is heilbrengend aan alle mensen (Titus 2 : 11). Dat schrijft Paulus temidden van allerlei raadgevingen aan Titus die de jonge christengemeente op het eiland Kreta moet helpen bij de gemeentevorming. Het heil dat in Christus' komst in de wereld is verschenen, heeft alles te maken met de heil-iging van het leven. Zo gaat Paulus in genoemde brief verder. Ze onderwijst ons dat wij, de goddeloosheid en de wereldse begeerljkheden verzaken-.de, matig en rechtvaardig en godzalig leven zouden in deze tegenwoordige wereld. En verder heeft Christus' verschijning ook alles te maken met Zijn wederkomst. Vanuit Christus' eerste komst worden de harten der gelovigen gericht op Christus' tweede komst. En tenslotte schrijft Paulus dan ook in één adem over Christus' kruis en Zijn verlossing. We zien hier hoe geboorte, heiliging, wederkomst en verlossing achter elkaar genoemd worden en dat temidden van adviezen hoe een gemeente te institueren.

De teksten in de brieven die over de geboorte van de Heere Jezus handelen zijn niet veelvuldig. Het lijkt soms of de kribbe schuil gaat achter het kruis. Al lijkt dat inderdaad zo, het i; ^ niet geheel waar. Ik heb de woorden van Paulus aan Titus al genoemd. Vanuit de practijk in het geloof der gemeente wijst hij ineens op de verschijning van Christus. Hij doet dat even verder (in hoofdstuk 3 : 4 vv) opnieuw. Nu om het wonder van de rechtvaardiging uit genade alleen te onderstrepen. Die is te danken aan 'de verschijning van de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker en Zijn hefde tot de mensen... '. Ook in de Galatenbrief wijst hij op de geboorte van Christus. Nu past hij dit heilsfeit toe in de omstandigheden van de Galatiërs. Er is een ingrijpend meningsverschil over de betekenis van de Wet. En dan ineens wijst hij op Christus die 'wanneer de volheid des tijds is gekomen, door God is uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de Wet, opdat Hij degenen die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden' (Gal. 4 : 4, 5). En tenslotte denk ik aan die bekende woorden uit de tweede brief aan Corinthe (8 : 9). Midden in de aanbeveling van een kollekte klinkt het: Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden'. Prof. W. H. Velema schreef over deze tekst een preekschets onder de titel: erstfeest in Juli. Hij schrijft dan: We treffen hier weer die merkwaardige functionaliteit van de heilsfeiten aan. Paulus prikt de feiten niet vast op een bepaalde datum van het kerkelijk jaar. Ze staan hem in zijn omgang met de gemeenten steeds voor ogen. Daarom kan hij offervaardigheid voor een kollekte vragen met een verwijzing naar het arm worden van Christus bij Zijn geboorte. Dat is een existentiële omgang met de heilsfeiten' (Het Woord werkt door, pag. 119).

Ons is wel duidelijk geworden dat met een enkele preek over de geboorte van Christus het heilsfeit niet is uitgeput. Een Kerstpreek midden in de zomer kan zeer wel op z'n plaats zijn. Kan soms ook zeer dringend zijn. Zoals Paulus het in Corinthe deed. Of zoals andere Schriftplaatsen het lieten zien. Het soms heilloze geharrewar tussen broeders van hetzelfde huis doet ons denken aan het woord van Paulus aan de Filippenzen. Waar hij vermaant dat geen ding gedaan mag worden door twisting of ijdele eer en waar de een de ander uitnemender heeft te achten dan zichzelf, wijst hij op de zelfontlediging van Christus (Fil. 2 : 3-11). Een Kersttekst voor alle maanden van het jaar.

Hoe is de beleving

Nu tenslotte nog de vraag naar de beleving. Iemand zei eens: het is voor mij Kerstfeest geworden midden in het jaar. Dat kan en is een grote zegen. God is voor de toepassing van het heil niet aan een plaats, ook niet aan een tijd gebonden. Hij kan de prediking op de Kerstdagen gebruiken om u een waarlijk zalig Kerstfeest te schenken. U w gebed zij daar ook om. Dat ik de geboren Koning mag ontmoeten. Dat Zijn zaligmakende genade ook aan mij verschijne. En het licht ook in het duister van mijn hart..mag opgaan.

Maar het kan ook Kerstfeest worden op een andere tijd. Er bestaat van de al genoemde Van Lodenstein een bundel Kerstpreken onder de titel: De Heerlijkheid van een waar Christelijk leven. In de tiende preek waarschuwt hij voor een vals hangen aan de uiterlijke vierdagen alleen. We moeten de feestdagen in onze eigen harten zoeken en dat Christus door het geloof daarin wonen mag en wij in Zijn liefde geworteld mogen worden. 'Hebt gij wel dit Kindeke Jezus op uw zielen gebonden? Hebt gij wel Zijn geboorte recht bedacht om uw hart daardoor te vernieuwen en herboren te krijgen door Zijn geboorte? Och, dat wij dit eens recht gedaan hadden! Dan zouden wij vrucht daarvan hebben. Is uw hart daarover wel met vreeugd aangedaan geweest? Hebt gij wel gezegd: mij is een Christus, een Zaligmaker geboren en is uw hart als Johannes opgesprongen? Dat is 't feest van een kind Gods, dat kan men ook wel op-andere dagen doen, al was het op een eiland of in de zee, door het bedenken van die ondoorgrondelijke liefde, dat God Zijn Zoon aan de gelovigen gegeven heeft'. Kerstfeest beleven is wat anders dan op de eerste Kerstdag een keer ter kerk te gaan of allerlei kerstwijdingen na te lopen. Het is bedenken van heler harte de ondoorgrondelijke liefde Gods in de gave van Zijn Zoon. Mij is geboren de Zaligmaker. Zijn heilige geboorte bedekt voor het aangezicht Gods mijn zondige geboorte. Hij is daar gekomen tot waar het in mijn verdorven bestaan niet deugt. Hij is zo laag afgedaald dat Hij mij de reddende hand kon bieden. Arm geworden daar Hij rijk was. Wat een heil! Dat te beleven maakt de tongen los, net als in de dagen van Zijn geboorte. Mijn ziel maakt groot de Heere. Die in mijn lage staat, mij niet versmaadt, maar van Zijn gunst doet roemen. Zijn gunst die Hem aan het kruis en in het graf bracht. Zijn gunst die juichend uit het graf verrees. De trouw spruit uit de aarde blij omhoog. Gerechtigheid ziet neer van 's hemels boog. De Immanuël is ook Sions betalende Borg. Maar niet minder de Koning van Pasen en de Heere op Zijn troon. In de Naam van deze Jezus zal zich weldra buigen alle knie. Dan zal alle tong belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid Gods des Vaders.

Kerstfeest is Christusfeest. Dat feest vieren we niet één keer. De Kerk Gods mag alle dagen haar Christusfeest kennen. Zalig Christusfeest!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 1976

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Kerstfeest, alleen in de winter?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 1976

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's