Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Diakonale verantwoordelijkheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Diakonale verantwoordelijkheid

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

We zullen ons hebben te realiseren dat er t.a.v. het diakonaat een geweldige aardverschuiving is opgetreden, dat de aard van het diakonaat in het verleden nogal wat anders was dan nu. Om twee redenen. In de eerste plaats, en ik denk dan nu aan onze eigen samenleving, was de samenleving van vroeger hier een in meerderheid Christelijke samenleving, een samenleving door het Chri.stendom gestempeld. Daar vond men overal de sporen van terug .Inde tweede plaats was het een toch nog wel arme samenleving. Ik denk aan de vorige eeuw, toen er een geweldige schrijnende armoede was, en er schrijnende tegenstellingen waren in dè samenleving, terwijl tegelijkertijd onze samenleving dan toch een Christelijk stempel droeg. Het diakonaat toen vjSiSpersoonlijke hulpverlening. De kerkelijke hulp, de diakonale hulp was primair. Wanneer de mensen zich in moeilijke omstandigheden bevonden, was de kerk de aangewezen instantie om steun te vragen. In enkele aanvullende gevallen werd ook nog wel eens een beroep gedaan op de burgerlijke overheid. We moeten zeggen, de kerkelijke steun was primair, de overheidssteun secundair, aanvullend.

Functionering

We kunnen niet zeggen, dat in de vorige eeuw het diakonaat altijd optimaal, op de juiste wijze heeft gefunktioneerd. We zullen eerlijk moeten erkennen, dat er wat het diakonaat betreft in het verleden ook ernstige tekortkomingen zijn geweest, b.v. als meer gedaan werd aan kapitaalvorming dan aan direkte hulpverlening. De verhalen zijn bekend van de diakonaatbeoefening uit-de-hoogte, zodat het voor de mensen, die in de gemeente in hulpbehoevende omstandigheden waren komen te verkeren, vaak niet zo'n pretje was om bij de diakonie aan te kloppen. Men werd soms vanuit de hoogte bejegend en we weten, dat er in dit opzicht ontsporingen hebben plaatsgevonden. Ik kan aanraden te lezen een buitengewoon instruktief boekje van prof. C. Veenhof getiteld: Diakonaat en algemene bijstandswet (uitgave Buijten en Schipperheijn, Amsterdam). Daar wordt de geschiedenis van het diakonaat op heldere wijze blootgelegd, maar ook op heel eerlijke wijze, waaruit dan blijkt, dat het echt niet altijd zo was, dat het diakonaat funktioneerde op de hoogte van het Woord. Maar we zien niet voorbij aan het feit, dat er toch buitengewoon veel hulp gegeven is in noodsituaties, dat mensen vanuit de gemeente werden geholpen en gesteund in opdracht van Christus; dat diakonieën, met de mogelijkheden die men had, in dit opzicht ook bewonderenswaardig werk hebben gedaan. Het was wel zo dat het diakonaat in eerste instantie op het individu gericht was; het was individuele hulpverlening. We weten, dat er ook christelijke instellingen bijkwamen, we denken aan de Heldringstichting en dergelijke, waaruit duidelijk bleek, hoe er ook behoefte werd gevoeld om in instellingen mensen op te vangen, die in moeilijke omstandigheden verkeerden.

Het is duidelijk, dat de situatie van nu zich wel radikaal onderscheidt van de situatie uit de vorige eeuw, ook van begin van deze eeuw tot aan de 2e wereldoorlog. In twee opzichten is er een duidelijke verandering ingetreden. Onze samenleving is al lang geen Christelijke samenleving meer. Men kan er over twisten in hoeverre het in het verleden allemaal écht Christelijk was, maar in ieder geval is het Christendom in het Westen toch op zijn retour, in onze samenleving met name óók. En ten tweede zijn we terecht gekomen in een welvaartssituatie. De schrijnende armoede en de geweldige tegenstellingen van de vorige eeuw zijn verdwenen.

