Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Hervormde Kerk in de Graafschap Bentheim (1)

Bekijk het origineel

De Hervormde Kerk in de Graafschap Bentheim (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor wie de kaart van Nederland kent, lijkt ons land wel enigszins op een leeuw met een opengesperde muil. Deze opvallende inham aan onze oostgrens en het gebied ten zuiden hiervan, vormen van ouds de Graafschap Bentheim. Een gebied, dat weliswaar niet groot is, maar kerkhistorisch heel wat te bieden heeft. Voor velen in Nederland waarschijnlijk een volstrekt onbekend gebied. Dat is jammer, omdat het zo dicht bij ons ligt, en vooral omdat de kerk in de Graafschap al vroeg gereformeerd werd en in veel opzichten met ons land vervlochten is. Te denken valt aan de reformatie, de strijd tegen de remonstranten, de contra-reformatie, de Groningse Theologie en de Afscheiding, en de invloed van Kohlbrugge. Wie weet overigens, dat de Bavincks hier vandaan kwamen en dat het geslacht Ledeboer hier haar oorsprong vindt? In deze kerk mocht ik als predikant gedurende enige jaren werkzaam zijn. Graag wil ik de lezers van de Waarheidsvriend hierover een en ander vertellen.

Inleiding

Voor wie de kaart van Nederland kent, lijkt ons land wel enigszins op een leeuw met een opengesperde muil. Deze opvallende inham aan onze oostgrens en het gebied ten zuiden hiervan, vormen van ouds de Graafschap Bentheim. Een gebied, dat weliswaar niet groot is, maar kerkhistorisch heel wat te bieden heeft. Voor velen in Nederland waarschijnlijk een volstrekt onbekend gebied. Dat is jammer, omdat het zo dicht bij ons ligt, en vooral omdat de kerk in de Graafschap al vroeg gereformeerd werd en in veel opzichten met ons land vervlochten is. Te denken valt aan de reformatie, de strijd tegen de remonstranten, de contra-reformatie, de Groningse Theologie en de Afscheiding, en de invloed van Kohlbrugge. Wie weet overigens, dat de Bavincks hier vandaan kwamen en dat het geslacht Ledeboer hier haar oorsprong vindt? In deze kerk mocht ik als predikant gedurende enige jaren werkzaam zijn. Graag wil ik de lezers van de Waarheidsvriend hierover een en ander vertellen.

Reformatie

In deze streek werd aanvankelijk de kerk erg bepaald door de invloed van de graven van Bentheim, een oud geslacht van Hollandse afkomst, dat sinds de 12e eeuw over het Bentheimse land regeerde. In 1544 gaat graaf Arnold I, onder invloed van zijn echtgenote, over tot het lutherse geloof en voert in heel zijn gebied de lutherse reformatie in. Een heel waagstuk, wanneer men bedenkt, dat kort daarvoor de Dopers in Munster hun Rijk Gods stichtten met niet weinig sympathisanten uit de Graafschap. Een van de leidende figuren in Munster was Bernhard Krechting, predikant in Gildehaus. Ook nadat Munster in 1535 met behulp van de Bentheimse graaf is gevallen, blijft het doperdom haar invloed uitoefenen. Desalniettemin, overtuigd van de nieuwe leer, wordt de graafschap luthers. De kleinzoon van deze graaf, graaf Arnold II, komt bij zijn studie in Straatsburg in aanraking met de gereformeerde tak der reformatie, de leerlingen van Calvijn. Hij is het, die bij zijn terugkeer in de graafschap al zijn invloed aanwendt, zijn land gereformeerd te maken. In 1588 wordt een gereformeerde kerkorde aangenomen, een synode bijeengeroepen en vanaf dit moment worden alle kerken van de laatste roomse smetten gezuiverd. Deze Arnold II staat bekend als een bijzonder vroom man, die de zaak van de reformatie van harte is toegedaan. He­ laas is hem geen lang leven beschoren. In 1609 komt zijn zoon Arnold Jobst aan de regering, die de reformatie krachtig voortzet. Wel gaat hij voor de organisatie der kerk nieuwe wegen. Het presbyteriaal-synodale systeem funkioneerde niet erg optimaal, er dreigde verval. Dat doet hem besluiten, een Opperkerkeraad te institueren in 1613, een soort kerkelijk konsistorium, dat wel in haast alle dingen, die het kerkelijk leven en de gemeenten betreffen, het beslissende woord heeft. In dit konsistorium hadden drie belangrijke, in aanzien staande gemeenteleden zitting plus een predikant als voorzitter. Daarnaast is er het convent van predikanten, de Classis. Deze vergadering visiteerde de gemeenten, examineerde kandidaten enz., maar was in alle belangrijke dingen afhankelijk van de opperkerkeraad, wiens vergaderingen door twee vertegenwoordigers van de classis werden bijgewoond. Het is duidelijk, dat in veel gevallen de graaf het laatste woord aan zich zelf hield en zo min of meer als bisschop funktioneerde. Deze kerkstruktuur bleef tot 1882 bestaan, waarbij opgemerkt moet worden, dat de invloed van de graven drastisch minder werd, omdat ze zich zelf buiten spel zetten.

De leer

In 1588 wordt een kerkorde aangenomen, die teruggaat op die van de Pfaltz. Belangrijk daarbij is, dat vanaf dit moment de Heidelbergse Catechismus belijdenis-en leerboek der kerk is, waartoe alle predikanten zich verplichten. Een eigen belijdenisgeschrift wordt in de Graafschap opgesteld in 1617 door Hermann Ravensberg, de 12 Bentheimer Artikelen. Deze Hermann Ravensberg is de opvolger van Conrad Vorstius, die nog door graaf Arnold II naar de Graafschap gehaald was, als adviseur en hofprediker, vooral met het oog op de opleiding der predikanten. Dat dit geen gelukkige greep was, is duidelijk. Al vroeg gaf Vorstius blijk van zijn sociniaanse en arminiaanse inzichten. In 1610 wordt hij dan ook als opvolger van Arminius in Leiden benoemd, vertrekt ook naar Nederland, maar wordt daar door de Synode van Dordrecht veroordeeld en verbannen. Ravensberg heeft met de 12 artikelen de gereformeerde leer veilig .willen stellen, tegenover Vorstius leringen. Hoewel dit geschrift weinig bekend is, is het voor de Graafschap niet zonder betekenis geweest. De verkiezing van eeuwigheid wordt er duidelijk in beleden, terwijl het over de verwerping behoedzamer is als de Dordtse Leerregels en zo blijft in het spoor van de Heidelbergse Catechismus.

Contra-Reformatie

Na de 30-jarige oorlog (1648) neemt de invloed van Rome weer toe. Graaf Ernst Wilhelm komt door familieomstandigheden steeds meer onder invloed van de bisschop van Munster, Bernhard van Gaaien, een bisschop, die meer met zijn leger onder weg was als met de bijbel. In 1668 wordt de graaf rooms katholiek, waarop zijn echtgenote met de kinderen naar Nederland vlucht en bescherming ontvangt van de Staten-Generaal. In deze tijd gaat de gereformeerde kerk door een diep dal. Jezuïeten krijgen de macht, altaren worden opgericht, predikanten uit de pastorie gezet. De nood is zo groot, dat in hetzelfde jaar nog de classis een zegel laat slaan, waarop afgebeeld staat het schip met de discipelen in de storm en als opschrift heeft: Domine, salve nos, perimus! (Heere, redt ons, wij vergaan). Het blijft spannend, totdat in 1702, onderdruk van de Staten-Generaal en de Stadhouder Koning in Den Haag een verdrag wordt gesloten, waardoor de gereformeerde keric in de Graafschap alle rechten terugkrijgt. Hiermee is de rol van de Bentheimse Graven uitgespeeld. Tot 1803 blijven ze rooms-katholiek dan komt de gereformeerde tak van de familie weer aan de beurt. Maar dan is de Graafschap al enige tijd een provincie van het Koninkrijk Hannover en heeft de graaf geen zeggenschap meer.

Kort na het Haager Vergelijk komt ook een Bentheimse Kerkorde tot stand, waarop Utrechtse hoogleraren grote invloed moeten hebben gehad. Deze kerkorde is een uitvoerig document, waarin voorschriften te vinden zijn voor heel het kerkelijk leven.

