Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naar het land van de Nijl

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naar het land van de Nijl

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(8)

Door de Arabische woestijn

De weg van Suez naar Kairo is erg eenzaam, nauwelijks zijn er enige woestijnstruiken; onze tocht gaat door de Arabische woestijn. De regenval is zeer klein. De hemel is heerlijk blauw en dat geldt voor het gehele jaar. De zon straalt, zon en nog eens zon. En naast de weg is er zand en nog eens zand. Zoals de wind de golven van de zee rimpelt, zo rimpelt de warme woestijnwind het woestijnzand; het is een keurig gegolfd gebied. Meer nog dan in Israël ziet de reiziger in Egypte wat de woestijn betekent. Als er geen Nijl was, dan was Egypte één grote woestijn, dat wil zeggen, dan was er geen Egypte en Herodotus zei niet zo maar, dat Egypte een geschenk van de Nijl is. Wat een ramp, als de Nijl het water niet bevloeide, dat betekende honger voor mens en beest.

De Schrift over de woestijn

Het is dan ook één van de ergste oordelen, waarvan de profetieën van Jeremia spreken: et ganse land, het vruchtbare land, vloeiende van melk en honing zal één woestijn worden, een land zonder inwoner Jer. 4 : 26. In de woestijn heerst de dood, daar wordt geen lied van de herder gehoord en geen geblaat van de kudde en de vogels zijn weggevlucht. Jer. 9 : lOv. Van Babel profeteerde de profeet dat de stad, eens het sieraad der koninkrijken, de heerlijkheid en de hovaardij der volken, een woestijn zou worden. Jes. 13 : 19v. En het is geschied! En Egypte? Een geschenk ja en daarbij kijken wij verder dan de Nijl. En de Schepper van hemel en aaMe bemoeit zich ook met Egypte. Hij is de God van alle volken en de God van het volkerenrecht. Wat hebben de volken als Israël, zélfs Israël, dikwijls hun hoop op Egypte gesteld en dat terwijl Egypte niet anders is dan een rietstok, die de hand doorboort! Blindelings heeft men zich aan het machtige Egypte toevertrouwd, in de ban van het Egyptische gevoel van superioriteit: ie doet ons wat? Van mij is de Nijl; ik heb hem gemaakt: e rivier is van mij en voor mij Ez. 29 : 3. Maar de Heere zal de hoogmoed vaïi' Assur neefwerpen en de scepter van Egypte zal verdwijnen. Zach. 10:11. In aangrijpende bewoordingen wordt het lot van Egypte getekend in de zeven profetieën, die in monotone herhaling spreken van oordeel en nog eens oordeel over Egypte (Ez. 29-32). Het zijn profetieën, die inderdaad lasten zijn: et land zal één grote woestijn worden, een wildernis, kaal, ledig, angstwekkend. De bedoeling is niet in de eerste plaats het volk Israël te troosten met de toekomstige Goddelijke wraak over Egypte's ontrouw en onbetrouwbaarheid, over de hoogmoed en machtswellust van het grote rijk tegenover het nietige koninkrijkje Israël. Dit woord grijpt verder; De grootmachten der wei'eld zullen geoordeeld worden naar hun houding tegenover het weerloze Israël: et leed, dat zij Israël hebben aangedaan zullen zij aan den lijve ervaren. Als men deze woorden leest, dan komt de vraag boven wat wij in deze tijd, nu Israël weer in de tang zit met deze profetieën moeten. En het is niet te ontkennen, dat ook voor Israël van vandaag en voor de kerk van vandaag in deze veelszins benauwende woorden een aangrijpende prediking hgt. Maar wij zullen niet vergeten, dat de vragen over de vervulling van deze profetie niet zo gemakkelijk te beantwoorden zijn. En wij moeten er op uit zijn om met een grote voorzichtigheid over de vervulling van Gods beloften en oordelen te spreken, _want wij zitten niet in Gods raad.

De woestijnweg weg naar het land der belofte

Israël wist van de gevaren van de 'grote en vreselijke woestijn' (Deut. 1 : 19), maar het volk moest er door heen, het was een onbegaanbaar pad, maar er was geen andere weg voor hen om in te gaan in het land der belofte. En de eeuwen door heeft Israël weet gehad van

de gevaren, telkens op een andere wijze. In de . dagen van de Klaagliederen van Jeremia (h. 5 : 9) klaagt het volk, dat rnen met gevaar voor het leven zijn brood moet halen vanwege het zwaard der woestijn. En Paulus heeft ervan geweten als hij. schrijft over de gevaren der woestijn en de apostel schrijft over de mensen, die te goed waren voor de wereld, hoe zij gedoold hebben in de woestijn, gebergten, in spelonken en holen der aarde. Hebr. 11:38.