Gevolgen van ontkerstening

Èen gevolg van de ontkerstening is, dat mensen die in moeilijke omstandigheden kwamen te verkeren niet in eerste instantie aanklopten bij de kerk, omdat zij vaak niet tot een kerk behoorden, maar dit deden bij de burgerlijke overheid. Dit is langzaam maar zeker grote vormen gaan aannemen en het gevolg is geweest, dat we een wijdvertakt net van sociale voorzieningen hebben gekregen en dat we met name de A.B.W. hebben gekregen, waar in artikel 1 wordt gezegd, dat aan iedere Nederlander, die hier te lande in zodanige omstandigheden verkeert, of dreigt te geraken, dat hij niet over de middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van zijn bestaan te voorzien, bijstand wordt verleend door burgemeester en wethouders van de gemeente waar hij woont. Met andere woorden, elke Nedeiiand.se staatsburger heeft, als hij in moeilijke omstandigheden komt, recht op steun door de burgerlijke overheid. Wanneer momenteel dan ook steun nodig is wordt in eerste instantie verwezen naar sociale zaken. Dat is de praktijk geworden. We kunnen daar, dacht ik in één opzicht vraagtekens bij zetten. Het is - dat zij eerst gezegd - nodig geweest. Het is ook een zegen, dat dit werk zó van de grond is gekomen. Maar ik ben het met prof. Veenhof eens, als deze zegt dat we daardoor het gevaar lopen, dat de gemeente dreigt te vergeten, dat de broederen de zuster, wanneer hij in moeilijke omstandigheden verkeert, allereerst ook door de broeder en de zuster geholpen moet worden. Het is een taak van de Christelijke gemeente om het lid, dat lijdt in de gemeente te helpen, om dan mee te leven, mee te lijden en mee te helpen.

In een drietal artikelen plaatsen we de tekst van een inleiding geiiouden bij de oprichting van een streêkverband voor Hervormde diakonieën in de omgeving van Woudenberg, handelend over de diakonale verantwoordelijkheid van de gemeente.

De armen

We hebben in ieder geval thans de situatie gekregen, dat de diakenen niet meer zo vaak geroepen worden om persoonlijke hulp te verlenen in die zin, zoals dat dan vroeger het geval geweest is. Het diakonaat heeft daarom gezocht naar andere mogelijkheden, heeft de bakens verzet. Ik wil echter wel zeggen, dat het natuurlijk tot op vandaag zo is, dat er situaties zijn, waarin mensen uit de gemeente tussen wal en schip terecht komen en dan toch aangewezen zijn op diakonale hulp in materieel opzicht. Er zijn ook thans in de gemeente mensen, die toch nog hulp behoeven en deze ook dankbaar aanvaarden. Misschien krijgen we er ook in toenemende mate mee te maken omdat we geconfronteerd worden met een toenemende werkloosheid, toenemende jeugdwerkloosheid ook, wat een geweldige nood kan gaan betekenen in de gezinnen. Al wordt er in zulke situaties natuurlijk ook wel weer bijgedragen door allerlei sociale voorzieningen, hier liggen toch dingen, waar het diakonaat ook mee te maken krijgt.

Maar dan zou ik op één ding met name de nadruk willen leggen, namelijk dat het bevestigingsformulier van diakenen, waarin de taak van de diakenen heel duidelijk is omschreven, een zinsnede bevat, die we zó wel niet meer kunnen gebruiken in een welvaartssituatie maar ia nieuwe zin toch wèl. Daar staat: 'het tweede deel van hun ambt bestaat in de uitdeling, waartoe vereist wordt niet alleen onderscheidingsgave en \oorzichtigheid om de aalmoezen niet te besteden (het woord aalmoes zouden we zo gemakkelijk thans niet meer

gebruiken, v. d. G.) dan waar het van node is maar ook biijmoecligi: eid en eenvoudigheid om met een bewogen hart e'n een toegenegen gemoed de armen te helpen'. Als we dan zeggen: 'we hebben niet zoveel armen meer', dan zou ik willen zeggen dat er duizenden armen bijgekomen zijn. Maar dan in ander opzicht. Het zijn de mensen, die kapotgedrukt worden in de leefsituatie, waarin ze zich bevinden. Mensen die een geweldige eenzaamheid moeten doorstaan. Mensen, die gedeukt en geschonden worden door het moderne leven, aan alle kanten. Mensen die op deze wijze iets - van een armoede ervaren, die specifiek is voor deze moderne tijd met zijn massificatie en met zijn industrialisatie, met zijn langs eikaar heen leven en dan ook het opgaan in de massa. In deze situatie vind i|c een zinnetje uit het be-\estigingsformulier \oor diakenen goud waard, namelijk als gezegd wordt: 'waartoe het zqergoed is, dat zij (dat zijn de diakenen), niet alleen met de uiterlijke giften maar ook met troostelijke redenen uit het Woord van God aan de armen en ellendigen hulp bewijzen'.

Dan zou ik dat woord armen en ellendigen willen nemen in de noodsituaties, waarin mensen ook in deze tijd zich bevinden, en dan de nadruk willen leggen op dat "met troostelijke redenen terzijde staan". Diakonaat, zonder pastorale bewogenheid is verzaakte roeping. Ik zou een dikke streep willen zetten onder dat "met troostelijke redenen terzijde staan', zodat in het diakonale werk het pastoraleelement, daar waar persoonlijke nood gelenigd moet worden, duidelijk aanwezis is.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Diakonale verantwoordelijkheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's