Woord en Geest in de Gelovige

2

'Zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods', zo lezen wij in het hoofdstuk van den Heiligen Geest, Romeinen 8, vers 14. De leiding van den Heiligen Geest in het leven van de christenen, met zijn bonte verscheidenheid, is niet zo eenvoudig na te gaan en onder woorden te brengen. Zomin als de bemoeienis van de engelen, die tenslotte ook uitgezonden worden tot dienst dergenen, die de zaligheid beërven zullen. Er wordt in de Schrift zelfs gesproken van de engelen der kleine kinderen, die altijd zien het aangezicht van God de Vader. Mattheüs 18 : 10. Laten wij ook hun leiding en bescherming niet onderschatten en wij moesten daar veel meer bij leven!

De leiding van de Geest

Maar de leiding van den Heiligen Geest gaat daar natuurlijk ver boven, omdat ze Goddelijk is. Goddelijk ook in dezen zin, dat ze gedaan wordt naar Gods raad en naar de genade, die in Christus Jezus is. Zo kan de Heilige Geest leiden in de wegen van Gods voorzienigheid waarin de raad Gods volvoerd wordt. Men lette dan wel op de omstandigheden, waarin men verkeert: de plaats waar men woont, het gezin waaruit men geboren wordt, het milieu waarin men opgroeit, de opvoeding en het onderwijs dat men meekreeg, de gaven en de aanleg, die men heeft en de mogelijkheden, die zich voordoen. Al deze dingen bepalen voor een goed deel onze levensloop. Daarin kan men bepaald de leiding van God zien over iemands leven. Daarbij komen verstandelijke aanleg, karakter, ijver, toewijding, volharding, uithoudingsvermogen, durf, die te zamen voor een goed deel het welslagen van iemands leven uitmaken. Daarin is natuurlijk van stuk tot stuk Gods hand, die dit alles gaf. En dan zeggen de mensen: 'Men moet geluk hebben, of men kan maar ongelukkig zijn'. En dit nu juist, een soort lotsbeschikking wijzen wij af. Voorspoed of tegenspoed, die bij al de genoemde dingen komen, noemen wij de leiding van Gods voorzienigheid, waardoor Hij gezondheid en ziekte, of zwakte, rijkdom en armoede, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, ja alle dingen niet bij toeval, maar van Zijn vaderlijke hand doet toekomen. Dit leert niet alleen in voorspoed dankaar en in tegenspoed geduldig zijn, maar vooral op Gods hand, op Zijn daden merken. Dan gaat men Zijn leiding in het leven van zich en anderen opmerken en daar eerbiedig voor buigen. Naar de mate men op God zijn vertrouwen leert stellen, in tegenspoeden zo goed als in voorspoeden, naar die mate gaat men Zijn leiding zien, gaat men zich ook aan Zijn leiding overgeven, gaat men Hem in Zijn leiding volgen. En al volgend ontdekt men de Geest, Die leidt.

Uiteraard neemt bij de leiding door den Heiligen Geest het Woord en de bediening van het Woord de grote plaats in. Het Woord, geïnspireerd door den Heiligen Geest aan de heilige mannen Gods, profeten en apostelen, richters en dichters, is natuurlijk het middel, waardoor de Geest de Zijnen leidt, weerhoudt van wegen te gaan, anderzijds dringt om wegen te gaan, beslissingen te nemen, daden te doen, hun leven te richten en te leven. Naar artikel 24 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis wederbaart het geloof, in den mens gewrocht zijnde door het gehoor van het Woord Gods en de werking des Heiligen Geestes, hem en maakt hem tot een nieuwen mens, en doet hem leven in een nieuw leven, en maakt hem vrij van de slavernij der zonde'. Hieruit ontstaat naar artikel 24 'een vroom en heilig leven'.

