Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hogepriester tegenover hogepriester

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hogepriester tegenover hogepriester

6 minuten leestijd

'En brachten Hem in het huis des hogepriesters'Lucas 22 : 54b

In de hof Gethsemané is de Heere Jezus gegrepen door de bende, die was uitgezonden om Hem gevangen te nemen. Hij bevindt Zich stevig in haar handen. Voor geen prijs mag Hij ontsnappen. Nu, Hij zal geen poging doen om er vandoor te gaan. Er is wat voorafgegaan aan Zijn arrestatie. Vóór enkele ogenblikken kroop de Heiland nog door de hof, als een worm en geen man. Zijn Vader hield Hem de drinkbeker van het lijden voor, de drinkbeker van het lijden, dat Hij tot op het kruis zou moeten ondergaan. Het was een drinkbeker, die tot de rand toe was gevuld met vloek en toorn vanwege de zonden der wereld. In de eeuwigheid had Hij Zich al bereid verklaard de schuld van Zijn volk te betalen. Toen hadden Vader, Zoon en Heilige Geest reeds gesproken over de verlossing van zondaren. Hij zou komen om Gods welbehagen te doen. Als God aanvaardde Hij de wil van Zijn Vader. Maar nu had Zijn Vader in de hof bereidwilligheid van Hem gevraagd als de Zoon, die mens was geworden. Als mens moest Hij thans 'ja' zeggen. Hoe huiverde Zijn ziel! We horen Hem nog zeggen: 'Vader, of Gij wildet deze drinkbeker van Mij wegnemen! doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede.' Hij nam de beker aan, die Hem werd toegereikt. Op geen andere wijze zou betaald kunnen worden voor de zonden. Hij moest en Hij wilde de beker drinken. Neen, Hij zal niets in het werk stellen om aan de handen van de bende te ontkomen. Hij is door andere banden gebonden dan door de hare. Hij is gebonden door Gods wil en Zijn eigen gewilligheid. Op deze wijze wordt Hij ter slachting geleid. Hij is de gehoorzame Knecht des Heeren. Hoe te bewonderen!
Men brengt Hem op. Waarheen? Naar de rechter! Daarheen waar Zijn volk als gegrepen door Gods gerechtigheid terecht moet staan. 'En zij brachten Hem in het huis des hogepriesters.' De hogepriester is rechter. Hij is de voorzitter van het Sanhedrin, het hoogste rechtscollege in Israël. Hij moet in de Naam van God rechtspreken. Dat is zijn ambt. Zien we onszelf gaan, nu we Jezus zien gaan? En zien we Hem in onze plaats gaan? Hoe onuitsprekelijk is dat! Hij voor ons! Wij moeten de Rechter in handen vallen en Hij krijgt met Hem te maken. Wij kunnen het oordeel van de heilige God niet aan en Hij begeeft er Zich in. O neen, het huis van de hogepriester is geen thuis voor de Heiland. Ook hier kan Hij niet terecht. Het blijft waar: de vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets, waar Hij het hoofd nederlegge. Hij is op doorreis naar Golgotha. Er is maar één plek, waar Hij het hoofd neerleggen kan, dat is het kruis, het gruwzame kruis. Eerder heeft Hij trouwens geen rust. Hoe begeert Hij Zijn werk te volbrengen. De eer van Zijn Vader en het heil van Zijn volk is er mee gemoeid. En beide heeft Hij lief.
In het huis van de hogepriester staat de Heilige tegenover de heilige, de Gezalfde des Heeren tegenover de gezalfde des Heeren, de Priester tegenover de priester. Wat een ontmoeting! Beeft Kajafas? Voelt hij zich in dit geval niet bevoegd om vonnis te wijzen? Weineen! Hij is wat blij, dat hij zijn plaats achter de tafel kan innemen. Destijds heeft hij het vonnis al geveld over Christus. Het was in de tijd van die geschiedenis met Lazarus. Toen sprak hij uit, dat het nut was, dat één mens zou sterven voor het volk en het gehele volk niet zou verloren gaan. Er dreigde gevaar! Velen gingen achter Jezus aan, er kon wel een uitbarsting van messiaans enthousiasme volgen. En kwam het zo ver, dat het volk Hem op de troon wilde zetten, dan zouden de Romeinen ingrijpen. Dat zou betekenen, dat het Sanhedrin alle macht verloor en dat er een einde kwam aan het laatste restje zelfstandigheid. Weg met Hem! Kajafas mocht wel zeggen: mij is nodig door u gevonnist te worden en komt Gij tot mij? Maar hij verstaat niet. Hij verstaat ook zijn eigen uitspraak van destijds niet. Want het is waar, dat het nut is, dat één mens sterft. Het is nuttig, dat Jezus sterft. Anders is ieder verloren. We moeten er niet aan denken! Er is geen plek meer om te leven.
Maar Kajafas' priesterschap is een priesterschap uit het vlees en niet uit de Geest. Hij gaat naar zijn eigen gedachten te werk. Hij is bevreesd, dat het voordelige priesterschap voor zijn familie teloorgaat. Moet hij niet beven? Is hij een heilige, die zich ver moet houden van de zonde? Is hij een gezalfde des Heeren, die van Godswege zijn ambt moet dragen? Is hij een priester, die in zijn hele dienst de enige Priester moet uitbeelden? Wat een tegenstelling! Kajafas, de heilige, wil zijn goed niet kwijt, Jezus, de Heilige, wil Zijn leven geven. Kajafas is de gezalfde des Heeren, die zijn ambt verzuimt, Jezus is de Gezalfde des Heeren, Die Zijn ambt vervult. Kajafas weet als priester niet van een offer, Jezus brengt als Priester Zichzelf ten offer. Wat een vernedering voor de Heiland, door deze Hogepriester gevonnist te worden! Bij hem vindt Hij geen recht. Het vonnis staat bij voorbaat vast. Het betekent sterven. Maar u weet toch, dat Hij op de plaats van zondaren is gekomen. Nu heeft Hij nog maar één recht, namelijk het recht op de dood. Zo diep zijn wij gevallen. En zo streng is Gods oordeel.
Een priester geeft leven tot verzoening der zonden. Dat weet Kajafas. Elk jaar gaat hij op de grote verzoendag het heilige der heiligen binnen om voor Gods aangezicht bloed te sprenkelen.
In de ark ligt Gods wet. Het bloed van het offer op de ark moet de veroordelende stem van de wet tot zwijgen brengen. Nu, Kajafas sprenkelt dan al het bloed van het ware Offer. Jezus' bloed is tot verzoening werkzaam in het bloed van het offerdier. Anders is het nutteloos. Zo spreekt de hogepriester op elke grote verzoendag uit, dat het nut is, dat één mens voor het volk sterft. Laat Kajafas dat nu nog één keer doen. Laat hij het Lam grijpen en slachten. Ons leven is er mee gemoeid! De wet zal ons anders veroordelen. Weet u dat door het werk van Gods Geest, dan zult u het bloed van de Heere Jezus kostbaar achten.
Kajafas doet het. Hoe moet hij dat verantwoorden. Hoe moeten wij het verantwoorden, wanneer we het bloed van de Heiland onrein achten! Dat kan niemand. Maar wat met Jezus gebeurt is wel naar Gods Raad. Eén voor allen! Tegen wil en dank maakt Kajafas zelf een einde aan zijn ambt. Hij offert de ware Priester. Dus is er geen offer meer nodig. En Jezus gaat straks met Zijn bloed het binnenste heiligdom in. Mag u geloven, dat Hij het deed om ook voor u te verschijnen voor Gods aangezicht? Wat bent u dan rijk!

Joh. Bos, Otterlo

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1979

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Hogepriester tegenover hogepriester

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1979

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's