Palmbomen in de woestijn

Als je door de woestijn in een comfortabele touringcar heenrijdt - en de Arabische woestijn is nog wat anders dan de Sahara - dan vraag je je af, hoe dat geweest is met het volk Israël in de woestijn. Hoe hebben zij het uitgehouden? De hitte des daags en de koude van de nacht! En altijd maar zwerven. Is het dan niet te begrijpen, dat zij soms mismoedig werden en ongeduldig, verdrietig en meer dan eens opstandig? Num. 21 : 4. Het is een merkwaardig ding, als je ineens ergens een palmboom ziet staan - in de woestijn - of een groepje bij elkaar. Hoe is dat mogelijk? Dan moet er ergens water zijn, een bron. Ja ergens zijn er in de woestijn onvermoede en onverwachte bronnen. Het is een wonder, dat er nog iets groeit in de woestijn en het is een wonder Gods, dat er in de woestijn oases zijn. Stephanus getuigde ervan, hoe God wonderen deed en tekenen in het land van Egypte en in de Rode Zee en in de woestijn, veertig jaar (Hand. 7 : 36). En dan: taat er niet in de profetie, dat God de Heere de woestijn zal doen bloeien als een roos en dat in de woestijn de heerlijkheid van de Libanon en de schoonheid van Karmel en Saron gezien zal worden? Wonderen in de woestijn!

Kluizenaars in Egypte

Nu ik aan het uitweiden ben met als thema de woestijn, moet ik - en zeker nu het over Egypte gaat-nog op een ander aspect wijzen. Sinds zeer oude tijden heeft Egypte zijn kluizenaars gehad. (Men spreekt ook wel van Eremieten, afgeleid van het Griekse woord erèmos, eenzaam en van anachoreten naar het Griekse anachoreo, zich terugtrekken). Waarom trokken deze mensen zich terug uit het maatschappelijke leven, uit het familieleven. Men zocht het weelderige leven in de wereld te ontvluchten en het wereldse christendom te ontkomen. Hadden zij geen voorbeelden in Johannes de Doper, de woestijnman, in Elia, die zich terugtrok in de eenzaamheid van de woestijn? Er zijn heel wat levensgeschiedenissen van kluizenaars geschreven met vele legenden vervuld en met opzienbarende verhalen versierd, maar ondanks de vreemde eenzijdigheden, en nog meer, gaat er tot de dag van vandaag een beschamende prediking uit van deze mensen, die op eigen wijze ernst maakten met de vermaning om matig en rechtvaardig en godzalig te leven met verzaking van de wereldse begeerlijkheden (Tit. 2 : 12).

Calvijn over het kluizenaarsleven in het oude verleden

Zon Calvijn daarover net zo denken? Of Luther, die het klooster liet voor wat het was en zijn gelofte brak? Calvijn maakt sterk onderscheid tussen het kloosterleven in de dagen van de Hervorming en ten tijde van bijvoorbeeld Augustinus. Calvijn zegt ervan (Inst. IV, 13, 9v.): Zij oefenen zichzelf naarstig in godzaligheid en weten, dat de oefening des lichaams maar duurt voor een tijd; dat is één van de opmerkingen van Augustinus, die Calvijn aanhaalt. Augustinus wil, dat het kloosterleven niet anders is dan een oefening tot de plichten van de Godsvrucht, die aan alle christenen bevolen en aangeprezen wordt. Bovendien wordt ons door de Schrift voorgehouden, dat wij wel in de wereld zijn, maar niet van de wereld. Elders (schrijvende over: Hoe men het tegenwoordige leven en de hulpmiddelen daarvan gebruiken moet, in de Inst. III-10) wijst hij erop, dat het leven van Gods volk een pelgrimstocht is, een verre reis, waarin zij zich spoeden naar het hemels koninkrijk; de aardse goederen moeten wij tot dat doel gebruiken', dat zij ons voortgaan veel meer bevorderen dan verhinderen. - En dat moeten wij leren - en dat door het onderricht van de H. Geest, de dingen te bezitten als niet bezittende.

