Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebeden van Luther

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebeden van Luther

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Telkens weer, wanneer men de geschriften van de Reformatoren ter hand neemt, wordt men getroffen door de onbevangenheid waarmee zij het Woord hebben open gelegd. Ze hebben het Woord herontdekt, gehaald van onder het stof der kerkelijke traditie, ontdaan van de stolp der kerkelijke uitleg van hun tijd. Bij het lezen Xan men zich evenwel óók afvragen of die onbevangenheid bij hen, die de naam van reformatorische christenen dragen, in de loop der tijd niet ook voor een deel verloren is gegaan.

Luther heeft ooit gezegd dat het voor hem, ' toen hij ontdekte dat God de goddeloze rechtvaardigt 'om niet', was alsof hij de deuren van het paradijs voor zich zag open gaan. En wat heeft hij sindsdien frank en vrij over de genade gesproken, tegen de donkere achtergrond van de zonde.

Dit alles trof mij opnieuw toen ik onder ogen kreeg een bundel, waarin gebeden van deze 'grote' in Gods Koninkrijk bijeen gebracht waren. In 1579 verscheen een bundel, waarin vijfhonderd gebeden van Luther bijeen gebracht waren. In een voorwoord schreef Petrus Treuer toen: 'Weliswaar zijn er nu al veel bruikbare gebedenboeken voorhanden, die ik graag in hun waarde wil laten, maar toch zullen geoefende en beproefde christenen moeten erkennen, dat de gebeden meer tot het hart spreken en warmer zijn en tevens een vurige uitstraling hebben zodat het hart in je lijf van louter vreugde zou gaan branden.'

Een leerling van Luther, Veit Dietrich, schreef aan Melanchthon: 'Wat een geest, wat een geloof schuilt er in zijn woorden: hij bidt. met een overgave, met een hoop en geloof, zoals iemand die met zijn lijfelijke vader spreekt.'

Het gebed is weliswaar een persoonlijke zaak, maar er valt veel te leren van de gebeden, die begenadigden in Gods Koninkrijk hebben voorgezegd. Leerde de Heere Christus ons niet zélf het onze Vader bidden en zouden onze gebeden daaraan niet immer getoetst moeten worden?

Het leek mij goed in het hiervolgende een aantal gebederl van Luther over te schrijven en ik voeg daarbij de woorden, die in een Luther gedenkboek uit 1710 staan, namelijk 'dat de godzalige lezer uiteindelijk ook met vrijmoedigheid, vroomheid en eigen woorden, zonder boeken en zonder gids goed kan leren bidden'. Daarbij mogen Luthers woorden 'de gave van het gebed meer en meer wekken' en mogen ze als gebeden 'om verder te bidden' worden beschouwd.

Hier volgen dan een aantal gebeden, met de bijbeltekst erachter, waaruit het gebed is gegroeid. .

Voor de geboorte

Hoe Luther, die toch op latere leeftijd tot bekering kwam, terugviel op de genade, die onze bekering altijd al vooruit is, leert het volgende gebed.

Heere, nog eer ik was, eer ik leefde en iets kon doen, was U boven mij in het lichaam van mijn moeder, nam mij genadig aan, zorgde voor mij met tederheid en hield mij in leven op wonderlijke wijze.

Hoeveel meer doet U, trouwe Mensenhoeder, voor mij, ik, die nu als mens geboren ben, leef, ga, sta, werk en door uw Woord U ken, hoewel het voor de ogen van mensen heel anders lijkt en mijn oude Adam het tegendeel voelt.

Maar hoe het ook lijkt en hoe het voelt, ik richt mij daar niet naar, laat me niet van de wijs brengen, maür houd me aan uw Woord, dat U mijn Heere-bent vanaf de moederschootdat liegt niet en bedriegt niet.

Daarop verlaat ik mij, daardoor wek en sterk ik mijn geloof, dat niet ziet op wat zichtbaar is, maar op wat onzichtbaar is, door hoop en geduld verwacht.

Geloofd bent U, mijn God en mijn Heere, in eeuwigheid.’

(Psalm 71, 6)

Kort

Gebeden behoeven niet lang te zijn en kunnen intussen vol vertrouwen zijn.

'Mijn God U hebt me geboden te bidden en te geloven, dat het gebfd wordt verhoord.

Daarom bid ik en daarop verlaat ik mij: U zult me niet verlaten en mij het rechte geloof.geven.'

(Mare. 11 : 24)

Belofte-gebod-nood

Luther had drie gronden voor het gebed: het gebed, de belofte en de eigen nood. Het gebed van een onwaardige.

'Heere, het is niet mijn eigen wil, dat ik bid of niet bid, ' U heeft het geboden, daarom zie ik in, dat ik aan U gehoorzaam moet zijn.

Ben ik onwaardig, dan is toch uw wil en gebod waardig, waaraan ik moet gehoorzamen, zo is ook uw belofte waardig, waarop ik me mag verlaten.

Daarom bid ik niet vanuit mijn eigen waarde, ^, niet vanuit de waarde van Maria en van Petrus, maar vanuit de waarde van de naam van Jezus, en van de naam van God, die mij heeft gezegd en mij heeft bevolen te bidden.'

(Psalm 120 : 1)

Te mogen

In ‘vertrouwen en overgave' mag tot God worden gebeden.

'Lieve God en Vader, ik weet heel zeker, dat U me liefheeft; want ik heb uw zoon en mijn Verlosser lief.

In zo'n vertrouwen en overgave wil ik U nu getroost bidden. U wilt naar me luisteren en me schenken, wat ik vraag.

Ik weet, dat U, om Jezus' wil graag alles wilt schenken en geven: in zijn naam treed ik nu voor U en vraag - zonder dat ik twijfel - dat U mijn gebed verhoort hoe het ook verder met me moge gaan.'

(Joh. 14 : 13, 14)

De zonde

Een verhindering tot het gebed is de zonde.

'Heere omdat U wilt en beveelt, dat ik moet bidden en tot U moet komen, wil ik komen en genoeg meenemen om te bidden:

Juist dat wat me het meest hindert, wat van U aftrekt, mijn zonden die me zwaar op het hart liggen. Neem ze van mij en vergeef ze mij.'

(Psalm 65 : 1-5)

Genade

De genade is echter altijd meer dan de zonde.

'Almachtige God, U heeft ons uw Zoon gegeven: dit geschenk moge ons overeind houden.

Wij vallen en struikelen vaak met gedachten, woorden en werken; dat bederft voor ons de vreugde, die we in dit geschenk zouden moeten hebben.

Daarom, ook als we dagelijks zondigen, lui en ondankbaar zijn, blijf toch onze God, wees vriendelijk en toegenegen, opdat we behouden worden in de vrede en vreugde \ van dé Heilige Geest.'

(Psalm 90 : 16, 17)

Rechtvaardiging

Luther, die zo diep ervaren heeft de rechtvaardiging van de goddeloze, heeft het bekende woord gesproken: 'Heere Jezus Christus, u bent mijn gerechtigheid, maar ik ben Uw zonde.'

In het hiervolgende gebed staat dat te lezen.

'Heere Jezus Christus U bent mijn gerechtigheid maar ik ben uw zonde:

U hebt op zich genomen, wat yan mij is, en mij gegeven, wat van U is.

U hebt op zich genomen, wat U niet was, en hebt mij gegeven, wat ik niet was.'

(2 Cor. 5:21)

Ik wordt gezocht

Hoe een begenadigde toch blijft zuchten naar God leert het volgende gebed.

'Mijn Heere Jezus Christus, U bent immers de enige herder, en ik helaas het verloren schaap, dat jammerlijk verdwaald is.

Ik ben bang en angstig, ik zou zo graag rustig wezen, een genadige God hebben en vrede in mijn geweten.

Hoor nu naar mij, opdat U naar mij verlangt, zoals ik naar U. Het is met vrees en beven, dat ik tot U kom en hulp van U ontvang. Zo bent U in angst en zorgen en begeert niet anders dan dat U mij weer tot U brengt. '

Zo kom ik nu tot U, zoek en vind mij, < opdat ik evenzo tot U kom en U lof en eer bewijs tot in eeuwigheid.'

