Prediking en geestelijk leven
Pastorale overwegingen
(1)
Buitenkant en binnenkant
De laatste weken zijn enige vragen bij die ik reeds had mij toegezonden, die vooral de verhouding prediking en geestelijk leven raken. 'Moet er in de prediking niet gesproken worden over de toeleidende weg? ' Moet men in de prediking niet kunnen horen hoever men al of niet gevorderd is op de weg der zaligheid? ' Dat zijn vragen, dacht ik, die meer de binnenkant betreffen. In de komende tijd, zo de Heere ons spaart, wil ik graag proberen op deze en andere vragen in te gaan. Maar naar mijn inzicht, zijn er ook vragen, die meer de buitenkant aangaan. Voor mij ligt een brief, waarin de vraag ter sprake komt, of preken op de band opgenomen, vooral van predikanten, die reeds zijn heengegaan, nu wel bevorderlijk kunnen zijn voor het geloofsleven? Moeten deze niet worden uitgewist? Is het niet pijnlijk de stem te horen van voorgangers, die niet meer leven? En vaak worden bij de voorbede namen genoemd van zieken, die ook al lang niet meer in leven zijn. Is het piëteitsvol om dat maar allemaal te laten gaan en moet daar niet tegen ingegaan worden? Zijdelings behoort dit schrijven tot het onderwerp, dat aan de orde komt, maar ik wil het niet onbeantwoord laten en enige gedachten daarover op papier zetten.
Waar gaat het om?
Al weer geruime tijd is het door de gevorderde en verfijnde techniek mogelijk diensten en dus ook preken op de band op te nemen, en jarenlang ook te bewaren. Vroeger werden er preken gelezen, in de kerk en ook thuis, maar sedert lang is er in vele gemeenten kerktelefoon en soms ook 'een bandrecorderdienst'. Voor hen, die kort ziek zijn, of een zondag hebben moeten verzuimen van de kerkgang is er gelegenheid toch nog de opgenomen dienst te beluisteren. Op zichzelf genomen kunnen we er dankbaar voor zijn, dat de techniek dienstbaar gemaakt wordt aan de prediking van het Woord. Het heeft Zijn loop ook door de middelen Jot in verre streken. Als het daar nu ook maar om te doen is. Wanneer we het Woord prediken, hebben wij er geen oog meer op, waar Het blijft en wat Het doet onder hen, die gehoord hebben, maar nog minder, omdat door de techniek Het soms tot in verre uithoeken van de wereld komt. Ik durf te zeggen, dat er veel zegen van is uitgegaan. Op een dorp bij Utrecht woonde jaren terug een vrouw, die, toen ze niet meer ter kerk kon gaan en zeer slechtziende werd, van 'moderne middelen' als kerktelefoon niet wilde weten, nog minder van de kerkauto, die langs de hofsteden en huizen reed om bejaarden op te halen voor de kerkdienst. Zij kon dat niet meemaken. Jaren leefde ze dichtbij de Heere en Zijn Woord, hoewel met veel bekommernis over haar zonden. De kinderen waren met eerbied vervuld voor deze moeder. Heel onverwacht, zonder met haar te overleggen, daar dit dan toch mogelijk op bezwaren zou stuiten, liet een schoonzoon een opgenomen preek op de band aflopen. Deze dienst is er voor gebruikt om haar in de ruimte te brengen en sindsdien zag ze er naar uit op deze wijze de bediening van het Woord nog mee te maken in haar eigen woning. Zo kan dit middel zegenrijk werken. En zeker zijn er onder de lezers en hun verwanten, die soortgelijke ervaringen kunnen vertellen. Niet altijd kunnen zieken of aanhuis-gebondenen een preek lezen, en dan is het beluisteren nog wel mogelijk.
Wel voorzichtig zijn
Toch kunnen op dit punt wel grenzen overschreden worden. Zelf kan ik niet zo zwaar tillen aan het feit, dat er nog prekenbanden zijn van heengegane dienaren des Woords. Gevoelsmatig zullen er verschillen zijn, maar’
IS er principieel zoveel onderscheid tussen het lezen van preken en werken en het horen van de prediking van gestorven predikanten. Voor achtergebleven echtgenoten en kinderen kunnen er dierbare herinneringen aan verbonden zijn, al kan er ook wat of soms veel menselijks bij zijn. Het vlees kan te zeer spreken en gestreeld worden. Ik kan er meer in komen, dat bij de voorbede voor zieken, die er niet meer zijn, wonden soms kunnen opengaan. Deze kunnen worden uitgewist zonder al te veel bezwaar. In het algemeen leest men ook in prekenbundels geen uitgesproken gebeden, en terecht, dacht ik. Het gebedsleven is daarvoor te teer. Het gaat bij de bandrecorder er toch om dienstbaar te zijn aan de verkondiging van het Woord. Overigens - en dat is geheel tussen haakjes - het kan ook voor de predikanten zelf erg nuttig zijn uitgesproken preken te beluisteren. Onfeilbaar worden fouten, verkeerde gewoonten, herhalingen aangewezen. En een stuk zelfcritiek misstaat ons niet. Dat kan weer ter bevordering van de prediking zijn, Gelet op de inhoud van het Woord mag ook aan de wijze van brengen zorg worden besteed. Een afzonderlijke waarschuwing mag hier nog staan voor het handel-drijven met preken. Wat wij ontvangen mogen uit de Schrift en door de Heilige Geest geven we door. Maar er zijn altijd lieden die er op uit zijn helaas ook 'beter te worden' van de dienst van God en de verkondiging van het evangelie. Verdienen aan de godsdienst is een wijd verbreid kwaad. Daarom: in welke handen komt het technisch middel? Laten we er voor waken, dat het onbevoegde handen zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1978
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1978
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's