De wedloop van het geloof
En een ieder die om prijs strijdt, onthoudt zich in alles. Deze dan doen wel dit, opdat zij een verderfelijke kroon zouden ontvangen, maar wij een onverderfelijke. 1 Kor. 9 : 25
In bovengenoemde tekst tekent de apostel Paulus het leven van het geloof onder het beeld van een wedloop. Bij de sportwedstrijden gaat'het om het winnen van een prijs. De prijs is een verderfelijke kroon of erekrans. Een vergankelijke medaille van goud, zilver of brons. Daar zet men zich voor in. Daar heeft men heel wat voor over.
Bij de wedloop van het geloof - de enige wedloop, die echt zin en waarde heeft, eeuwigheidswaarde - gaat het om de onverderfelijke kroon van het eeuwige leven. De volkomen verlossing naar lichaam en ziel van alle nood en dood. De eeuwige vreugde bij God in de glorie van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die wij verwachten.
Hoe groot is het goed, dat de Heere heeft weggelegd voor die Hem vrezen. De kroon, die de Heere zal geven aan allen, die de goede strijd van het geloof ten einde toe gestreden hebben, is geen zelfverdiende kroon op grond van eigen prestaties, inspanning en verdiensten. God geeft Zijn volk de onverderfelijke kroon uit louter genade, om de verdiensten van Christus.
Hij kroont Zijn eigen werk in hen, het werk van geloof, hoop en liefde. Daarom zingen zij: wij steken 't hoofd omhoog, en zullen d' eerkroon dragen, door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen.
De apostel vermaant om zo te lopen, dat men de prijs verkrijgt. Het voorbeeld van de sportmensen, die zich van alles wat schadelijk voor hun conditie is, onthouden en die maar één doel voor ogen hebben nl. het winnen van de prijs, moet inspireren en dringen om zich te onthouden van alle zonde, van alles wat schadelijk is voor de loop van het geloof.
Lopen wij in de loopbaan van het geloof? Of zijn wij slechts min of meer belangstellende toeschouwers? Waarvoor lopen en draven wij? V/aarnaar jagen wij? Rennen wij voort onder gesel van allerlei begeerten, die, zo zij vervuld worden, toch ons hart niet kunnen verzadigen? Dan wordt u van Godswege een halt toegeroepen. Het is een dodenren, een rampzalige loop. Zou Gods stem heden hoort, verhardt u niet, maar laat u leiden.
Wanneer de Heere door Zijn Woord en Geest ons onweerstaanbaar gaat trekken, onze ogen opent voor het klatergoud van de wereld, voor ons diep schuldig en verloren bestaan, voor Christus, het Lam Gods, Wiens bloed reinigt van alle zonden, voor de belofte van Zijn onvergankelijk Koninkrijk, dan gaan we lopen om ons levens wil om de prijs van de onvergankelijke kroon van het eeuwige leven.
De wedloop van het geloof staat en valt met Christus, de grote Voorloper, met de kennis van Hem, de volkomen Zaligmaker. Hij zegt: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Alleen door het geloof met Hem verbonden, in de troost en de kracht van Zijn genade en Zijn Geest kunnen wij de wedloop van het geloof lopen en volbrengen.
De wedloop van het geloof, de hoop en de liefde, onder aanvuring van de Heilige Geest is een zalige loop. Geen gemakkelijke loop. We worden vaak opgehouden door lasten, die ons neerdrukken en door de zonde, die ons omringt en in ons woont. De duivel ziet die loop niet graag en de wereld zet ons de voet dwars, waar ze maar kan. Kortom, er zijn verhinderingen genoeg. En hoe zwak is onze moed, en hoe klein is onze kracht. Maar het is Isrels God, die krachten geeft, van Wie het volk zijn sterkte heeft. Hij geeft de moeden kracht en de moedelozen moed. Die de Heere verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugels, gelijk de arenden; zij zullen lopen en niet moe worden, wandelen en niet mat worden. (Jes. 40).
Het parool luidt: niet vertragen, niet verslappen, niet moedeloos worden, maar lopen om uws levens wil, om de prijs van de onverderfelijke kroon. Lopen met volharding. Laat ons afleggen alle last en de zonde, die ons licht omringt en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is, ziende op de overste Leidsman en Voleinder van het geloof, Jezus, Die voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand van de troon van God. (Hebr. 12).
Hij belooft: Die overwint, Ik zal hem geven; met Mij te zitten in Mijn troon, gelijk Ik overwonnen heb, en ben gezeten met Mijn Vader in Zijn troon. (Openb. 3).
Niet stilstaan, maar lopen en bidden: Maak in Uw Woord mijn gang en treden vast. Het zal wat zijn eenmaal, als de loop volbracht is, de kroon uit de hand van onze Koning en Zaligmaker te ontvangen. Dan zullen al Gods kinderen in eeuwige aanbidding hun kronen neerwerpen voor de troon van God en het Lam, want de zaligheid is van God, Die op de troon zit en het Lam.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 1978
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 1978
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's