Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gekomen om te dienen (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gekomen om te dienen (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.' Markus 10 : 45

Dienen en geven zijn kernwoorden uit de Bijbel, die maar weinig plaats in onze wereld vinden. Het zijn werkwoorden die wel veel besproken worden, maar weinig beoefend. Veel liever stelt men daar andere woorden tegenover: halen, hebben, houden. In die werkwoorden kunnen we ons vinden. Ze vertolken de begeerten van ons zondige hart, dat met God en de naaste niet rekent. Aan dienen onttrekken we ons en voor geven zijn we niet thuis. We hebben het te druk met andere werkwoorden in praktijk te brengen. Daar is deze wereld sinds de val in het Paradijs vol van.

Maar Eén gebruikt de woorden geven en dienen om daarmee Zijn levensdoel aan te duiden; de Zoon des mensen. Christus is gekomen om te dienen en te geven. Daar richt zich Zijn dienen op: Hij moet geven. Hij geeft aan de Vader, Hij geeft aan zondaren. In deze lijdensweken worden we stilgezet bij de wijze waarop Hij gediend heeft: door Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.

Oude woorden worden daar gebruikt. Christus neemt als de grote Profeet woorden van een profeet van de oude dag over. Hij legt ze uit en betrekt ze op Zichzelf. Hij is de Knecht des Heeren van Wie Jesaja gezongen heeft. Hij is gekomen als de grote Dienaar van God. Hij dient als een priester voor Gods aangezicht. Beter dan enige priester dient Hij en Hij geeft meer dan Aaron geven kon. Daarom is Hij Hogepriester van eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek. Want Hij stelt Zijn ziel tot een schuldoffer. Daarin vindt Zijn dienst haar hoogtepunt. Hij kan niet vrijblijvend de Knecht des Heeyen zijn. Het raakt Hem tot in Zijn ziel. Hij moet Zich geheel overgeven. Dat is de dienst waartoe de Vader Hem heeft geroepen en waaraan Hij zich vrijwillig heeft gegeven. Die wetenschap drijft Hem voort. Daartoe is Hij gekomen. Hij wordt geperst om met een doop gedoopt te worden, die voor Hem de dood, maar voor anderen het leven betekent. De beloften en profetieën van het Oude Verbond zijn Hem mijlpalen op zijn weg. Ze zeggen: er moet betaald en ingelost worden. Ze wijzen Hem naar Golgotha.

Daarvan spreken deize woorden van Christus. We horen ze als een signaal, dat het jaar van het welbehagen des Heeren uitroept. Eeuwenlang zijn de beloften meegegaan met Gods kerk. Ze trokken een lichtend spoor door de tijd. De gelovigen zagen uit naar dé komst van de Knecht des Heeren, ze verwachtten de vertroosting Israels. Ze hebben het elkander voorgezegd vol verwachting: als Hij Zijn ziel tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien. Nu wordt dat heil luidop verkondigd. Christus zegt: Daartoe ben Ik gekomen. De bazuin van het evangelie klinkt: het Lam is er. God heeft Zichzelf een Lam ten brandoffer voorzien. Dat was nodig. Want de tekst spreekt van zondenood en zondeschuld. Het woord rantsoen spreekt van nood. Een rantsoen is het losgeld dat nodig is om een slaaf vrij te kopen. Maar meer nog: het spreekt van schuld. Het is de losprijs die betaald moet worden voor een verbeurd leven. Wanneer iemand schuldig is en de dood verdiend heeft, is zijn lot beslist.

Tenzij de schuldeiser genoegen neemt met een losprijs. Dat is het rantsoen dat betaald moet worden om een doodsschuldige vrijuit te laten gaan.

Zo tekent de Heere de nood van ons leven. Hij is gekomen om de prijs te betalen voor verbeurde levens. Om ter dood veroordeelden het leven te verwerven. Leerde u zo uw leven kennen? Werd het waar voor u dat u de dood verdiend hebt? De wet' zegt: betaal wat ge schuldig zijt. En uw geweten klaagt u aan. U moet het belijden: de Heére is recht in al Zijn weg en werk. Daar wordt geroepen: Heere, bevrijd mijn ziel. I5 er een losgeld? Wie zal het rantsoen voldoen? Alle offers kunnen de schuld niet betalen. Stromen bloed wassen de zonde niet weg. Er moet genoeg gedaan worden aan het recht van God. Zo alleen zal er verlossing zijn. Maar wie zal betalen? Is dat de levensvraag voor u geworden? De Heere heeft het antwoord voor u. Zie Hem gaan naar Golgotha. Hij buigt Zijn rug onder de last die niemand dragen kan: het kruis. Hij is gekomen om Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Hij geeft Zich volkomen tot in de dood toe. Hij stort Zijn bloed uit voor Gods aangezicht. Hij houdt niet terug. Hij betaalt tot in het einde toe. Hij draagt de toorn Gods tegen de zonde van het ganse menselijke geslacht., Waar ieder terugwijkt, waar alles tekort schiet, treedt Hij naar voren. Hij geeft Zijn ziel om verzoening te bewerken. Hij betaalt de prijs die nodig is om zondaren zalig te maken. Hij buigt onder het recht van God en stilt Zijn toorn.

Dat is het wonder van Gods liefde. Dat is gevende Hefde, dienende liefde, die zichzelf niet zoekt. De liefde van Christus die alle verstand te boven gaat. De liefde van de Vader, die Hem schenkt om zondaren zalig te maken. We kunnen dit alleen door het geloof vol verwondering aanbidden. Daar komt de vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog uit. Want God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende. Christus geeft Zijn ziel voor vijanden, voor verloren mensen, van wie niets te verwachten is. Zijn offer draagt vrucht. Hij zal zaad zien, heeft de profeet voorspeld. Zo zegt Christus het ook: tot een rantsoen voor velen. Daar spreek Hij over de kracht van Zijn offer. Het is overvloedig genoegzaam tot verzoening van de zonden der ganse wereld. Velen, dat is het zaad dat Hem beloofd is, het loon op Zijn arbeid dat de Vader Hem gegeven heeft. Ze komen van Oost en West en Noord en Zuid, met verbroken harten, als verloren mensen. De Heilige Geest brengt ze tot Hem als zondaren die de dood verdiend hebben. Maar Hij is het rantsoen. Hij heeft zichzelf voor hen gegeven. 2e vinden bij Hem een nieuw leven. In Hem zijn ze geborgen voor de toekomende toorn, in Hem worden ze tot kinderen aangenomen. Ze vormen een grote schare, die niemand tellen kan.

Velen, dat is een woord, dat benauwden van hart ruimte wil geven. Om u te zeggen: zo groot is de kracht van Christus' offer. Het is genoeg voor de grootste der zondaren. Maar het trekt tegelijk grenzen. Niet allen worden zalig, gelijk ze door Adam verdoemd zijn. De beslissing valt bij de vraag of we door Hem

bediend zijn. Of we Hem kennen als onze Borg en Middelaar. Zijn bloed reinigt van alle zonden. Maar buiten Christus is er geen offer voor de zonde. Daarom zeggen we: Laat u met God verzoenen. Want door het geloof mag het beleden worden: 'de straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1979

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Gekomen om te dienen (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1979

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's