Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De story van Youth for Christ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De story van Youth for Christ

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

2

Wie 'De story van Youth for Christ' leest, kan onder de indruk komen van het werk, dat verzet wordt en de invloed die van de YFC uitgaat op vele jongeren. Daar is Hans, zelf niet afkomstig uit een christelijk gezin. Hij kwam met het evangelie in aanraking door een YFC-buurjongen, die wekelijks met hem Bijbelstudie ging doen. Nu is hij voorzitter van een van de 79 plaatselijke komitees in ons land. Daar is Jaap, die YFC-werk heeft opgezet in Brabant en Limburg onder talloze jongeren, die met de R. Kath. kerk hebben gebroken. Daar is Bas, lid van de Christ. Geref. kerk. Hij heeft een YFC-club in Wierden, samen met jongeren uit verschillende plaatselijke kerken. Ze hebben vijf Bijbelstudiegroepen en trekken met een 'boekenbakfiets' de omgeving rond, om goede lektuur aan de man te brengen. Daar is Henk: hij is een van de twintig jongeren, die op De Lindenhorst in Driebergen (het centrum van de YFC in ons land) werken en één jaar beschikbaar heeft gesteld om werk voor de YFC te doen. Daar is Willy, die met vrienden en vriendinnen een spiritisten-groepje had, maar in een YFCkoffiebar hoorde, dat de Bijbel het spiritisme verbiedt. Ze doet nu aan Bijbelstudiewerk...

Beginselverklaring

Door de YFC is een beginselverklaring opgesteld, die als de belijdenis van hun beweging wil dienen. Daarin wordt de Bijbel beleden als 'het geïnspireerde Woord van God, dat alleen en onfeilbaar gezag heeft'. Daarin wordt bele­ den de Drieëenheid van God, de Godheid van Christus, de maagdelijke geboorte, Zijn wonderen. Zijn lichamelijke opstanding. Zijn hemelvaart en Zijn persoonlijke wederkomst. Verder: 'Wij geloven, dat voor de verlossing van verloren en zondige mensen wedergeboorte door de Heilige Geest een besliste voorwaarde is'. En: 'Wij geloven de opstanding, zowel van degenen die behouden worden, als van hen, die verloren gaan. Die behouden worden tot de opstanding ten leven, en die verloren gaan tot de opstanding ten oordeel'.

Het is uit deze beginselverklaring duidelijk, dat de YFC een beweging is, die onverkort wil vasthouden aan talrijke dingen, die in onze tijd verworpen of geloochend worden. De YFC heeft zich niet aangepast en wil zich niet aanpassen aan de theologieën van onze tijd, maar neemt het op voor de historiciteit van de wonderen van Jezus, van Zijn lichamelijke opstanding, voor de noodzaak van wedergeboorte en geloof, voor de ernst van eeuwig wel of eeuwig wee. Het is veelzeggend, dat op de synodevergadering van onze kerk (in 1975) opgemerkt werd, dat de Hervormde Jeugdraad (Orgaan van Bijstand van onze kerk) met haar maatschappijkritiek niet aanslaat bij het merendeel van de jeugd, terwijl het werk van de YFC, die aandringt op persoonlijk geloof bij vele jongeren weerklank heeft gevonden. Het was niet de eerste keer, dat de Hervormde Jeugdraad daarop werd gewezen, en het zal, zolang ze haar eenzijdige koers niet wijzigt, ook niet de laatste keer zijn.

Toch zijn er ook aan de YFC vragen te stellen. Ik wil dat doen vanuit een betrokkenheid met bovengenoemde beginselverklaring, waaraan de YFC zich weet gebonden.

Brug naar de kerken

We noteren dankbaar, dat de YFC een brug naar de kerken wil zijn en dat het doel van de beweging is om jongeren, die het kontakt met de kerk verloren hebben, tot de kerk terug te brengen. Eén van de bepalingen van de YFC luidt: 'Plaatselijk werk dient nergens, wat inhoud en struktuur betreft, de vorm aan te nemen van een kerk of gemeente. Plaatselijke komitees dienen zoveel mogelijk in kontakt te staan met christelijke kerken en gemeenschappen. Waar kontakt met de kerken moeilijk is, zal er toch met groot geduld aan gewerkt moeten worden. Daarom dienen allen die in de YFC samenwerken, kerkelijk, c.q. gemeentelijk meelevend te zijn en daarvan in het bezoeken van de samenkomsten van de kerk - gemeente blijk te geven'. Dat is een positieve instelling ten opzichte van de kerk en de plaatselijke gemeente!

