Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over een komma en nog wat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over een komma en nog wat

Pastorale overwegingen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

3

Nog een komma. Daar is een vraag binnengekomen nog over een andere komma. Niet een komma in de belijdenis van de Kerk der eeuwen, maar over een komma in de Schrift. Sommigen zijn misschien zo bij en gespitst, dat zij het al raden. Deze tekst is namelijk wel meer besproken om de toekomstverwachting van Gods kinderen. Het gaat om de laatste regel van 1 Thess. 4 : 14... 'alzo zal God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, wederbrengen met Hem.' De vraag is, waar plaatsen we hier de komma, achter 'ontslapen zijn', of achter 'in Jezus'? Gaat het er om te prediken het heerlijk vooruitzicht voor allen die in de Heere Jezus zijn ontslapen en straks met Hem wedergebracht worden? Of predikt Pauius hier het vooruitzicht, dat allen, die ontslapen zijn, in Hem wedergebracht worden met Hem? We zullen eerst beide lezingen afzonderlijk bezien.

De eerste lezing

We plaatsen eerst de komma achter de woorden 'in Jezus', dus: alzo zal God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, ...

Dat is en was een heerlijk einde dus voor de gelovigen. Waar het leven van Christus was, zal het sterven gewin zijn. Jammer, dat nogal eens te veel, naar het mij voorkomt, gelet wordt op het einde, of er nog iets gezegd is. Ik dacht dat het belangrijker was en groter voorrecht ook, wanneer het leven een prediking was. Bij ernstige, smartelijke ziekte kunnen de gedachten door medicijnen en verdoving vertroebeld en onhelder worden. Al te gemakkelijk spreken zieken en stervenden dan na wat voorgezegd kan worden. Men huivert soms als men meemaakt, dat mensen, die er zo prat op gaan te strijden voor de zuivere leer, zeer lichtvaardig omgaan met hun verwanten. Een knikje, een half gelispeld woordje is zo gauw ook een grondje. Natuurlijk kan de Heere Zijn kinderen bij het heengaan rijk doen getuigen van de hope die in hen is door genade op de Heere, van de zekerheid bij de Heere thuis te komen, maar dat is niet de grond, dat is niet het beslissende. De Heere is vrij. Maar ik acht het een bijzondere zegen, wanneer men hier en nu, in dit leven, getuigenis heeft gehad door het geloof, dat men Gode behaagde.

Het heengaan van de gelovigen is een ontslapen, het moede hoofd mag worden neergevleid op het Woord Gods, op de borggerechtigheid van de Heere Jezus. Daar is een ontslapen in de Heere Jezus, waarmee uitgedrukt wordt de persoonlijke verbondenheid aan Hem, het - in - Hem - te - leven, het verkeren in Zijn levensgemeenschap, in Zijn sfeer, in leven en sterven.

Alleen moet ik er wel op wijzen, dat dan inderdaad verwacht kon worden 'ontslapen/n Jezus' terwijl er in het Grieks 'dia' staatdoor(middel van), en de kanttekeningen St. Vert, merken ook op, dat de lezing 'door' ook kan.

De tweede lezing

Nu de komma achter 'ontslapen zijn', dus: alzo God degenen, die ontslapen zijn, in/door Jezus wederbrengen met Hem. Dan wordt dus met zoveel woorden gezegd, dat die in vrede zijn heengegaan en afgereisd, straks, als de Heere terugkomt op de wolken des hemels, met Hem in de heerlijkheid zullen delen, naar ziel en lichaam en dus niet zullen achterstaan bij hen, die als de Heere wederkomt, nog in leven zijn op de aarde. Door Jezus zullen ze worden opgewekt, en een verheerlijkt lichaam ontvangen, verenigd met de verheerlijkte ziel. En met Hem, tezamen met Hem gevoerd tot de heerlijkheid, zullen ze genieten met de andere gelovigen de volkomen gemeenschap met God. Alle gelovigen zullen verheerlijkt worden. Daar staat Jezus met Zijn kruis en opstanding borg voor. De opstanding van de ontslapenen is een fase, een schakel in de ketting van Gods heerlijk handelen aan het einde der tijden. En dat alles is aan de Heere Jezus nu te danken, door Hem en met Hem zullen Gods kinderen heerlijk en zalig zijn. De zin is dan wel samengeperst, door die beide voorzetsels, 'door' en 'met', en toch lijkt me deze weergave de meest juiste.

De naam Jezus met grote nadruk

Het valt op, dat Pauius in deze woorden met grote nadruk de naam Jezus noemt, die de Verlosser aanduidt naar Zijn menselijke natuur. Het gaat immers om het sterven en de opstanding van de Zaligmaker als de grond van deze hoop en verwachting, toegepast door de Heilige Geest. Het gaat er om met Hem te zijn verbonden door een waarachtig geloof, alles uit Hem te betrekken. Daar is geen zekerheid der behoudenis buiten Hem om. Een opmerking van wijlen ds. Van Dorp neem ik dan ook nog graag mee. Deze heengegane, eenvoudige, waardige dominee heeft er eens opgewezen, dat zo koud, zo harteloos over de naam Jezus kan worden gesproken. Deze naam kan zo hard, klinken! Hij pleitte ervoor om maar te spreken in grote tederheid en eerbied over de Heere Jezus. Want Hij is en blijft toch Gods Zoon, in het vlees gekomen. Hoe teer is het wonder van Zijn liefde, komst en werk. Hoe heerlijk Zijn gezegende Persoon.

Ik hoop, dat u ook daaraan kennis hebt door het geloof in Zijn naam.

K. a. Z.

W. Chr. Hovius

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Over een komma en nog wat

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's