Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De echte rijkdom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De echte rijkdom

6 minuten leestijd

‘De zegen des Heeren – die maakt rijk; en Hij voegt er geen smart bij.'(Spreuken 10 : 22)

Een mens wil graag rijk worden. Een jongen of meisje kan er wel eens van dromen: als ik toch eens de rijkste man of vrouw ter wereld was. We zijn bevangen door de goudkoorts. Het is bekend dat de goudzoekers in Amerika over lijken gingen om toch maar als eerste de goudmijnen te bereiken en te ontginnen. Is het zo ook niet vaak in het dagelijks leven? We zetten er onze principes voor op zij en we werken met onze ellebogen. Zo zijn we paradijszoekers. Maar in deze weg zal ons hart nooit bevredigd voorden. Met alle rijkdom komt er geen vergenoeging. Al worden allerlei wensen en begeerten vervuld, ons hart blijft leeg. Je kunt rijk zijn en toch niet rijk, je kunt veel hebben en toch alles missen.
Wie ver van God de weelde zoekt, vergaat eerlang en wordt vervloekt. Er wordt zoveel smart gevoegd bij die aardse rijkdom. Met smart, zwoegen en onrust wordt zij verworven. Met angstvalligheid wordt ze bezeten. Met wroeging moet zij worden achtergelaten bij het sterven: een doodshemd heeft geen zakken. En dan gaan al die gaven die we hier beneden van de Heere hebben ontvangen (onder Zijn toelating en als uit Zijn linkerhand) eeuwig tégen ons getuigen. Ja, dan wordt ons in het grote gericht de rekening gepresenteerd voor ons ondankbaar leven.
Maar weet u wat écht rijk maakt? De zegen des Heeren! Daar is het al aan gelegen. Deze zegen is de rijkdom van de rijkdom. Wat waren Adam en Eva rijk in het paradijs met de gunst en gemeenschap des Heeren. In dwaasheid hebben ze zichzelf van die rijkdom beroofd. Arme, naakte, blinde zondaars zijn ze geworden – en wij met hen! Nu moeten we naar recht de zegen des Heeren missen. Dat is de grootste smart. Ook voor u, voor jou? Vraag de Heere om u daarbij te bepalen, die smart in uw hart te werken en te versterken: o, dat ik nu toch de Heere kwijt ben, dat ik Hem moet missen – nu kan ik nergens meer rijk mee zijn dan alleen met de Heere en nu kan ik ook nooit die smart kwijt raken dan alleen bij Hem.
Maar… hoort u tot dat volk in smart, die God-zoekers (inplaats van goudzoekers), stort voor Hém uit uw ganse hart – houdt aan, grijpt moed, uw ziel zal vrolijk leven. De Geest gaat het u leren te leven bij de zegen des Heeren die alléén rijk maakt. U gaat die zegen zien in een dauwdroppel en in een broodkruimel. U leert leven bij de goedertierenheden des Heeren die alle morgen nieuw zijn. Het wordt bij het ontwaken en bij het inslapen uw verwondering dat u nog bent onder de verdraagzaamheid Gods. U proeft de zegen in een eenvoudig maal. Dan gaat u zeggen met Agur: rijkdom of armoede geef mij niet. Rijkdom hoeft niet, als ik Uw zegen maar proeven mag. Uw zegen alleen maakt rijk.
De rijkmakende zegen des Heeren is Zijn zegen in Christus. De verhoring van het gebed. Het getrokken worden tot Zijn licht. De rechte levenskeuze gewerkt te krijgen in het hart. De leiding door Zijn Geest. Ja, dat is de schenking van de Heere zelf als uw deel in eeuwigheid. Zó dat u gaat stamelen: 'Gij zijt mijn God!'. Wanneer u van God bent, van Christus bent, is alles van u. Dan kunt u met Jakob zeggen: 'ik heb alles!'
En Hij voegt er geen smart bij. Dat wil zeggen: de Heere stelt niet teleur. Hij valt niet tegen. Hem te dienen is geen roes waar een kater op volgt. Het volgen van de Heere laat geen bittere nasmaak na. Daar behoeft u zich later niet over te schamen. Dat ontglipt u niet bij het klimmen van de jaren – dat klaagt u niet aan op de jongste dag. Daarom laat psalm 25 : 6 (berijmd) terecht op de nodiging 'Wie heeft lust de Heere te vrezen' volgen de aanbeveling: ''t allerhoogst en eeuwig goed.' De Heere voegt er geen smart bij… Maar in het leven van Gods kinderen is toch wel smart?
Daar worden toch wél tranen geschreid? Zeker, er is een hartelijke droefheid vanwege de zonde, een voortdurende smart over zichzelf. Maar wat is die smart geheel anders dan de bittere wroeging en de bange wanhoop van de goddeloze. Het is een smart waar nog zoetheid in ligt en die de gelovige niet wil inruilen voor nog zoveel werelds plezier.
Er is vanuit het hebreeuws nog een andere verlating van de tekst mogelijk – 'De zegen des Heeren – die maakt rijk; smart (zwoegen) voegt er niets aan toe.' Zo is dit woord wel genoemd een compendium (bondige samenvatting) van psalm 127. Vergeefs is alle geslaaf en gedraaf zonder 's Heeren zegen. Maar het is alzo dat Hij het Zijn beminden als in de slaap geeft.
Behoeft een mens dan niet meer te werken? In ditzelfde hoofdstuk lezen we (vers 4): 'maar de hand der vlijtigen maakt rijk'. Voor de luiaard ligt er nergens in de Schrift een belofte. We zijn geroepen hier op aarde 'getrouw en naarstig te arbeiden in ons goddelijk beroep'. Ook wat betreft de dingen van Gods Koninkrijk zijn we geroepen tot trouw, aanhoudend, volhardend bezig zijn. Denk alleen maar aan de tekst: 'werkt uws zelfs zaligheid met vrezen en beven'. Maar nu is de grote les die we moeten leren: het is in het tijdelijke 100% Gods zegen, ons zwoegen doet er niets toe. Dat bevrijdt van alle kramp. Uiteindelijk mag u de Heere laten zorgen. Maar ook in het geestelijk leven: dat Zijn genade nu genoeg is, dat Hij beide het willen en werken werkt naar Zijn welbehagen, dat het niet is desgenen die wil noch desgenen die loopt – maar des ontfermenden Gods! Zo krijgt u in de loopbaan en in het strijdperk steeds meer zicht op Christus. Wat heeft Hij gezwoegd. Hij wilde de Man van Smarten zijn, alle smart werd hém bijgevoegd daar Hij de rijkdom van 's Heeren zegen moest derven. Om de arbeid van Zijn ziel zal Hij het zien en verzadigd worden. Alleen in Hem ligt het geheim verklaard van alle tijdelijke en eeuwige zegeningen. Er is voor gezwoegd, het grote werk is volbracht. Daarom wordt de zegen des Heeren die alléén rijk maakt in de schoot geworpen bij bedelaars aan de genadetroon. Niets uit ons en het al uit Hem – zo komt men in Jeruzalem.

J. Hoek, Veenendaal

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 1979

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De echte rijkdom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 1979

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's