Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Simsons kracht en Simsons zwakte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Simsons kracht en Simsons zwakte

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hij vond een vochtig ezelskinnebakken, en hij strekte zijn hand uit, en nam het, en sloeg daarmee duizend man. Richt. 15 : 15

Het geloofsleven van een kind van God kent z'n hoogtepunten en ook z'n dieptepunten. Het is niet altijd juichen en jubelen, maar het is gelukkig ook niet altijd klagen en geween. De zon schijnt niet altijd, maar het is ook niet altijd even donker en somber. Er is gedurig de afwisseling. Deze afwisseling vinden we ook in het leven van Simson. Het is voor Simson een ontgoocheling als hij terugkeert in Timnath om z'n vrouw voor zich op te eisen en uit de mond van z'n schoonvader te horen krijgt: 'Ik dacht dat u haar haatte, zo heb ik haar aan uw metgezel gegeven.' Zijn voorstel is zeer schandelijk: 'Is niet haar jongste zuster schoner dan zij? Laat ze u toch zijn in de plaats van haar.' Simson gevoelt in deze behandeling de verachting van een Filistijn voor een Israëliet. In deze behandeling gevoelt hij zichzelf niet alleen laag neergezet, maar ook zijn hele volk. Door deze daad zijn alle Israëlieten beledigd. Daarom zegt Simson: 'Ik ben ditmaal onschuldig aan de Filistijnen, wanneer ik hen kwaad doe.' Hij doet dit op een originele en treffende wijze. Hij weet 300 vossen te vangen. Dat is geen kleinigheid, vossen zijn schuwe dieren. Anderen zeggen dat het jakhalzen zijn geweest, want dat zijn dieren die in groepen bij elkaar leven. Hij bindt ze twee aan twee door middel van een touw met de staarten aan elkaar vast, daartussenin een brandende fakkel. Natuurlijk stuiven de dieren in angst ervandoor en steken zo de tarweoogst, die op het land staat in brand. Ook de wijngaarden en de olijfbomen. De Filistijnen worden getroffen in de voedselvoorziening, - in de primaire levensbehoeften. Dit is van Simson een daad als richter, hij handelt vanuit het geloof. Al snel weten de Filistijnen waarom Simson dit gedaan heeft. Ze kennen geen pardon: ze grijpen deze Timnieth en zijn dochter, sluiten hen op in hun eigen huis, steken het huis in brand en verbranden hen op deze wijze levend. Afschuwelijk. Opnieuw komt Simson tot aktie. Hij weet: de Filistijnen durven mij niet rechtstreeks aan te pakken. Ze ontwijken met mij lafhartig de strijd. Hij slaat de Filistijnen met een grote slag, volgens vers 8, de schenkel en de heup. Dat betekent: hij slaat de boel kort en klein, hij breekt hen de armen en de benen. Voordat ze er erg in hebben, liggen ze geveld op de grond.

Nu gaat het in het land van de Filistijnen langzamerhand doordringen, dat er in Israël iets aan het veranderen is. Er is met Simson een krachtige man opgestaan. Ze zullen wat Israël betreft heel wat stapjes moeten gaan terugzetten. Ze zullen niet aan het uitmergelen kunnen blijven. De HEERE, de God van Israël, zal laten zien dat Hij een Helper is van Zijn arm volk.

Daarop volgt een donkere bladzij wat Israël betreft. Een Filistijnse troepenmacht valt Juda binnen. Onsteld vragen zij: 'Waarom zijt gij tegen ons opgetrokken?' Direkt krijgen zij te horen: 'Het gaat ons niet om u, maar om Simson.' Waren zij nu echt 'mannen' geweest, dan hadden ze gezegd: 'Simson leveren wij jullie niet uit; die is van God ons gegeven.' Maar dat zeggen ze niet. Ze haasten zich naar Simson om dat karwei voor de Filistrjnen te klaren. Ze erkennen hem niet als de man van God hun gegeven. En Simson? Hij laat zich binden. Bereidwillig steekt hij zijn handen naar voren en hij laat zich vastbinden en uitleveren. Hierin is hij duidelijk een beeld, een type van de Heere Jezus Christus. Die heeft Zich in de hof ook laten binden. De Heiland liet Zich binden, opdat Hij ons zou kunnen ontbinden. Ontbinden van de boeien van de duivel. De boeien, waarmee wij onszelf moedwillig hebben laten binden eenmaal in het paradijs.

Het zal voor Simson toch wel een grote teleurstelling zijn geworden, dat zijn volk hem, hun richter, hun verlosser, zo maar, zonder slag of stoot, wilde uitleveren. De mannen van Juda, ze zagen niets in hem. Is het van nature met ons niet precies eender ten aanzien van de Heere Jezus? Van huis uit zien wij ook niets begeerlijks, niets aantrekkelijks in Hem.

Als Simson vastgebonden is en uitgeleverd aan de Filistijnen, beginnen zijn vijanden te juichen. Echter, te vroeg gejuicht. De Geest des Heeren wordt opnieuw vaardig over hem. Hij verbreekt de touwen, waarmee hij vastgebonden is, als waren het linnen draden door het vuur vergaan. Hij grijpt een vochtig ezelskinnebakken van de grond en daarmee valt hij op de Filistijnen aan. En met een reusachtige kracht slaat hij 1.000 man dood. In zijn eentje veroorzaakt hij een groot slagveld. Het is bij Simson zo geweest, zoals een Psalmdichter gezongen heeft: 'Toen ik de heid'nen aan zag rukken, heb ik in 's Heeren kracht gestreên; ik hieuw z' in 's Heeren naam aan stukken, vertrouwend op die naam alleen.' Hier zien we Simson in zijn volle kracht, omdat hij hier staat in het geloof, in de volle overtuiging dat hij van Godswege geroepen is Israël, zijn volk, te verlossen uit de hand van de Filistijnen.

Niets is er krachtiger dan het rotsvaste geloof. Slechts één ding is er dat de wereld overwint, ons geloof. Zo gij een geloof had gelijk een mosterdzaadje, en gij zoudt tot deze berg zeggen: word in de zee geworpen, het zou geschieden. Het gaat bij ons natuurlijk niet om dingen zoals bij Simson. De Heere heeft voor u en mij een geheel andere taak: de huisvrouw in haar gezin, de man op zijn werk, een jongen of meisje op school, een ouderling op huisbezoek, enz. Waar we ook geplaatst zijn, als we maar staan en werken vanuit het geloof. Daar gaat het om. Dan zijn we tot zegen.

Zodra Simson de overwinning behaald heeft op zijn vijanden, gaat hij zingen. Mij dunkt, daar is niets op tegen. Het zingen van Psalmen en geestelijke liederen is een uitnemende bezigheid. Jammer genoeg zingt Simson niet op de juiste toon. De overwinning op de Filistijnen heeft hij van de Heere verkregen. Als het goed is moet dat natuurlijk in zijn lied te merken zijn. Het 'soli Deo gloria' moet er in terug te vinden zijn. Daar horen we echter niets van. Het is allemaal ik en nog eens ik. Simson bezingt zijn eigen lof. En dan zingt hij vals. De Heere komt in zijn lied te kort. Hij berooft God van Zijn eer. Dat is ieder mens van nature eigen. We zijn allemaal zoeker/zoekster van eigen eer. De Heere brengt Simson weer op zijn plaats. Wel met harde hand. Door de grote slag heeft Simson dringend behoefte aan water. Het is midden in de tarwe-oogst, de zon staat de hele dag te branden aan de hemel.

Maar er is geen water, geen druppel. Ik denk ook aan de Heere Jezus hoe Hij aan het kruis gesmacht heeft naar water. Hij heeft in onze plaats dorst geleden, opdat Hij ons zou kunnen laven uit de fonteinen des heils.

Simson wordt op deze wijze weer op de goede plaats gebracht. De Heere weet de mens wel op de grond te krijgen. Eenmaal en andermaal. Simson komt op zijn knieën, hij wordt een ootmoedige smekeling aan de troon van Gods genade. Nu is het 'ik' van zijn lippen verdwenen. Nu wordt het 'Gij'. 'Gij hebt door de hand van Uw knecht dit grote heil gegeven...' Hoort u het? Het komt toch nog goed met Simson.

Simsons kracht lag in de Heere zijn God; Simsons zwakte was toen hij in zichzelf overmoedig ging roemen; aan zichzelf toeschreef wat hij van de Heere had verkregen. Als u door uw eigen leven een dikke streep moet halen en u uw hoop gaat stellen op de Heere Jezus, dan wordt u machtig. Maar zodra u gaat roemen in trots en hoogmoed, dan zakt u weg in uw zwakte. Alleen in de Heere Jezus zijn we meer dan overwinnaars. Onthoud dit goed. En bid. 'Heere, als er bij mij nog een schadelijke weg gevonden wordt, leidt Gij mij dan op de eeuwige weg.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1980

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Simsons kracht en Simsons zwakte

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1980

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's