Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De eerste christenen en de abortus

Bekijk het origineel

De eerste christenen en de abortus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer we tenslotte de ons meest bekende kerkvader Augustinus aan het woord laten, vinden we de in vroeger tijd ingenomen standpunten ten aanzien van geprovoceerde abortus terug. Ook deze voor de latere reformatorische kerk invloedrijkste figuur komt op meer dan één plaats in zijn werken op voor het levensrecht van de ongeboren vrucht.

Wanneer we tenslotte de ons meest bekende kerkvader Augustinus aan het woord laten, vinden we de in vroeger tijd ingenomen standpunten ten aanzien van geprovoceerde abortus terug. Ook deze voor de latere reformatorische kerk invloedrijkste figuur komt op meer dan één plaats in zijn werken op voor het levensrecht van de ongeboren vrucht. Luisteren we naar een gedeelte uit zijn geschrift Over huwelijk en begeerlijkheid. Hij weet daarin, aldus prof. F. van der Meer in zijn magistrale boek over Augustinus de zielzorger, scherp te onderscheiden waar het goede in het huwelijk ophoudt en het kwade begint. En hij zwijgt daarbij niet over 'de gewetenlozen die het levensrecht van de ongeboren vrucht durven aantasten':

Soms gaat hun sadistische wellustigheid zó ver, dat zij zich gif verschaffen dat onvruchtbaar maakt en, als dat geen uitwerking heeft, op een of andere manier de ontvangen vrucht uitdoven en uit de moederschoot uitdrijven. Want zij willen dat hun kroost ten onder ga nog vóór het leeft, of, zo het reeds leefde in de moederschoot, eerder vermoord worde dan geboren. Zijn beiden zo, dan zijn ze kort en goed geen echtgenoten; waren ze zo van het begin af, dan hebben ze geen huwelijk, maar ontucht gecontraheerd; en zijn ze niet beiden zo, dan durf ik te beweren dat óf zij in zekere zin een deerne (meretrix: publieke vrouw) is van haar man, óf hij een overspeler met zijn eigen vrouw.

Augustinus uit zich hier - we volgden de vertaling van Van der Meer - bijzonder scherp. Deze zaak ging hem wel zeer ter harte! En het maakt voor hem uiteindelijk geen enkel verschil of de vrucht reeds 'leeft', d.w.z. al een complete menselijke vorm verkregen heeft en 'bezield' is, óf niet. Te allen tijde is abortus provocatus ongeoorloofd. We herinneren ons hier weer de visie van zijn voorganger in Romeins Afrika, Tertullianus: 'Wat een mens gaat worden, is reeds een mens. Immers iedere vrucht ligt reeds in het zaad besloten'. Op meerdere plaatsen in zijn uitgebreide oeuvre brengt Augustinus de abortus ter sprake. We attenderen nog op een stuk in zijn beroemde Handboek, cap. 85-86. Hier immers gaat hij bij zijn uiteenzettingen over de opstanding der doden in op de wel zeer moeilijke vraag: Zullen ook de voortijdig gestorven vruchten opstaan? De kerkvader is in zijn beantwoording zeer voorzichtig en - naar we menen - pastoraal. Te vermoeden valt, dat hem de vraag meer dan eens gesteld is door ouders die hun kind niet meer levend ter wereld zagen komen. Zal het deel hebben aan de opstanding? Augustinus meent van wel, voorzover het de reeds gevormde vrucht betreft. Maar hij zegt er wel bij, dat hij voor het probleem wannéér precies een vrucht begint te leven, geen duidelijke oplossing heeft. Maar dat er leven is voor de geboorte, staat voor hem vast. Daarom ook besluit hij met een positief antwoord:

Vanaf het moment waarop een mens begint te leven, vanaf dat ogenblik kan hij derhalve ook reeds sterven. Hoe dan een dode, waar hem ook de dood is kunnen overkomen, geen deel zou hebben aan de opstanding van de doden, kan ik niet begrijpen.

Het is hier gelukkig niet onze taak om Augustinus' antwoord positief of negatief te beoordelen. We melden zijn probleemstelling slechts, omdat ze ons tevens confronteert met een laatste en huiveringwekkende consequentie van de abortus provocatus. Zullen ook de geaborteerden deelhebben aan de opstanding? En getuigen tegen degenen die de abortus pleegden? In bepaalde oude apocalyptische geschriften - en sommigen ervan waren wijd verbreid - heeft men hierover uitvoerig gespeculeerd en angstwekkende beschrijvingen gegeven. Er valt in ieder geval uit te leren, hoezeer men in die christelijke kringen abortus als een kwaad beschouwde. Echter, we zijn hier wel ver verwijderd van het ons mensen geopenbaarde. Speculatie is hier getreden in de plaats van revelatie. We staan voor een uiterste grens.

Maar geopenbaard is ons wel - en het mag een krachtige bron van troost zijn voor die christenouders die hun kind reeds voor de geboorte moesten missen - , dat Gods bijzondere zorg zich óók uitstrekt over de nog niet geboren vrucht. De Schrift meldt dit duidelijk. Meer dan eens vinden we dan ook teksten als Lukas 1 : 41, Jeremiah 5 of Psalm 139 in de vroegchristelijke geschriften besproken. Inzonderheid de eerstgenoemde heeft bij de oude vaderen de aandacht: de ongeboren vrucht Johannes springt op in de moederschoot. Aangespoord door de Heilige Geest erkent hij met vreugde de komst van de Messias, gekend, geroepen en geheiligd als eertijds Jeremia of Jesaja. Uit de diverse getuigenissen hierover melden we dat van Ambrosius. In zijn Over het geloof keert hij zich tegen hen die een menselijk bestaan vóór de geboorte ontkennen. Na eerst de voorbeelden van Jacob en Jeremia besproken te hebben, schrijft hij (De Fide boek IV, 9):

Wat dan zal ik zeggen over Johannes, van wie zijn vrome moeder getuigt dat hij, terwijl hij nog in haar moederlijke schoot lag, door de Geest de aanwezigheid des Heren bemerkte en met gejubel bevestigde? (...). Bestond hij die profeteerde, of bestond hij niet? Jazeker bestond hij, voorzeker bestond hij die zijn Schepper (of: Maker, auctor) eerde, bestond hij die sprak in zijn moeder. Ver­volgens werd Elisabeth vervuld met de geest van haar zoon, Maria geheiligd door de Geest van haar Zoon. En zo wordt het u gemeld (lett.: zo hebt ge het): 'Het kind sprong op in haar schoot en Elisabeth werd vervuld met de Heilige Geest.'

Let op de eigen kracht van elk woord. Elisabeth was weliswaar de eerste die de stem van Maria hoorde, maar Johannes was de eerste die de genade des Heren opmerkte. Schoon stemmen met elkaar overeen profetie en profetie, vrouw en vrouw, kind en kind.

Met dit citaat besluiten we onze rondgang door enkele oude en soms zeer oude christelijke geschriften. Hoe stonden de eerste christenen tegenover abortus provocatus? Hun antwoord vroeg geen moment bedenktijd. Gods zorg gaat óók over het ongeboren leven; de vrucht in de moederschoot is niet waardenvrij, maar wordt - aldus Tertullianus - beademd door Gods Geest, als bij de eerste schepping.

In deze beslissende weken leek het ons goed enkele van de vele stemmen uit de beginperiode van de christelijke kerk nog eens te beluisteren. Niet omdat ze oud zijn en daarom voor sommigen beproefd en gezaghebbend. Maar wel omdat die eerste christenen in hün situatie - en die is intussen in vele opzichten ook de onze geworden - de woorden van Gods wet steeds weer hebben doorgegeven. Het genadevolle gebod dat ten leven wil leiden, luidde toen en luidt heden nog: Gij zult niet doodslaan. Dat heeft de kerk de eeuwen door vastgehouden, als een ware moeder zorgend voor het leven van de haar toevertrouwden, niet in het minst dat van de ongeborenen. Wanneer dit laatste artikel verschijnt, zal volgens plan de Tweede Kamer opnieuw over de wetsvoorstellen rond abortus provocatus in debat gaan. Onbekend is de afloop, maar ze vervult wel met grote zorg. Niemand zal willen ontkennen dat het politieke dilemma uiterst moeilijk is geworden. Maar is politiek nog een heilige zaak? Meer dan ooit mag een christelijk, voluit democratisch - want óók voor de stemmelozen! - appèl gedaan worden op hen die verantwoordelijkheid dragen. Wordt een laatste, op christelijke beginselen gegronde rechtsnorm weggevraagd? Zal uiteindelijk machtspolitiek de doorslag geven?

Het is ons aller taak hier nauwkeurig acht op te slaan en de nu te nemen beslissingen niet licht te vergeten. Uiteindelijk gaat het in het abortusvraagstuk om het wel of niét belijden van God als Schepper, óók van het nog ongeboren leven. Dat hebben de eerste christenen verstaan en in hun tijd voortdurend geproclameerd.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 1980

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De eerste christenen en de abortus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 1980

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's