Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kinderen en erfgenamen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kinderen en erfgenamen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God en medeërfgenamen van Christus; ...'! (Rom. 8 : 17)

De Heilige Geest is vaardig geworden over de discipelen van Christus. Door hen getuigt de Heilige Geest van Gods grote daden. Door hen overtuigt de Heilige Geest van zonde. Door middel van hun prediking schrijft de Heilige Geest onze verdoemelijkheid op de bodem van ons hart. Verdreven uit het paradijs van God! Waarom? Wij hebben God op 't hoogst misdaan. Wij zijn van 't Heilspoor afgegaan. Ja, wij en onze vaad'ren tevens.

Daardoor zijn we in de eerste plaats God kwijt. In de tweede plaats: het paradijs. Door onze zonde hebben we het kindschap Gods en het paradijs verspeeld.

Welnu, zo leven wij: zonder God in de wereld, buiten het paradijs. Wat wordt er nu door ons geklaagd en gekermd. Duizend zorgen, duizend doden kwellen mijn angstvallig hart. Staks opent de afgrond zich onder ons en vallen wij de vader de duivel voor eeuwig in de armen en ontvangen wij de ergernis, die voor de duivel en zijn engelen bereid is. Dat zou naar recht zijn.

Nu is evenwel de eniggeboren Zoon van God naar onze gevallen en gebroken wereld gekomen om ons van onze ellende te verlossen. De Vader verbrak de band met Zijn Zoon, opdat wij tot kinderen Gods zouden worden aangenomen. Door de prediking van het Woord schenkt God ons Zijn Heilige Geest. Dat is de Geest der aanneming tot kinderen door welke wij zeggen: Abba, Vader.

De Heilige Geest schildert ons in de prediking Christus voor de ogen. Van God verlaten Geen kind meer. Dat hebben wij verdiend. Wi'j ontvangen straf waardig hetgeen wij gedaan hebben.

Mag ik u uitnodigen om mee te belijden en te getuigen? Sterker nog: wij dringen er met alle klem bij u op aan om in alle ernst nu voor Gods aangezicht te belijden: Heere, ik heb het verdiend, dat u mij verstoot en verwerpt. Wat nog meer is: de Heilige Geest zet u op de zondaarsbank aan de voeten van Christus. Zie dan in Hem, wat u bij de Wet verdiend hebt. De dood en de hel! Maar hier in mijn en in uw nood en dood neemt de Heilige Geest de weldaden van Christus om ze u en mij deelachtig te maken. Eer we nog maar roepen, antwoordt de Heere in Zijn genade. Luister maar: Jezus roept en Hij is de Christus, de Zoon van de levende God: het is volbracht.

God vergeeft ons genadig al onze zonden.

God neemt ons aan tot Zijn kinderen. Nu mag u het weten, zo getuigt de Heilige Geest door het Woord, God is om Christus' wil ook uw God en uw Vader.

En indien, wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen. God onterft ons niet. God zet ons niet als een Ismaèl buiten de deur. Hoe is dat nu toch mogelijk? Wij zijn toch maar aangenomen kinderen? God is toch niet verplicht om ook ons in de erfenis te laten delen?

Nee, op geen enkele wijze. Als God ons dan toch in de erfenis laat delen is dat enkel genade. Dat is allleen om de vrije gunst. Die eeuwig Hem bewoog. Dat is nu Zijn welbehagen. Zo heeft God het beschikt. Hij neemt ons niet alleen tot Zijn kinderen aan, maar ook tot Zijn erfgenamen. De Heilige Geest verkondigt ons deze beloften Gods in het Woord. Hij betekent en verzegelt deze in de Heilige Doop. Als wij gedoopt worden in de Naam des Vaders, zo betuigt en verzegelt ons God de Vader dat Hij ons tot Zijn kinderen en erfgenamen aan­ neemt.

Wat houdt dat nu in om erfgenaam van God te zijn? Wat houdt de erfenis eigenlijk in? De moordenaar en wij, die in onze ellende tot de Heere uitgedreven worden, mogen het horen: Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn. De gemeenschap met God wordt hersteld. Er staat nu niets meer tussen God en ons hart. Wat ons van God gescheiden hield heeft Christus uit het midden weggenomen. Die herstelde gemeenschap is hier reeds werkelijkheid door de Heilige Geest. Toch is dit de volledige erfenis nog niet. De Heilige Geest is het onderpand van onze erfenis. De vooruitbetaling! De Heilige Geest is het onderpand van onze erfenis. De vooruitbetaling! De Heilige Geest geeft ons hier reeds de voorsmaak van het paradijs Gods. De vooruitbetaling doet ons uitzien naar de totale erfenis. De voorsmaak smaakt naar meer. Het is waar, we hebben hier de erfenis nog niet. Maar dit mogen we wel weten: indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God en medeërfgenamen van Christus. Wat Christus nu reeds mag bezitten mogen wij straks met Hem

bezitten. Hij is in de heerlijkheid van Zijn hemelse Vader. Legioenen van engelen zingen Gode lof. De juichtonen vullen de hemelse gewelven. Straks mogen wij daar komen, waar niemand meer zal zeggen: ik ben ziek. Daar zal geen moeite meer zijn. Geen rouw, geen gekrijt, geen nood, geen dood, geen zonde, geen duivel, geen bestrijding, geen aanvechting. Daar zal God alle tranen van de ogen afwissen.

Hier worden nog heel wat tranen geschreid. Hier zucht het ganse schepsel als in barensnood tot nu toe. Hier ziet de schepping en het schepsel uit naar de openbaring van de heerlijkheid Gods. Ook wij, die de eerstelingen van de Geest hebben. Dat wil zeggen: ook wij, die de vooruitbetaling van de erfenis van God reeds hebben ontvangen, zuchten onder al het lijden van deze tegenwoordige tijd.

Paulus noemt dat een mede-lijden met Christus. Dat wil niet zeggen dat wij medelijden hebben met Christus. Nee, aangezien wij van Christus zijn en in Christus zijn is ook het lijden een gemeenschappelijke zaak geworden. Ons lijden in deze wereld is een lijden met Christus. Dat is tegelijkertijd onze troost. Hij was in al onze benauwdheden benauwd. Ja, zo is Hij ook vandaag bij ons als onze medelijdende Hogepriester. En zo zeker als wij nu met Hem lijden, zo zeker zullen wij ook straks met Hem verheerlijkt worden.

Die hoop moet al ons leed verzachten. Komt reisgenoten, ' t hoofd omhoog. Voor hen die ' t heil des Heer en wachten zijn bergen vlak en zeeën droog. O zaligheid niet af te meten. O vreugd, die alle smart verbant. Daar is de vreemdelingschap vergeten en wij, wij zijn in ' t vaderland.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Kinderen en erfgenamen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's