Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijbeluitleg of inleg kunde

Een artikel in het Paasnummer van Hervormd Nederland van de hand van ds. R. Pomp draagt als titel: 'Wordt vervolgd - hoe de Schriften verder worden geschreven'.Wat bedoelt de schrijver hiermee? Het wordt ons al in de eerste alinea's duidelijk gemaakt. We moeten de Bijbel lezen op een politiekmaatschappelijke manier. De bijbelverhalen handelen immers allemaal over een bevrijdingsgeschiedenis. En bij de uitleg van de Schriften moeten we gaan staan op het standpunt van onderdrukte mensen. Want de wereld waarbinnen de bijbelse verhalen gehoord willen worden is de wereld van de vernederden en de verdrukten en hun strijd. De grondtoon van het Evangelie is er een van subversieve bewegingen. Wij moeten in dat spoor treden, het spoor van revolutie en bevrijding en zo practisch en concreet het verhaal verder schrijven. Pomp hcht dat toe met een voorbeeld uit Latijns-Amerika en hij schrijft in dat verband:

De Latijns Amerikaanse theoloog José Miguez Bonino vertelt in zijn boek: Theologie van verdrukten, van een groepje jonge mensen uit een klein plaatsje in Uruguay. Ze voerden in een kerk van welgestelde protestanten een geïmproviseerd spel op. Daarna was er een discussie tussen de spelers en de gemeenteleden. Een-lid van de gemeente vroeg toen: Wie is Jezus Christus dan? Spontaan klonk toen uit de mond van een van de jonge spelers: Voor ons is Jezus Christus - Ché Guevara.

Ik citeer nu letterlijk: 'Toen we eenmaal over de schokkende eerste indruk, die een antwoord als dit op ons moest maken, heen waren, ging het ons dagen, dat het gezicht van Jezus Christus in de loop van de geschiedenis herhaaldelijk de trekken heeft aangenomen van de man, die het best weergaf wat de mensen op dat moment het nauwste verbond met de volheid van het menszijn. Maar het nieuwe en verbijsterende is, dat een groep christenen voor het bekleden van die rol een guerillastrijder aanwijst en daarbij een man die bewust en openbaar geen christen maar een marxistisch revolutionair was’.

Blijkbaar is een Jezus Christus, die verkondigd en vereerd kan worden buiten het referentiekader, aangeduid met de naam van Ché Guevara, voor deze jongeren van geen betekenis. Wat zij in Ché ontdekken is verbonden met de naam van Jezus Christus. Zij zeggen dan ook niet: Ché Guevara is Christus, maar: Christus is Ché Guevara. Met andere woorden: bevrijding en revolutie is een legitieme vertolking van het Evangelie in hun situatie, in hun fase van de geschiedenis. Zo leggen zij de Schriften verder uit.

Zo vierde ik onlangs avondmaal met een groep mensen op de volgende wijze. We stonden voor in de kerk rond de tafel. Tussen ons in hadden we grote foto's geplaatst van o.a. Bonhoeffer, Allende, Henriëtte Roland Holst, Anne Frank, Martin Luther King, Gandhi, Luthuli, Rosa Luxemburg. We wilden daarmee uitdmkken: Zo is Christus in ons midden. Hem gedenken, Hem in de herinnering terugroepen. Hem weer levend en reëel maken, is Hem plaatsen binnen het raam en de geschiedenis van deze mensen. Zo leeft Hij voort. Met Hem opgewekt zijn uit de doden is niet iets voor na de dood, het is juist een aan de dag treden wie Hij was in onze levenstijd, in onze geschiedenis. Hij maakte de macht van de dood kapot, niet de dood zelf, maar de macht die je bedreigen kan. Je hoeft dan ook nooit meer aangepast te leven. Tot je laatste snik mag je het oneens zijn met de gang van zaken van deze wereldorde. En de messiaanse feesten van sabbat en pasen, van doop en avondmaal zijn bedoeld om je een gezonde injectie te geven.