Athanasius en de kluizenaars

Niemand minder dan de strijdvaardige, onverzettelijke Kerkvader Athanasius (van Alexandrië; hij overleed in 373) heeft over het leven van de stichter van het eerste klooster der christelijke kerk geschreven. Athanasius heeft zijn gehele leven op de bres gestaan voor de rechte leer; onvermoeid preekte hij tegen de ketterij van Arius en dat heeft hem heel wat vijanden bezorgd. 'Het vermoeit mij niet, integendeel het verkwikt mij mijzelf te verdedigen' , zo getuigde hij, maar het betekende wel, dat hij vele malen verbannen werd en moest onderduiken, in totaal een twintig jaren. Bij de kluizenaars vond hij asiel en uit die ervaring schrijft hij, die in de geschiedenis van de kerk als een steunpilaar geëerd blijft over het leven van Antonius (251-356).

Antonius

Antonius verloor op jeugdige leeftijd zijn ouders, die hem een vrij groot fortuin nalieten. Maar hij verkocht alles, toen hij in de kerk gegrepen werd door het woord tot de rijke jongeling gesproken: o gij volmaakt wilt zijn, ga heen, verkoop wat gij hebt en geef het den armen en gij zult een schat hebben in de hemel en kom herwaarts, volg Mij. Matth. 19 : 21. Drie honderd morgen, uitzonderlijk vruchtbaar land gaf hij weg aan de mensen van het dorp. Hij verkocht al zijn meubelen en verdeelde de opbrengst onder de armen, maar een kleine reserve hield hij over voor de zorg van een jongere zuster. En ook dat deelde hij uit gedachtig'aan hef woord: ees niet bezorgd tegen de dag van morgen. Er waren reeds heel wat kluizenaars, die dikwijls in de onmiddelijke nabijheid van de bewoonde wereld hun verblijf hadden. Zo deed ook Antonius. Andere asceten zocht hij op. 'Hij liet zich door hen onderrichten in de deugden en in de ascese, die ieder van hen eigen was. Bij de een bewonderde hij de vriendelijkheid en zachtmoedigheid, bij de ander de onverdroten ijver tot het gebed, in de een onderkende hij het geduld, in de ander de naastenliefde, bij de een trof hem het waken bij de ander de volhardende studie; de een bewonderde hij om zijn standvastigheid, de ander om zijn vasten en zijn rusten op de kale grond; bij allen stelde hij de verknochtheid aan Christus als de onderlinge liefde vast. Vervuld van die ervaringen keerde hij terug naarzijn eigen plaats, waarbij zich overgaf aan de ascese. 'Jarenlang is een greppel aan de rand van de woestijn zijn woon-en verblijfplaats. De hemel is boven de woestijn hoger en weidser; de sterren stralen helderder; zonsopgang en zonsondergang zijn dagelijks een ontzagwekkend schouwspel, dat de schoonheid van Gods schepping verkondigt’.

Woestijn plaats van stilte en gebed, ook van aanvechting bij uitstek

Maar de woestijn is ook de plaats van de aanvechtingen, van de duivelen en de demonen, die de eenzame kluizenaar meer dan een ander benauwen en aanvechten. Andere kluizenaars komen bij hem en beschouwen hem als hun meester; op hun verzoek aanvaardt hij de leiding en zo ontstaat het eerste klooster, dat veel kluizenaars trekt. Later trekt Antonius zich terug naar een plaats ongeveer 150 km ten zuiden van Suez, dus nog aan de Golf van Suez; hij trok zich terug in een grot, die vanuit het dal niet kon worden waargenomen; op deze wijze onttrok hij zich aan de velen, die hem in de woestijn wilden opzoeken. Vlakbij deze grot bevindt zich het klooster St. Antonius, één van de weinige tot nu toe bewoonde kloosters (weinig in verhouding met oude tijden, toen enige honderden kloosters bestonden, her en der over het gehele land verspreid). Antonius leerde de monniken een streng ritme van arbeiden, bidden en lezen van de Schrift.

De kluizenaars hebben ons in deze tijd van 'verwerven en genieten' wel wat te zeggen, al vallen wij Sulpicius Severus niet bij, die schreef: Wie van mensen bezocht wordt, kan niet van engelen bezocht worden. En zo blijkt toch, dacht ik, dat een hedendaagse reis ook een reis in het verleden betekent.

Maar hierna gaan wij ouderwets reizen - met de woestijn-expres naar het zuiden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Naar het land van de Nijl

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's