Dat wil dus zeggen, dat 'n veranderde levensrichting wordt ingeslagen - dat is dus de beslissing, de keuze - maar dat ook het hele leven door den Geest Gods geleid wordt! Tot dit alles werkt het woord, als dat gelezen wordt, als dat indachtig gemaakt wordt, of als dat in de prediking verklaard wordt. Daariii geeft de Heilige Geest aanwijzingen, daarin stuwt en stimuleert de Geest, daarin weerhoudt de Geest, kortom Hij heeft en geeft de leiding aan het leven. Dat betreft de persoonlijke staat of stand in het geestelijke leven, dat betreft evenzeer 't natuurlijke leven. Levensleiding in kerkelijke gang of kerkelijke keuze, in beroepskeuze en in de uitoefening van het beroep, in eerlijkheid, in oprechtheid, in waarheid, in ijver, in prestatie, in eer en goede naam, eveneens in keuze van levensgezel of gezellin, in de bouw van het gezin naar Gods Woord en Wet, in de opvoeding, in de keuze van woonplaats en zoveel dingen meer, die het leven met zich brengt. Over dat brede vlak van het leven geldt: 'Zovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods'. Anders gezegd: ' De Heere betoont Zijn welbehagen aan hen, die need'rig naar Hem vragen, Hem vrezen. Zijne hulp verbeiden en door Zijn hand zich laten leiden'. De Geest kan door een bepaalde tekst leiding en aanwijzing geven, zowel wat het geestelijke leven betreft, als wat het natuurlijke leven betreft, maar dan moet men wel goed letten op de vergelijkbaarheid van de plaats en de omstandigheden waarin zo'n woord in de Schrift voorkomt en die, waarin men zichzelf bevindt. Een waarheid moet passen op het geval! God zegt nooit luk-raakse dingen en geeft aan een Schriftwoord geen andere betekenis dan dit woord in de bijbel heeft. Hij geeft er ook geen andere strekking aan, dan dit woord in die plaats wil zeggen.

Het leven op waarheden brengt mij op een vaster spoor, als ik de nadruk wil leggen op de verkondiging van het Woord en de kennisneming van de leer der Schriften, waartoe een bekwame en gestadige verkondiging de mensen kan en wil brengen. Daardoor ontstaan vaste en wel onderlegde christenen, door Gods Geest in het geheel van de Schrift geleide mensen tot een gefundeerder kennis van den drieënigen God: dit worden mensen, die God als hun Vader kennen, Christus als hun Borg, den Heiligen Geest als hun Leidsman en Bezegelaar. Nu komt het geloofsleven en ook het gewone leven in kerk en school, in maatschappij en gezin in het vlak van het kindschap Gods te liggen. Men is geen knecht, maar een kind van het huis. Het werk wordt niet meer zo zeer dienst, maar liefdewerk. Men is bij alles meer betrokken geraakt: 'S Vaders zaak in de zaak van de kinderen. Men leeft in de kerk en op deze aarde als erfgenaam, 's Vaders eer is zijn eer geworden, 's Vaders zaak zijn zaak. Dan heeft men ontvangen niet meer de Geest der dienstbaarheid, wederom tot vreeze, maar de Geest der aanneming tot kinderen, door Welken men roept: 'Abba - Vader, lieve Vader'.

Dat neemt niet weg, dat daarom de weg niet geleid kan worden door diepten, door smarten , door ziekten, door verliezen, door smaad, door tegenspoeden. Juist in de leiding van den Geest Gods, wordt het kindschap zo beproefd en blijven de Vaderlijke kastijdingen niet uit. En de mens blijft mens zolang hij op deze aarde is, ook de christenmens is en blijft een zondig mens. Zo kan de weg van de Heilige Geest een woestenreis zijn, van wel veertig jaren! Erfgenaam van het koninkrijk, erfgenaam van de aarde en toch vreemdeling en toch bijwonen. In dit Mesech der vreemdelingschappen! Gods kind krijgt geen twee hemelen.

Hij wordt hier maar geoefend, om hier niet thuis te zijn, hij wordt hier maar geoefend om eenmaal thuis te komen. In dit leven wordt Romeinen 7 het leven, Romeinen 8 de kracht. En Romeinen 8 is het hoofdstuk over de leiding door den Geest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen