Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Foto van een levende gemeenschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Foto van een levende gemeenschap

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

'En zij waren volhardende in de leer der apostelen en in de gemeenschap en in de breking des broods en in de gebeden.' Hand. 2 : 42.

Foto's bekijken is, vooral na de vakantie, een aangename bezigheid. Allerlei dingen die ons boeiden, komen weer naar voren. Ze werden op de gevoelige plaat vastgelegd. En wij zijn het meest nieuwsgierig naar die foto's, waarop wij zelf staan afgebeeld, nietwaar? Als we 'er goed opstaan', willen wij zo'n foto graag bezitten. Vandaag bekijken wij een foto die de Bijbel ons laat zien, de foto van de jonge gemeente van Jezus Christus, zoals zij was geboren nadat de Heilige Geest over haar was uitgestort. In korte tijd was het kleine kuddeke een grote gemeente geworden en nog iedere dag kwamen er nieuwe gemeenteleden bij. Wij worden ernstig verzocht goed naar die foto te kijken en niet te gauw te zeggen: 'Och, zo'n oude foto, die is reeds lang verbleekt'. Dat zou erg voor u zijn. Neen, wij moeten volharden in het bekijken van die foto. Zou het geen zegen zijn als u mocht zien dat u, misschien in een klein hoekje, er ook opstond? En als u, al kijkende, moet zeggen: 'Ik sta er niet op', dan zou het een zegen voor u worden als u er alsnog bijgevoegd zoudt worden. 'Kan dat dan? ' Ja, dat kan, want de Heilige Geest is uitgestort en ook vandaag kan en wil de Heere God nog dagelijks nieuwe gemeenteleden toevoegen. Zou dat niet het hoogste uwer blijdschap zijn, als u mocht zeggen: 'O, mijn God, ik dank U dat ik er ook bij mag staan. U hebt zelf mij daarop een plaats gegeven, door de kracht van Uw Woord en Geest.’

Welnu, wij bekijken aandachtig de foto die de tekst laat zien. Er zijn vier dingen die in het oog springen, die een hechte band met elkaar vormen en niet van elkaar mogen worden losgemaakt. Wie dat toch probeert, verknoeit het beeld en kijkt naar iets dat schimmig en troebel is. En bedenk dat het werkwoord: volharden, moet worden herhaald bij de vier zaken die wij zien. Zij waren volhardende in de leer der apostelen. Daar hielden zij aan vast, hoeveel moeite dat wellicht ook meebracht. Zij hadden in die tijd immers alles tegen? Het Sanhedrin en de bezettende macht. Misplaatst is de gedachte die wel eens geopperd is dat de Heere Jezus een meer evangelische prediking gebracht zou hebben, en de apostelen een meer leerstellige, dogmatische. De prediking der apostelen kan, dunkt mij, niet duidelijker worden samengevat dan in het woord van de apostel: 'Ik heb niets anders voorgenomen onder u te weten dan Jezus Christus en Dien gekruisigd’.

De leer der apostelen is het onderricht dat de apostelen gaven. Die opdracht hadden zij ontvangen: Gij zult Mijn getuigen zijn; onderwijst al de volken! Zij hebben onderricht gegeven over het heil dat in Gods Zoon was geopenbaard en dat geschonken werd aan verloren mensen. Zij hebben Christus gepredikt, zoals Hij in het Oude Testament was beloofd, zoals Hij was verwacht door Godskinderen in de eeuwen die vooraf gingen. Zij hadden nu door de uitgestorte Geest een rijke openbaring ontvangen. De sluiers waren weggenomen en zij mochten inblikken in de volheid van God en Christus Jezus. Een theocentrisch, een christocentrisch onderricht, nietwaar, waarin kruis, opstanding en hemelvaart centraal stonden. En, zoals Petrus dat reeds deed in zijn pinksterpreek, zo hebben de apostelen hun onderricht ook zeer persoonlijk toegepast op de gemeente. Zij lieten zonde en schuld niet onbesproken, integendeel, juist tegen de donkere achtergrond van de zonde, vertelden zij over de gezegende Middelaar, Die was gekomen om de zondaren zalig te maken. Zij waren, in al hun eenvoud. Godgeleerden, van God geleerden, gezanten van Christus en in hun onderricht bad de Geest: 'Laat u met God verzoenen'. De gemeente was er goed mee en voer er wél bij. Dit onderricht was als een verfrissende regen die voor geestelijke verkwijning behoedde. Jawel, gemeente en apostelen volhardden, bleven voortdurende bij deze leer, bij dit onderricht.

Tot mijn mede-leraren zou ik nu willen zeggen: 'Volhardt in dit onderricht, doe uw uiterste best om steeds weer en meer alles goeds te zeggen over deze God, Vader, Zoon en Geest en als u op jaren bent gekomen dan zult u met mij willen zeggen: 'Wij hebben zeer ten dele onderricht gegeven, wij hebben nooit de helft van alle heerlijkheden aangezegd'. En tot de gemeenten wil ik zeggen: 'Verlang er naar dat dit onderricht gegeven wordt. Doe niet of u alles al weet, maar wees eens heel blij als u weer wat geleerd hebt. Want volle kerken, hoe fijn dat ook is, zijn op zichzelf nog niet het bewijs dat een gemeente levend is. Levend ben ik eerst wanneer ik met mijzelf en al het mijne gestorven ben en het leven mocht ontvangen uit Hem, Die het leven is'.

Zij waren volhardende in de gemeenschap.Wie nu eerlijk naar de foto die de tekst laat zien, kijkt, schrikt en moet wel een kleur van schaamte krijgen. Wat een woord, welk een zaak: gemeenschap! Hier wordt getekend het leven met God en onderling. In vroeger jaren legde de ethische richting tegenover de verstarde orthodoxie alle nadruk op het leven, op de praktijk van het geloof. Zeker mag men een kerk of een gemeente verwijten wanneer de leer benadrukt wordt ten koste van het leven, zoals, helaas, vaak het geval is. Maar de ethischen kwamen terecht aan de andere kant, toen zij stelden: niet de leer, maar de Heer! Leer en leven horen onlosmakelijk bijeen. Nooit schitterde het leven der gemeente zó schoon als toen zij volhardden in het onderricht der apostelen. De glans van Christus lag op haar, Jezus had gestalte in haar en daaruit kwam de gemeenschap voort, gemeenschap in geestelijke goederen en in stoffelijke gaven. Innige verbroedering en hartelijke omgang in zuivere liefde. Gemeenschap met God in Christus en de Geest was de band van dit onderling verbond. Zoals de ranken van de wijnstok alle richtingen uitgroeien, maar toch alle uit de wortel voortkomen, zo waren deze christenen verbonden in hun Hoofd en besteedden zij hun eigene gaven en talenten ten nutte en ter zaligheid der andere ledematen. De waarachtige eenheid van Gods kerk! Geen geforceerde, met geweld doorgedreven eenheid, die de mens tracht te maken, maar een gemeenschap die is gegeven in het éne Hoofd van het kerkelijk lichaam.

Nogmaals, moeten wij ons niet schamen? Laten wij verdriet hebben om de vermaning van Christus: 'Dit heb Ik tegen u dat ge uw eerste liefde hebt verlaten. Betert u dan en bekeert u en doet de eerste werken, opdat niet misschien de kandelaar der Woords van ons worde weggenomen'. Hoe zou het wel zijn om in zo'n gemeente te leven en hoe zou het zijn om daar te onderrichten, te preken? Zij waren volhardende in de breking des broods. Hierin kwam de gemeenschap uit. Te denken valt allereerst aan de gemeenschappelijke maaltijden, die tekenen waren van vriendschap en verplichting tot vriendschap. De liefdemaaltijden waren destijds in hoge eer. De rijken brachten het brood mee en de armen hadden niet tekort. Van huis tot huis brood brekende, zoals wij dat lezen, zal wel betekenen dat nu eens die broeder, dan weer die zuster het huis openstelde voor het beleven van deze gemeenschap. Te denken valt ook aan het Avondmaal. Immers de liefdemaaltijden ging vooraf aan de eredienst en daarin werd het brood gebroken en gegeten als teken van de gemeenschap met Christus. Er was geen samenzijn in liefde denkbaar, zonder ook in brood en wijn de dood van Christus te gedenken. Gemeenschap met Christus en met elkaar en gemeenschap in de inzettingen des Heeren.