Enkele jaren geleden zag ik iets op de TV dat diepe indmk op me maakte. Allende werd begraven: sept. 1973. Niemand mocht erbij zijn. Men was bang voor een opstand. Niet lang daarna overleed ook zijn vriend, de Chileense dichter Neruda. De begrafenis werd door velen bijgewoond. Toen de kist in het graf lag werd door één van de omstanders luid geroepen: Neruda, waar zijt gij? En een ander antwoordde: Hier ben ik, Neruda, voor nu en immer. Het gebeurde een tweede keer en nog eens: Neruda, waar zijt gij? En een ander: Hier ben ik, Neruda, voor nu en immer. Misschien wordt dit in Chili wel bij iedere begrafenis gedaan. Best mogelijk dat het bij de plechtigheid als zodanig hoort. Ik weet het niet. Maar in die situatie van angst en dreiging kreeg het een extra dimensie. Vooral toen ook nog het volgende gebeurde. En ik denk, dat dat niet bij de plechtigheid hoorde, maar spontaan was, dat iemand ineens riep: Allende, waar zijt gij? En dat iemand anders zei: Hier ben ik, Allende, voor nu en immer.

Ik geloof dat zo iets ook rond de dood van Jezus gebeurd zou kunnen zijn. Er was diep verdriet en angst en wanhoop en dreiging. En ineens drong het besef door: maar dat kan niet, dat Jezus dood is. Dat is gewoon onmogelijk. Wat in Jezus was, die liefde, die bewogenheid voor mensen, die trouw, dan kan gewoon niet dood zijn. Hij leeft. Het gaat door.

Met opzet neb ik de auteur wat uitvoerig aan het woord gelaten. Niet met instemming. Ik vind dit in een woord verbijsterend. Dit heeft niets meer met uitleg te maken, maar is je reinste inlegkunde. Het Evangelie wordt hier tot in de eredienst (verkondiging en Avondmaalsviering) tot een revolutionaire ideologie gemaakt. Nog afgezien van het feit dat de laatste zinnen over 'het doordringend besef, dat Jezus leeft', ronduit de Schriftgegevens weerspreken. Elke exegeet die de teksten serieus neemt zal u vertellen dat de angst, verslagenheid en vrees van de discipelen juist niet de bron zijn van het opstandingsgeloof. Maar dat dé Opgestane zelf hen gebracht heeft tot de zekerheid van Pasen. Men kan de vraag stellen aan de redactie van Hervormd Nederland: Kan dit allemaal maar? Valt deze manier van bijbellezen en verkondigen nog binnen het raam van artikel 10 van de kerkorde? Wordt het niet de hoogste tijd dat de kerk ook in dit opzicht gaat weren wat het belijden op zo'n flagrante wijze weerspreekt en vervalste. Dit is geen evangelieverkondiging meer, maar een pseudo-evangelie.

De Regenboog

Dat is de naam van een stichting die in nauwe verbondenheid met de christelijke kerken en hun diakonale organen hulp wil bieden aan jongeren die aan drugs verslaafd zijn, en daardoor dreigen verloren te gaan. Deze stichting ziet dit als een evangelische opdracht: getuigenis en dienst. Twee jaar bestaat de stichting nu. In het Centraal Weekblad van 9 april schrijft de heer G. A. van Huis over deze stichting een artikel waaruit we hier een en ander aan u willen doorgeven. Het blijkt dat het werk de uiterste inzet vraagt.

Van meet af aan werden bij het werk deskundigen ingeschakeld, mensen die geschoold waren óp het gebied van de medische begeleiding, het maatschappelijk werk, de psychiatrie en de sociale paedagogie. Met tal van instellingen, die evenals de Regenboog werkzaam waren op het gebied van de hulpverlening aan drugsverslaafden, werden kontakten onderhouden, vaste medewerkers (maatschappelijk werkers en anderen) werden in dienst genomen en een grote kring van adviseurs opgebouwd.

Maar in de verschillende fasen van het werk bleef de vrijwilliger met zijn of haar gemotiveerde inzet inmisbaar en daar is men bij de Regenboog erg gelukkig mee.

Het werk nam in twee jaar op ontstellende wijze toe en vroeg een uiterste inzet van werkers en bestuurders. Uit het zomer-jongerenprojekt 1975 vloeide als een vanzelfsprekende zaak de voortgaande hulpverlening in Amsterdam voort, de hulpverlening vroeg weer om een 'opvangcentrum' waarvoor de Statenhof in Bussum werd ingericht, het huis in Bussum was weer zo gesitueerd dat er geen arbeidstherapie kon worden bedreven en Koekange (boerderij) werd aangekocht en zo breidt het werk steeds meer uit waarbij dit alles toch maar een druppel op een gloeiende plaat is omdat het aantal dmgs verslaafden niet alleen toeneemt maar ook vanuit Amsterdam nu een landelijk probleem begint te worden.

Bij de 'mijlpaal' - 2 jaar Regenboog werk heeft men op de Kloveniersburgwal toch wel even stil gestaan, even omgezien en even getracht vooruit te kijken.

Er is in die twee jaar bijzonder veel gebeurd. Tientallen jongeren in nood zijn geholpen, duizenden jonge toeristen hebben in de zomermaanden gevonden. 1975 en 1976 de weg naar het Vincentiushuis gevonden Werkers en bestuursleden hebben bergen werk verzet, de initiatiefnemer en motor achter veel wat gedaan is (i5.D. Af. Wouters, moest voorlopig'afstand van het werk nemen en was eigenlijk 'onmisbaar'. Kerken, vele vrienden van het Regenboog werk, organisaties en instellingen ' hebben het werk financieel mogelijk gemaakt en achter alles stond een gemeente die in meeleven en gebed het werk droeg. Omzien, ook om lessen te trekken uit het verleden, fouten die in het werk gemaakt zijn proberen te voorkomen om zo met elkaar weer verder te kunnen gaan.

Het werk komt op een overrompelende wijze op ons af. In een mate dat je je vaak afvraagt of het wel zin heeft om er aan te beginnen en of de hulpverlening nog wel effekt kan hebben.

Werk aan de donkerste zelfkant van de maatschappij, onder jongeren die vaak reddeloos verloren dreigen te gaan. Maar dan is er weer de opdracht om juist de verlorene te helpen en Zo staan wij dan met elkaar als gemeente van de Heer voor dit werk. En gaan weer verder!

Bij het maken van plannen worden de grenzen vaak mede bepaald door de financiële mogelijkheden die er zijn.

Men heeft deze in ruime mate ter beschikking gesteld en de start van het werk daarmede mogelijk gemaakt. Maar juist de inzet van deskundige krachten, de huisvesting in Amsterdam, het vensterhuis in Bussum, de boerderij in Koekange het vraagt allemaal bijzonder veel geld.

De Overheid heeft het werk van de Regenboog in berinsel subsidiabel verklaard maar tot dusverre slechts een bescheiden bijdrage in de huisvestingskosten Amsterdam verleend.

Zo gaat de Regenboog haar derde jaar met zorg tegemoet, maar ook in het vaste vertrouwen en de wetenschap dat achter haar werk een gemeente staat die dit werk draagt en wil blijven dragen. Waar is men nu mee bezig, wat zijn de plannen voor de naaste toekomst?

Wat die toekomst betreft: Ook voor zomer 1977 heeft men weer een stuk kampwerk opgezet om onder de toeristen in de hoofdstad preventief werkzaam te zijn. Ook wil men ouders en familieleden van aan drugs verslaafden benaderen, ouders die vaak met de situatie geen raad weten.

Verder is er wat genoemd wordt: het veldwerk in Amsterdam:

Een tweetal veldwerkers (maatsch. werkers) zijn in Amsterdam dag in dag uit bezig met de direkte hulpverlening.

Zij zoeken de verslaafden op in eigen milieii (kroegen-kraakpanden-huizen van bewaring), helpen in krisisisituaties en begeleiden waar maar mogelijkheden zijn. Het is moeilijk en ondankbaar werk dat alleen gedaan kan worden dank zij hun geweldige inzet en de hulp van artsen en andere deskundigen, waarbij ook het kontakt met andere hulpverlenende instellingen van groot belang is. Dag en nacht zijn ze bereikbaar (bij afwezigheid door bemiddeling van de buro-assistente of het telef. antwoordapparaat), vaak worden werkweken van zestig uur en meer gemaakt en uitbreiding van de beschikbare mankracht is dringend geboden maar financieel nog niet haalbaar.

Naast de directe hulpverlening en ambulante begeleiding is er een wekelijkse ontmoetingsmogelijkheid in de 'huiskamer', waar drugsverslaafde jongeren die begeleid worden hun leeftijdgenoten uit de kringen van de vrijwilligers ontmoeten.

De classis Amsterdam van de Gereformeerde kerken heeft via Deputaten voor de zending gelden ter beschikking gesteld waarmede een werker kan worden aangesteld die zich in het bijzonder bezig zal houden met de problematiek van de velen uit Suriname afkomstige drugs-verslaafden. Hiermede wordt opnieuw uitbreiding aan het werk gegeven.

En dat is nog maar een deel van het werk. U begrijpt hoe belangrijk dit stukje dienstbetoon is. Vooral omdat het geschiedt van uit een positief-bijbelse levens overtuiging. Het werk van de2le stichting die het vooral hebben moet van giften en bijdragen, verdient onze aandacht, steun en voorbede. Als zovelen in onze samenleving te dode wankelen, m9gen we niet werkeloos toezien.

Lenin en de Christenen voor het socialisme

In het blad Wapenveld (jan-febr. 1977) lazen we een artikel waarin kritisch ingegaan wordt op de beweging 'Christenen voor het socialisme'. Bij deze beweging die mede ontstaan is uit verontrusting over de crisis in onze maatschappij en cultuur - een verontrusting waar we ons niet van af mogen maken - , speelt de socialistische traditie terdege een rol. Zo zegt ds. Kompels: 'het socialisme waarvoor deze christenen kiezen, is niet dat van de sociaal democraten, niet het reformistisch, maar een marxistisch, revolutionair systeem - transcenderend socialisme. Marx en Lenin, de klassieken van dit socialisme worden er in ere hersteld'. Tot zover dit citaat uit een artikel in In de Waagschaal.

Eerherstel voor Lenin dus? Hier gaat het Wapenveld-artikel scherp tegen in. Het blad wijst erop dat Lenin zowel door vijanden als vrienden bekritiseerd werd om zijn centralisme. Lenin wilde immers een straffe organisatie met als gevolg: een partij die op de plaats gaat staan van de arbeidersklasse en in haar naam denkt en handelt.

Wij zouden nog meer en even belangrijke kritiek kunnen brengen. Dat ligt nu niet op onze weg: wat duidelijk wordt is dat het centralisme dat Lenin ' voorstond, niet groeide uit een burger-oorlog noodzaak: hetgeen later in Rusland gebeurde, was al in 1904 geconcipieerd en "hetgeen Trotzki in 1904 voorzag heeft zijn griezelig verloop genomen van 1917 tot naar Stalin toe en tot op hetgeen vandaag de dag nog gebeurt. En Lenin na 1917 - toen het erom ging het vroeger gezegde in praktijk te brengen? Het was Lenin dfe de strafcode formuleerde, de beruchte voorganger van Stalin's paragraaf 58 die tientallen millioenen naar de executie, de gevangenissen en kampen verdreef. Lenin formuleerde 'executie door doodschieten' voor alle activiteiten van menschewieken, sociaalrevolutionairen etc, met inbegrip van gewone redevoeringen, dan wel van personen 'in staat geacht (!) van hulpverlening' aan vijandige organisaties. Na de invoering van de NEP (Nieuwe Economische Politiek o.a. eigenbezit van land voor boeren), drukte hij dan ook zijn verontwaardiging uit, dat iemand zou protesteren tegen de executies van degenen die de NEP zagen als een teruggaan tot het kapitalisme. Zijn verontwaardigde verbazing laat zien hoe natuurlijk voor hem het gebruik van terreur was, ook tegenover zijn eigen partijgangers en vrienden! 'ik zal altijd een oorlog van uitroeiing ontketenen tegen hen (vrienden die opponeren) en methodes gebruiken, niet om te overtuigen, maar om hen te vernietigen.

In het licht van deze uitspraken bezien is het een verdraaiing van de werkelijkheid als woordvoerders van de beweging 'Christenen voor het Socialisme' beweren dat Lenin het zelf droevig vindt als er in een strijdsituatie geweld gebruikt moet worden . De terreur van het Leninisme wordt stelselmatig verzwegen.

De inval in Tsjechoslovakije in 1968 is alleen te verstaan vanuit dit centralisme van Lenin en vanuit zijn overtuiging dat tegenstanders niet geduld, maar vernietigd mochten worden; maar Kopmels verklaart dat het afzweren van Marx en Lenin als een politieke ramp beschouwd moet worden.

Waarom is Kopmels zo dankbaar dat Christenen voor het Socialisme Lenin 'in ere hersteld hebben? ' Hoe verenigt hij dat met zijn liefde voor de onderdrukten, de armen, met zijn roep om gerechtigheid? Lenin staat maar één denkwijze toe. Een land waarin maar één gedachtengang het voor het zeggen heeft, kan niet anders dan de weg van de macht opgaan en van de onderdrukking.

Tot zJover enkele aanhalingen uit dit artikel dat indringende vragen stelt en laat zien hoe de beweging Christenen voor het Socialisme uit angst voor gezapigheid en uit verzet tegen machten in eigen omgeving in feite zich uitlevert aan de kreten en leuzen van andere machthebbers die even imperialistisch zijn en terreur en onderdrukking in hun program hebben opgenomen. Dat is een heilloze weg.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's