Als een briesende leeuw

Nuchter zijn. Ieder die dit leest, zal wel ongeveer weten wat we daarmee bedoelen. Toch gebruiken we het woord in verschillende betekenissen. Als u nuchter bij de dokter moet komen dan weet u dat dat betekent: ik mag niets gebruiken, niets eten, niets drinken voor ik bij de dokter kom.. En bent u na een hele avond feest vieren nog nuchter, dan wil dat zeggen: ik heb geen alcoholische drank genomen. Nuchter. Dat kan zelfs betekenen: saai, vervelend. En de nuchtere waarheid is de waarheid u Zonder omwegen en omhalen verteld.

Zijt nuchter, schrijft Petrus aan de vreemdelingen overal verstrooid en zwaar onder druk vanwege de belijdenis van Christus' Naam. Maar dan bedoelt Petrus geen van genoemde betekenissen. Het waren geen alcoholisten die hij tot matiging aanspoort. Ook wil hij ze niet tot vasten en verdere beperkingen, op hun eetgewoonten aansporen. Dat is hier helemaal niet in het geding. Ook wekt hij ze niet op tot koelheid en ongevoeligheid onder al het leed dat over hen komt. Hij heeft wat dat betreft net wel wat anders gezegd: Werp al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u. Dat is wat anders dan koele berusting in het onvermijdelijke.

Nee, de oproep tot nuchterheid en tot waakzaamheid staat hier in duidelijke relatie tot de steeds dreigende verslinding door de grote tegenpartijder, de duivel.

Hij is de tegenpartij die steeds rondgaat. Nuchterheid is daarom geboden. Het wil zoveel zeggen als: ees attent, op uw hoede. Wie een boerenerf op moet, waar een gevaar-.lijke hond hem bedreigt, gaat het veiligste door steeds de blaffende hond in de ogen te zien. Niet bang zijn, niet aarzelen. Zijt nuchtci ten aanzien van uw tegenpartij, de duivel, • wil Petrus zeggen. Laatje niet inpakken door zijn verleidende kunsten. Ga niet in op zijn lokkende gunsten. Zijt nuchter. Houd hoofd en hart koel. Weiger zijn verdovende drankjes, hoe onschuldig ook verpakt. Nuchter zijn. Het valt op dat juist Petrus dat drie keer schrijft in zijn brief. Juist hij, die in zijn vroegere jaren zelden nuchter was en zelden nuchter reageerde. Nu hij bekeerd is, versterkt hij daaromjuist zo zijn broeders (Lucas 22 : 32). Zijt nuchter én waakt! Deze woordverbinding komt u meer tegen in het Nieuwe Testament. Waken. Daar sprak Christus Zelf over. Waakt dan! En hetgeen Ik u zeg, zeg Ik allen: aakt! Zalig die dienstknechten die de Heere als Hij komt, wakende zal vinden. En Paulus heeft er meerdere keren toe opgeroepen. Slapen doen de kinderen van de duisternis. Maar wij, die van de dag geworden zijn, hebben te waken. Waakt. Dat is een kenmerk van de kinderen des lichts (1 Thess. 5 : 1-11). Zij zijn ontwaakt. Uit de diepe slaap des doods. De slaap van de geruste. Wakker geschud en wakker geroepen door de wekker van het levende Woord Gods. De stem van de Zoon van God wekte uit de slaap. En riep tot het leven. Tot hen klinkt het apostolisch vermaan in de nood der tijden: ijt nuchter en waakt! In de nacht die over de wereld hangt en valt, gaat uw tegenpartij voortdurend rond. Hij slaapt geen moment. Hij doet geen oog dicht. Uw tegenpartij, de duivel. Zijt nuchter en waakt, want. Er is oorzaak.om te waken. Want uw tegenpartij. De gemeente Gods heeft een tegenpartij. Dat woord wil eigenlijk zeggen: e aanklager in het gericht, de tegenstander in een proces. De weduwe uit de gelijkenis vraagt dag voor dag haar onrechtvaardige rechter: oe mij recht tegenover mijn wederpartij. Dat is de persoon die altijd tekeer gaat tegen mij. Hij is steeds anti. Dat zit in zijn naam . Hij is: nti. Tegen God en daarom tegen uw zaligheid. Hij is tegen Christus en daarom tegen allen die van Christus zijn. Tegenpartij. Zeg me wie uw tegenpartij is en ik zal u zeggen bij welke partij u hoort. Tegenpartij en partij. Omdat Christus Zich een gemeente vergadert, daarom is hij er. De tegenpartij leeft bij de gratie van de partij. Tegen het recht, staat er letterlijk. Satan is* tegen het recht van God. Hij is de wetteloze, de ongerechtige. Tegenpartij. Wie niet meer van zijn partij is, krijgt hem tegen.

