Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De begrafenisdienst (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De begrafenisdienst (3)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meer dan één predikant of ouderling acht het leiden van de begrafenisdienst een van de zwaarste taken waarvoor hij in zijn ambtelijk werk komt te staan. Het kan zijn dat het verdriet zo groot is bij de nabestaanden dat de gesproken woorden daar tegen afstuiten - althans voor het besef van de spreker is het dan zo dat hij de bedroefde familie in het geheel niet kan bereiken. Maar het komt ook voor dat een sterfgeval nauwelijks beslag schijnt te leggen, dat er gezegd moet worden: de vreze des doods is blijkbaar uit deze familie-en kennissenkring geweken. Er ligt een belofte in de Schrift dat de Heilige Geest te spreken zal geven wanneer het nodig is. Dat ziet wel allereerst op het getuigenis voor rechters en overheden - maar het is toch ook voor ambtsdragers telkens weer een pleitgrond om op terug te vallen. Voor het leiden van een begrafenisdienst of het brengen van een rouwbezoek is biddende voorbereiding van de grootste betekenis.

Over het algemeen zal degene die de begrafenis heeft te leiden tweemaal spreken. Eerst in de kleinere familiekring, vervolgens in de rouwdienst (zo zou het principieel juist zijn) of voor een gemengd gezelschap in de aula of in de open lucht (zo is het meestal in de praktijk). Is dit nu dubbelop? Is het gevaar van zinloze herhaling dan niet onontkoombaar? Ik dacht het niet. Zowel in de famihesamenkomst als in de bredere kring van de gemeente gaat het er om dat Gods Woord klinkt. Maar in de toonzetting en uitwerking van het gesproken Woord en van het tekstgegeven, zal er toch een accentsverschil zijn.

In de familiekring

In de beslotenheid van de naaste familiekring zal het Woord allicht op bijzondere wijze toegespitst en geadresseerd zijn. Van grote betekenis is dan ook het pastorale kontakt dat aan de begrafenis vooraf gaat, het gesprek of de gesprekken die met de achterblijvende man, vrouw, ouders of kinderen zijn gevoerd. Uit die gesprekken zal het immers duidelijk kunnen zijn geworden welke plaats de overledene innam binnen de familiekring. En ook: welke vragen zijn of haar overlijden bij de familie heeft wakker geroepen. Is er sprake van doffe berusting: 'het is nu eenmaal geen mens die het je aandoet'? Of juist van felle opstandigheid: 'waarom moest dit nu net óns weer treffen? Hij of zij kan toch niet gemist worden!' Misschien komen allerlei schuldgevoelens los: 'kon ik dit of dat nog maar goedmaken, heb ik hem of haar wel goed genoeg verzorgd, hebben we hem wel ooit goed begrepen'. Er kan sprake zijn van een martelende onzekerheid over de bestemming waar de gestorvene inmiddels voor eeuwig is aangeland, maar soms klinkt het ook heel oppervlakkig: 'ach, hij is gelukkig uit zijn lijden verlost' of wat onverschillig 'die tijd komt nu eenmaal voor ons allemaal een keer’.

Ik stel me voor dat de pastor (ouderling) op rouwbezoek niet al te veel zal kunnen-en ook niet zal behoeven te - zeggen. Er kan een drukkende stilte zijn, een beklemmend zwijgen. Toch wordt dat over het algemeen wel

doorbroken wanneer het verhaal hóe het overlijden plaats greep nog eens kan worden verteld. Daarbij komen reeds verschillende emoties aan de oppervlakte die de pastor door het stellen van gerichte vragen nog meer aan het licht kan krijgen. Het zal voor de rouwdragenden immers al wat verlichting geven wanneer ze helderheid krijgen omtrent hun eigen gevoelens en uiting kunnen geven aan de emoties. De predikant zal door dit gesprek vaak al op een bepaald spoor worden gezet voor wat betreft de tekstkeus en de uitwerking van de toespraak. Hij zal met name in deze kleinere kring heel gericht willen ingaan op de bepaalde vragen die daar en op dat moment leven - maar dan er op ingaan vanuit het Woord Gods. Wat is het een voorrecht dat ambtsdragers (nietige vertroosters die ze zijn!) niet met lege handen worden uitgezonden, maar met het Woord in de hand. En Gods Woord is altijd ter zake, het is altijd van toepassing, hóe de levenssituatie ook maar is.

Biografische schets?

De vraag kan worden gesteld of het goed is de meditatie in de familiekring te doen voorafgaan door een korte levensbeschrijving en typering van de overledene. Een biografische schets dus, een gesproken 'in memoriam'. Klaus en Winkler breken daarvoor een lans in hun eerder genoemde werk 'Begrabnis-Homiletik'. Het voordeel daarvan is dat de prediker de gemeente daar ophaalt waar zij zich in feite bevindt, namelijk bij de gedachtenis aan de dode. Daar is in die uren van rouw de familie mee bezig en de voorganger sluite zich daar bij aan om zo vervolgens zijn toehoorders als aan de hand mee te voeren naar de tekst en wat deze te zeggen heeft. Mijns inziens is hier inderdaad veel voor te zeggen, hoewel hei bepaald niet zonder gevaren is. Nogmaals zij in dit verband gewezen op de waarschuwing van onze vaderen tegen de lijkpredikaties. Maar wat kan er op tegen zijn dat de pastor begint met iets te vertellen van zijn eigen ontmoetingen en gesprekken met de overledene? Wellicht kan ook bij de keuze van het tekstwoord worden aangesloten bij wat met de overledene op het ziekbed en gedurende de laatste uren besproken is.

Het Woord in de rouwdienst

In de samenkomst van de gemeente - of althans in de samenkomst die een meer algemeen en openbaar karakter draagt - zal altijd weer de hoofdlijn moeten worden aangegeven van wat de Schrift zegt en de Kerk belijdt over leven en dood. Het gesprokene zal hier allicht een meer objektief karakter dragen dan het meer meditatieve, persoonlijk getinte woord in de familiekring. Dikwijls zal het nodig zijn bijzondere aandacht te geven aan de verstaanbaarheid van de verkondiging in deze kontekst. Vaak zullen er buitenkerkelijken en randkerkelijken onder het gehoor zijn. Dat geeft een bijzondere gelegenheid om helder uitéén te zetten hoe rijk de christelijke belijdenis is, ook in het aangezicht van de bittere en onontkoombare werkelijkheid van de dood. Het is daarnaast een mogelijkheid (die ook zeker dient te worden aangegrepen) met ernst aan te wijzen dat wij als mensen-kerkelijk of niet - eikaars medereizigers naar de eeuwigheid zijn die in ons sterven de grote Rechter gaan ontmoeten. De leer van de twee wegende één eindigend in eeuwig behoud, de ander in eeuwig verderf-behoort tot de grondstukken van de christelijke prediking, juist ook in missionaire en evangelisatorische situaties. Hiermee wil ik een pleidooi voeren voor het waarschuwende element in de begrafenispreek, ook tegenover 'degenen die buiten zijn', mits maar verbonden aan een duidelijke vertolking van het positieve christelijke belijden: 'ik geloof de vergeving der zonden, wederopstanding des vleses en het eeuwige leven'. Dit alles sluit overigens niet in dat er over de hoofden van de bedroefde familie heen alleen maar tot de omstanders moet worden gesproken - zó dat de^predikant aan het eind van zijn toespraak ineens schijnt te ontdekken dat daar ook nog (bijvoorbeeld) een bedroefde weduwe zit. Het gepredikte Woord zal altijd weer allereerst een handreiking bieden aan de nabestaanden door hen te wijzen tot Wie ze mogen heengaan met hun verdriet-die God hen ook de kracht wil schenken voort te leven en verder te gaan ondanks het gevoelige verlies dat geleden werd.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De begrafenisdienst (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's