Kijkt u nog steeds oplettend naar deze foto? Hoe is het u dan te moede? U wordt toch niet korzelig en ontstemd? Maar dat is niet de schuld van die schone foto, weet dat wel. U moogt niet vervelend gaan doen omdat God goed is en omdat Hij zo graag wil dat ook u gelukkig zult worden. Hebt u wel uw kinderen laten dopen en ook nog belijdenis gedaan, maar de breking des broods gemeden? Ik vraag maar. Misschien woont u ergens waar maar een enkele keer het brood gebroken wordt, omdat het Avondmaal daar weggehaald is van onder het kruis van Christus en geplaatst is aan de voet van de berg Sinaï, omringd van bliksemstralen? Dan moet u uw leraar eens vragen of hij de gemeente eens wil onderrichten uit de Hebreënbrief, hoofdstuk 12 vers 18-24. U gelooft toch niet dat een lege avondmaalsdis een teken van geestelijk leven is? Weet wel dat de gemeenschap met Christus en Zijn kerk zich ook moet en mag uiten in het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed, die waarlijk spijs en drank zijn. Dit brood raakt nooit op en, wonderlijk, hoe meer er van eten hoe meer het wordt. De kinderen van Christus kunnen deze spijs niet missen, want ach, de weg door de woestijn naar huis zou ons teveel worden. Kom dan, want alle dingen zijn gereed. Zo moge het onderricht ons brengen tot de gemeenschap en waar bloeit de gemeenschap schoner dan aan de tafel, waar het Hoofd Zich verblijdt over Zijn leden en de leden zich verheugen over hun Koning, Wie door Zijn sterven aan hen het leven gaf?

Wanneer u zoudt menen dat daar in Jeruzalem een stukje van de hemel te zien was, waar geen plaats meer was voor gebed, dan vergist u zich. Zij volhardden ook in de gebeden. Waar waren zij mee begonnen toen de Heere ten hemel gevaren was. Dat hield niet op toen de Geest was uitgestort, neen, het gebed bleef. Ze konden niets anders dan bidden, smeken en danken. Zeker, zij vormden een levende gemeente, maar toch was er slechts een klein begin van het nieuwe leven en de verschuldigde gehoorzaamheid. Mij dunkt zij baden in de eredienst en thuis, met elkaar en persoonlijk en was er de ervaring dat de Geest Zelf bidt met onuitsprekelijke verzuchtingen Volharden in de gebeden. Wordt het nog gevonden? Sleurgebed genoeg, nietwaar, ook in de kerk. Koude gebeden, lange en korte gebeden, verstandelijk en zakelijk. Maar wie bidt er met geloof en door geloof, zoals Jacob toen hij zich vast mocht grijpen aan Gods belofte alleen? Als het goed is, is aan het gebed in de eredienst uw persoonlijk gebed voorafgegaan voorde leraar en voor uw medelidmaten, voor zieken en bedroefden en voor allen die in geestelijke en lichamelijke nood zijn, dichtbij maar ook veraf.

Groot is het als wij door den Geest mogen bidden om den Geest, als wij niets meer overeind kunnen houden wat van ons is, als wij met lege handen voor God staan, maar die grote God het werk Zijner handen mogen voorstellen, dat Hij gedaan heeft in Jezus Christus, Zijn Zoon en waarvan Hij ons verzekert door het getuigenis van Zijn Heiligen Geest! Dan komt het Amen niet als een passend slot of een hoorbare punt, maar als een levend: Het zal waar en zeker zijn!

We keken even naar deze foto van de eerste gemeente. Laten wij nu samen bidden om te volharden in de leer der apostelen en in de gemeenschap en in de breking des broods en in de gebeden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Foto van een levende gemeenschap

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's