(Luc. 15 : 3-6)

Het Woord

Een kort gebed om de verlichting door het Woord.

'Lieve God, verklaar Uw Woord in onze harten en maak het zo licht en warm dat wij er troost en vreugde van ervaren.' - '

(Joh. 3 : 16)

Hoe Luther de sacramenten van Doop en Avondmaal beleefde, leren de volgende gebeden.

'Ik dank U, mijn Heere Christus; met hart en mond prijs en loof ik U voor de wereld, dat U het bent, die mij genadig is en helpt.

Want zo heb ik het aanvaard in de doop: dat U mijn Heer en God zou zijn en niemand anders.'

(Psalm 65 : 2-5)

'De hemel is ons om niet gegeven en geschonken. We hebben er niets aan bijgedragen en er niets aan kunnen toevoegen: Christus, onze Heere, heeft hem door zijn bloed duur gekocht. Dat hebben we op schrift, een oorkonde: de eeuwige belofte van het evangelie, en daarop het zegel, namelijk: wij zijn gedoopt en: wij ontvangen naar het bevel van Christus zijn lichaam en bloed in het Avondmaal, wanneer wij onze zwakheid en nood voelen. God, geef nu genade en help, dat wij de brieven van de belofte goed bewaren, opdat de duivel ze ons niet verscheurt.

Geef ook, dat wij in welvaart niet zelfverzekerd en in tegenspoed niet droef en moedeloos zijn, maar steeds in godsvrucht leven, vast en bestendig in het geloof en de belijdenis van Jezus Christus blijven en het heilige Onze Vader steeds met mond en hart uitspreken.'

(Rom. 8 : 31-39)

'Heere, het is waar, dat ik niet waardig ben, dat U onder mijn dak komt, maar uw hulp en genade heb ik nodig.

U nodigt me aan uw tafel, en zegt mij, onwaardige, toe dat ik vergeving van al mijn zonden verkrijg door uw lichaam en uw bloed, wanneer ik het eet en drink in dit sacrament.

Lieve Heere, uw Woord is waar, daaraan twijfel ik niet en op grond van die woorden • eet en drink ik met U. Mij geschiede naar uw woorden.' '

(Matth. 26 : 26-28)

Praktikaal

Hoe Luther ook in zijn gebeden de dingen van het gewone, aardse, dagelijkse leven betrok, moge tenslotte blijken uit enkele nu volgende gebeden.

'Heere Jezus, kom tot mij en beschik over mijn brood, mijn zilver en goud.

Want hoe goed wordt dat alles besteed, wanneer ik het aan U besteed.'

(Matth. 25 : 31-46)

'Heere daaraan ontbreekt het mij, U geeft zich zo rijkelijk en in overvloed, maar ik kan dat niet evenzo doen tegenover mijn naaste.

Deze nood klaag ik U en bid, laat me toch zo rijk en krachtig worden dat ik het ook kan.'

(Mare. 12 : 4144)

'Lieve Heere, geef mij een vrolijk gemoed, lust en vreugde.

Want dit goed te hebben is een gave, die ik van mijzelf uit niet kan hebben, als U me die niet geeft.

Daarom bid ik U om Christus' vAl, geef mij een vrolijk gemoed, een zuivere vreugde en lust, dat ik vandaag met mijn grienden plezier heb, maar zonder zonde.'

(Prediker 8 : 15)

In het hart

In gebeden als deze ziet men, als in de psalmen, de heiligen in het hart. Christus spreekt over de Farizeeën, die op de hoeken der straten lang staan te bidden, en daarin zichzelf bedoelen. Hier zijn gebeden van de mens af naar God toe. Godverheerlijkend in het erkennen van eigen zonde en-onwaardigheid en in ihet uitzeggen van de oneindige genade. Leringen wekken, voorbeelden trekken.

V. d. G.


Maarten Luther, GEBEDEN, uitgave Ten Have, Baarn, 86 pagina's, ƒ 9, 75.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 1979

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Gebeden van Luther

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 1979

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's