Van welke partij bent u? In de wereld is in wezen slechts een twee-partijen stelsel. En slechts één partij kan ik u aanbevelen. Jezus' stemadvies luidt: zoekt eerst het Koninkrijk van God. Dan krijgt u de partij van de duivel tegen. Uw tegenpartij, de duivel. Diabolos, staat er. Lasteraar, spotter. De lezers van Petrus' brief ondervinden zijn haat aan den lijve. Houdt u niet vreemd over die hitte, zegt Petrus. Dat hoort er bij. Want uw tegenpartij is de diabolos. En die zit niet stil. Hij is altijd in de weer. Er staat: hij gaat om, hij gaat rond. En als het rondgaat, zeggen we weleens, dan krijgt ieder een beurt. Dat is hier ook zo. Voor wie hij de tegenpartij is geworden, heeft hij de nodige pijlen op de boog. Hij gaat om. Waars hij maar iets ontdekt van het werk Gods in een menseleven, daar wordt hij actief en gaèt hij er • op af. Waar maar iets licht van de Geest valt, komt hij het doven. Hij gaat om. Overal komt hij en overal vertoont hij zich. Hij is actief in de 'tenten der goddeloosheid'. Maar niet minder in 'de voorhoven des Heeren'. Hij is wel de meest trouwe kerkganger genoemd. Hij zit naast u in de kerkbank. Hij staat naast me op de preekstoel. Die tegen-partij. Altijd gaat hij maar rond. Hoe dan? In welke gestalte? Hoe doet hij zich voor? Petrus kiest hier het beeld van de briesende leeuw. Hij citeert hier waarschijnlijk een woord uit Psalm 22 (vs. 14). Daar klaagt David over vijanden die hun mond tegen hem hebben opengesperd, als een verscheurende en brullende leeuw. Eenleeuw die brult, heeft honger. Wie hem in de dierentuin weleens heeft gehoord, rilde van ontzetting. Je zou hem in het wild zo eens tegenkomen, zeggen we dan. Wel, de gemeente Gods komt hem als een wilde dagelijks tegen. Hij gaat immers rond. Op zoek naar prooi. Wie hij zou mogen verslinden, staat er. Hij heeft altijd trek. Vooral schapen. Dat is zijn lievelingskost. De schapen van de Goede Heder. Die wil hij verslinden. Zijt Nuchter en waakt, roept de apostel tot l]en uit. Kohlbrugge kiest dan het prachtige beeld van de wolf die 's nachts rond de schaapskooi loopt te snuffelen. Hij gaat om en hij zoekt en hij blijft zoeken of er niet ergens een plank loszit aan de schaapskooi waar hij zijn snuit door kan steken om een schaap te pakken te krijgen. Zo gaat hij, om. Vooral rond de schaapskooi. Hij zoekt. Met list en sluwheid. Met duivelse opzet. Hij gaat

vooral daar rond, waar de Zaligmaker ook rondgaat. Waar de Zaligmaker omgaat om te zoeken naar wat verloren is, gaat satan rond om te zoeken wie hij verslinden mag, . Als een briesende leeuw. In die gedaante maakten de lezers van deze brief kennis met de diabolos. Onder ons gaat satan veelmeer rond met 'zijden muiltjes' aan zijn voeten, zoete vrome woordjes sprekend. Maar zijn opzet is het-. zelfde: verslinden. Hoe kunnen we uit zijn greep komen? Alleen door de hand van Hem die deze machtige zijn vangst ontnomen heeft.

Die sterker dan hij bleek. Door u te wenden tot Christus. En mocht u zijn eigendom zijn geworden, het zij u tot troost: niemand kan de schapen uit Zijn hand rukken. Dat geeft geen aanleiding tot indommelen. Nee» zijt nuchter en waakt. Omdat Christus heeft gewaakt, toen de briesende leeuw in Getsemané's hof hem zocht. Gewillig liet Hij Zich binden. Als een Lam. Zo overwon dit Lam deze leeuw.

Het is in de natuur altijd anders. Geen lam wint het daar van een leeuw. Maar we hebben het hier dan ook over de genade. Het Lam overwon deze leeuw. Zo bleek het Lam Gods tevens te zijn de Leeuw uit Juda's stam. Datis Hij nog. Zo staat Hij aan de rechterhand des Vaders. Leef dicht bij Hem. Houdt u kort tegen Hem aan. Dan kan de duivel er nooit tussen komen.

Zijt nuchter en waakt!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen