Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. R. Kranenborg, Transcendente Meditatie, 132 blz., ƒ 14, 90. Uitgave J. H. Kok, Kampen.

Dr. Kranenborg geeft een vrij grondige studie over Transcendente Meditatie (TM). Hij neemt duidelijk afstand van TM, zowel op wetenschappelijke gronden als vanuit de overtuiging, dat TM (in tegenstelling tot wat men ons wil doen geloven) reUgie is. Daar zijn we hem dankbaar voor.

De schrijver, die in 1974 promoveerde op een proefschrift 'Zelfverwerkelijking', waarin hij een aantal Oosterse religieuze stromingen in Nederland behandelt, schrijft met kennis van zaken. Het boek is als volgt van opzet: eerst krijgen we een beeld van wat TM wil zijn. Dan volgt een hoofdstuk over de grote leider van TM, Maharishi Yogi. Daarna gaat de auteur in twee hoofdstukken in op de vraag of TM al dan niet religie is en op de wetenschappelijke pretendes van TM. Het boek besluit met de vraag (en hfet antwoord erop) of een christen TM kan beoefenen.

Wat het al dan niet religieuze karakter van TM betreft, de schrijver zegt: 'TM is een vorm van hindoeïsme, waarin gebruik gemaakt wordt van oude hindoeïstische elementen, die op een moderne wijze gepresenteerd worden' (blz. 71). TM is dus duidelijk religie. De auteur toont dat o.a. ook aan aan de hand van het 'gesprek met de leraar' of het 'persoonlijk onderricht', dat de TMbeoefenaar ontvangt. Dat onderricht is niet anders dan een inwijdingsrite, die religieus van aard is. Verhelderend vond ik ook wat de auteur schrijft over de mantra, de religieuze formule, die iedere TM-beoefenaar krijgt. Die blijkt niet zo uniek te zijn als men wil doen geloven: in werkelijkheid zijn er maar een handjevol mantra's (de schrijver noemt er 16), waaruit de leraar put. Wat de wetenschappelijke pretenties van TM betreffen, zegt de schrijver, dat de bewijzen in het aangevoerde materiaal niet sterk zijn. Het materiaal is eenzijdig en gekleurd en houdt niet voldoende rekening met andere factoren. De motieven van 'afvallers' (40% stopt met TM!) zijn b.v. niet onderzocht.

Voor veel mensen 'werkt' TM wel. Toch stelt de schrijver zich, wat betreft de vraag of een christen TM kan beoefenen, zeer gereserveerd op. Mijnentwege had hij het geheel van de hand mogen wijzen om heen te wijzen naar de rust, die te vinden is in Jezus Christus.

Een goed boek voor hen, die met TM in aanraking komen en er hun vragen over hebben. TM wordt immers gepropageerd onder studenten en scholieren en onder velen in het bedrijfsleven.

H. Veldhuizen

J. M. R. Diermanse: Het fundamentele en het fundament, Over de liern van de christelijke leer, Wever, Franeker 1978, 91 blz., ƒ 9, 90.

In 1974 promoveerde de schrijver aan de V.U. te Amsterdam op een proefschrift waarvan de titel luidt: De fundamentele en niet-fundamentele geloofsartikelen in de theologische discussie (Franeker 1974).

In dit boekje geeft hij de hoofdlijnen uit zijn dissertatie weer, niet alleen beknopt maar ook eenvoudig.

Het raakt regelrecht de kerkelijke praktijk, niet voor het minst die van de Gereformeerde Kerken waartoe dr. Diermanse behoort.

Moeilijk vind ik beknopt de inhoud van het boekje weer te geven. Er wordt zoveel in overhoop gehaald, dat men zich telkens afvraagt: en waar blijft nu het eigenlijke onderwerp; en zie, dan ineens komt het weer voor de dag.

Wie nog weer eens wil lezen hoe er op het moment over het algemeen gesproken theologisch gedacht wordt, in diverse kerken, kan het hier vinden. Het aparte van het boekje is dat het alles wordt toegespitst op de vraag of er ook niet-fundamentele leerstukken bestaan.

Ik heb de indruk dat voor de schrijver niets fundamenteel is maar diverse geloofsinzichten op een bepaald ogenblik, dank zij de situatie, fundamenteel kunnen wórden.

Ik hield bij het lezen van het boekje tientallen vragen en bedenkingen over. Ook bij Diermanse lijkt het te gaan om een anders zeggen van wat door de kerk beleden wordt, terwijl toch niet verhuld kan worden dat er wat anders gezegd wordt. Wie zoals hij meent dat de waarheid telkens opnieuw gevonden moet worden, nl. in de ontmoeting met de levende God, stelt zich buiten het belijden van de kerk van alle eeuwen en maakt zich horig aan wisselende filosofische en theologische inzichten. De schrijver meent zich op Calvijn en Bavinck te kunnen beroepen, maar naar mijn gevoelen heeft hij met de laatste weinig en met de eerste niets gemeen.

K. Exalto

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's