Nederlandse invloeden

Vanaf 1702 is de Nederlandse invloed groter dan ooit tevoren. De Opperkerkeraad ziet in Nederland de hoedster van het verdrag en houdt graag het contact vast. In deze tijd is er dan ook veel grensverkeer: veel predikanten uit Nederland komen en gaan, ook veel schoolmeesters. Hierdoor wordt ook het Nederlands als kerktaal erg bevorderd. In vele gemeenten wordt zowel in het Duits als in het Nederlands gepreekt, veelal ook gezongen. Pas in 1920 wordt het Nederlandse Psalter afgeschaft.

In 1752 wordt de Graafschap onderdeel van het latere Koninkrijk van Hannover. In deze tijd weet de Opperkerkeraad zich goed te handhaven tegenover het lutherse Hannover en de zelfstandigheid der gereformeerde kerk in de Graafschap te waarborgen.

De Afscheiding

Nederlandse predikanten brengen ook Nederlandse theologieën in de Graafschap. In de 18e en 19e eeuw studeren de meeste dienaren des Woords in Groningen. Zo komt allerlei theologie, die door het rationalisme beïnvloed is, op de Graafschapper kansels. Omstreeks 1809 wordt op last van de Opperkerkeraad een nieuw catechisatieboekje ingevoerd, voorbereid en goedgekeurd door de classis, de z.g. Katerbergse Katechismus. Dit moet als vervanging dienen van de Heidelbergse Catechismus, die te moeilijk geacht wordt voor de jeugd. Dit boekje is echt een produkt van zijn tijd, al kan men het niet verwijten, dat het echte Verlichtingstheologie brengt. Wel ademt het een andere geest als de Heidelbergse Catechismus en ook als het erg geliefde catechisatieboekje van Adolf Lampe, Einleitung zum Geheimnis des Gnadenbundes. (Inleiding tot het geheimenis van het genadeverbond). Wanneer op verschillende kansels de Groninger Theologie merkbaar wordt, blijft dat niet zonder gevolgen. Net als in Nederland komt het verzet vooral bij het eenvoudig kerkvolk op. Zij zijn grootgebracht bij de waarheid der Heilige Schrift, de Heidelbergse Catechismus en de bevindelijke geloofservaring. Een scheut gereformeerde piëtisme is in de Graafschap wel altijd geweest, al werd het niet overdreven. In de Bentheimer Kerkorde wordt bijv. bij de instruktie der predikanten vermaand, dat de predikanten in hun preek te letten hebben en te leiden hebben, zowel bekeerden als onbekeerden. Een ander voorbeeld is Geesje Pamans, een vrome vrouw in Neuenhaus, die bekend stond als een 'moeder in Israël'. Haar geestelijke ervaringen stelde ze uitvoerig te boek, met goedkeuring van de Opperkerkeraad. Hieruit is wel een en ander af te leiden. Ds. B. Moorrees vertelt ook over haar in zijn memoires, ds. A. P. A. du Cloux schreef later een voorrede. Haar boeken worden momenteel weer in Nederland gedrukt. Onder het volk leefde blijkbaar iets anders als er hier en daar van de kansels te horen was. Graag kwam men samen rondom oefenaars, 'catechisanten' genoemd, leken, die aanvan­ kelijk bij de catechismuspreek op vragen moesten antwoorden, maar die ook zelf uit oefenen gingen in de buurtschappen. Vooral deze oefenaars kwamen in conflict met de Opperkerkeraad en gingen over tot afscheiding, zeer gestimuleerd door Nederlandse afscheidingsdominees. Hoewel de Opperkerkeraad en de classis alle mogelijke middelen aanwendden (boetes, opsluiting enz.), het conflikt liep geheel uit de hand. In meerdere gemeenten kwam de Afscheiding tot stand. Deze gemeenten vormden weldra samen met soortgelijke groepen in Oost-Friesland, een nieuwe kerkformatie. Later noemden zij zich Alt Reformierte Kirche en sloten zich aan bij de Gereformeerde Kerken in Nederland. Hun predikantenopleiding is nog steeds Kampen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1980

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De Hervormde Kerk in de Graafschap Bentheim (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1980

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's