Echter: is dit wel altijd een realiteit? Wanneer er in een gemeente een veelheid van kerken is, waaronder kerken, die met verschillende vormen van YFC moeite hebben, doet men dan toch niet een keuze, en welke keuze doet men dan? Wordt in de keuze ook rekening gehouden met de belijdenis van die kerken en hoe ze daarnaar leren en daaruit leven? Is de YFC, ondanks haar beginselverklaring, toch niet zo breed, dat het zicht op de belijdenis der kerken en op haar eigen beginselverklaring verloren dreigt te gaan? Ik lees in een interview met de leider George Bracks (in: 'In de kracht van de Geest', uitgave Kok, Kampen, blz. 42): 'Met veel kerken (R. Katii., Geref., Herv., Christ. Geref., enz.) hebben wij een inhoudsvol kontakt'. Betekent dat, dat de YFC alle kerken op één en dezelfde lijn stelt? En in de tweede plaats: YFC wil op haar eigen wijze jongeren in aanraking brengen met het evangelie. Dreigt het gevaar niet, dat deze methoden zo ver van de kerk afstaan, dat de YFC straks toch een eigen leven gaat leiden naast de plaatselijke kerk(en)? En daarnaast: YFC heeft ook een greep op veel kerkelijke jongeren. Bestaat het gevaar niet, dat deze jongeren, juist van de plaatselijke gemeente en van bijvoorbeeld het plaatselijk, kerkelijk jeugdwerk weggroeien?

Dit gevaar is niet denkbeeldig, zéker niet als ik George Brucks in bovengenoemd boek het pleidooi hoor voeren voor alternatieve kerkdiensten op de zondagmorgen: één op de traditionele wijze en één voor jonge mensen, die 'graag in een dienst willen discussiëren, die niet tevreden zijn met een monoloog door de dominee, een dienst waarin de jongeren hun enthousiasme kwijt kunnen'.

En in de derde plaats: is de openheid naar de kerken van bijvoorbeeld een van de leiders van YFC, Jan van Capelleveen, vvel zo groot? Ik lees van zijn hand: 'in hun kerkbladen kritiseerden in ieder geval de dominees op de Veluwe, waar zwart nog steeds overheerste als de kleur van de vroomheid, het werk van de YFC' (blz. 8; het betreft hier kerkbladen uit 1946). En: 'nog altijd werd het geloof in Nederland geïdentificeerd met gedragen psalmen, meestal nog op hele noten gezongen', (blz. 10). De opmerkingen had Jjij in dit boekje niet moeten maken.

Evangelisatie

De YFC wil een evangelisatie-beweging zijn voor jongeren, die de weg naar de kerk kwijt zijn, eii dikwijls zó kwijt, dat de officiële kerk geen vat meer op hen heeft. Ik lees: 'Je kunt tegen een jongen uit de subcultuur niet pardoes zeggen: ga je zondag mee naar de kerk? Hij voelt zich daar als een varken in een synagoge. Je moet hem de kans geven te akklimatiseren, de overgang moet geleidelijk zijn, bijvoorbeeld via (...) een koffiebar, een gesprekskring, een Bijbelkring'. Akkoord! In dit Opzicht moeten wij belijden, dat wij dikwijls met talrijke van deze jongeren weinig of geen raad weten. YFC doet 'voorpostenwerk' In dat voorpostenwerk gaat het dikwijls nog maar om de allereerste beginselen en is men aan de vaste sf)ijs nog heel niet toe. Daarom vallen we er niet direkt over, als de vormen anders zijn dan bij ons, als de weg naar de kerk soms moeilijker gevonden wordt dan wij wel zouden wensen. Maar er zijn ook grenzen.

Moeten ook kabaret en mime-groepen (in welke 'onschuldige' vorm ook) dienstbaar zijn aan de verbreiding van het evangelie? Heeft de evangelisatie-arbeid ook niet een eigen Bijbelse stijl en woordgebruik, waarmee men zich verstaanbaar kan maken ten opzichte van ieder ander? En: tenslotte is er ook het werk van de Heilige Geest en mag, wanneer op een eenvoudige, Bijbelse wijze naar vormen gezocht wordt, in de zegen en de kracht van het werk van de Heilige Geest geloofd worden. Ik noteer, dat geschreven wordt (blz. 96), dat de YFC alleen terwille van de vérafgedwaalde jeugd deze 'misschien niet ge­ heel ongevaarlijke, maar aan de andere kant uiterst werkzame factor van het amusement' toelaat. Maar waarom dan jaarlijks vijfhonderd (!) voorstellingen op de scholen?

Tastend

Ik wens de YFC een goed arbeidsveld toe. Tenslotte is Nederland een zendingsland aan het worden, en zijn de velden wit om te oogsten. Maar ik wens de YFC vooral toe, dat ze voorzichtig tastend en zoekend haar weg zal gaan, meer in de geest van de Schrift, dan naar de geest van de tijd. Daarbij zou ik haar grondige studie van de geschiedenis van de kerk willen aanbevelen en met name van wat God ons gegeven heeft in de belijdenis van de Reformatie.

We steken de hand in eigen boezem: teveel is het werk onder 'weggedwaalde' jongeren bij ons verwaarloosd of werd het onder ons afgedaan met een ach en wee. Toch noteer ik ook het goede werk, dat via kerkelijke organen werd en wordt gedaan, met name het werk, van de Inwendige Zending en van de Herv. Geref. Jeugdbond.

Het werk van de verschillende YFC-groepen is per plaats en streek verschillend. Er zijn gemeenten waar de YFC dicht staat bij de plaatselijke kerken. In andere plaatsen heeft de plaatselijke kerk er meer (of veel) moeite mee. Laten kerkeraadsleden, met name zij, die onder de jeugd of in het evangelisatiewerk arbeiden, dit boekje aanschaffen. En zich op de arbeid onder rand-en onkerkelijke jongeren bezinnen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De story van Youth for Christ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's