Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geheime boek der Openbaring (4)

Bekijk het origineel

Het geheime boek der Openbaring (4)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zolang er vervolgingen waren, werd de Apocalypse juist uitgelegd.

De betekenis van de apocalypse

Zolang er vervolgingen waren, werd de Apocalypse juist uitgelegd. Men geloofde dat voor het laatste oordeel een duizendjarig vrederijk van Christus op aarde zou komen. Dat Nero met de Parthen zou wederkeren leerde men aan het begin van de vierde eeuw nog. De hele kerk geloofde dat de Apocalypse apocalyptisch was en dus een concrete eschatologie leerde. Toen ging het mis. Het boek werd nadien geestelijk uitgelegd, het duizendjarig rijk was al begonnen met de komst van Christus en het boek beschrijft de strijd van de agressieve wereld en de weerloze kerk (Hieronymus, Augustinus). Veel invloed heeft Nicolaas van Lyra gehad met zijn wereldhistorische uitleg. Maar bij stukjes en beetjes heeft men de ware, historische, eschatologische aard van de Apocalypse weer aan het licht gebracht. De wetenschap van de vorige eeuw met de theorieën van bronnensplitsing en van onze eeuw met haar kennis van de Dode-Zeerollen heeft niet vooruit geholpen. Veel meer waarde hecht de schrijver aan de visie van Rudolf Steiner de anthroposoof die tegenover de wetenschap staande hield dat de mens, ook van onze tijd, in staat is tot schouwen.

'Door scholing van zijn bovenzinnelijke vermogens kan de mens een blik slaan in de geestelijke wereld die objectief bestaat.'

'Zo krijgt hij kennis van de geheime en geestelijke wezens (engelen, goden) die evolutie, mens en kosmos regeren.'

'Wie de anthroposofische weg gaat zal vaststellen dat de visioenen van dit boek de waarheid bevatten. Johannes heeft de ontwikkeling doorgemaakt van het 'beeld-bewustzijn', inspiratieve bewustzijn en intuïtieve bewustzijn.' Johannes heeft volgens Steiner de gehele verborgen geschiedenis van de mensheid gekend. Hij loochent het eschatologisch karakter van het boek echter wel. Quispel wijst dan op de betekenis van Steiners visie op het Christusgebeuren: 'De mens heeft hierdoor een Ik gekregen waardoor hij vrij wordt. Sindsdien is broederlijke liefde mogelijk. Maar ook de aarde, de materie, is doordrongen van geest.' Steiner zag weer dat het Johannes ging oriji de aarde en om de vrijheid. Naast Steiner vraagt Quispel verder uitdrukkeiijk onze aandacht voor het werk van Carl Gustav Jung, als we tenminste de betekenis van Johannes willen vatten. Jung wijst er op dat Johannes' visioenen zijn opgeweld uit onpeilbare diepten waar oerbeelden leven als waren zij diepzeevissen. Wat Quispel heeft opgemerkt over de Vrouwe, lijkt mij ontleend aan Jungs dieptepsychologie. Op psychologische gronden neemt Jung aan dat Johannes onze tijd heeft vooruitgezien. De wetenschap vindt daarentegen dat Johannes onze tijd niet voorzag: de ziener van Patmos heeft alleen maar de terugkeer van Nero en de wederkomst van Christus in een nabije toekomst voorspeld. Zij stemt daarin overeen met de vroegkerkelijke exegese, alleen gelooft ze niet meer dat Nero spoedig zal wederkeren. Daarnaar voegt zich dit commentaar van professor Quispel. Johannes heeft onze tijd niet voorzien. Daar dit echter voor verstand en gemoed niet erg bevredigend is speurt de auteur naar wat de Apocalypse onze tijd dan wel te zeggen heeft.

Oude gnostiek

In deze laatste paragraaf blijkt m.i. heel duidelijk de invloed van Steiner en Jung op het werk van Quispel. Dat is niet zo vreemd als we bedenken dat de verbindingslijn ligt in de kennis van de oude gnostiek. Doordrenkt van de gedachtenwereld van de gnostiek, bijzonder aangesproken door de gedachten en inzichten van Steiner en Jung, moet het geheime boek der Openbaring wel op een bijzondere wijze opengaan en een boodschap hebben die men van andere uitleggers nauwelijks kan verwachten. Ik laat zijn conclusie nu eerst volgen:

'Het beeldende denken zoals dat in de Apocalypse te vinden is, geeft diepe bevrediging aan het geprangde gemoed maar bevat bovendien eeuwige waarheid.

Johannes opent onze ogen voor het lijden van de onschuldige. Hij boezemt ons een heilzame afkeer in van de absolute staat, die zichzelf verafgoodt en niets boven zich erkent. Hij toont ons dat de werkelijkheid gruwelijker is dan vorige geslachten ooit vermoedden. Hij geeft aan dat de evolutie gaat in de richting van de éénwording der mensheid en de vergeestelijking van de materie. Hij leert ons goed en kwaad te scheiden, te lijden onder die tegenstelling. Hij laat ons zien hoe door individuatie het Zelf te ontdekken en het conflict te boven te komen. Doel is het huwelijk van hemel en hel. Hij vermaant ons met al deze woorden en al deze beelden de aarde trouw te blijven omdat het koninkrijk van God op de wereld komt.' Tot zover Quispel.

Ik besef dat vele lezers het allemaal niet kunnen volgen en de wenkbrauwen fronsen bij verscheidene van deze woorden en ongelovig de schouders ophalen, misschien wel verontwaardigd zijn vanwege naar hun inzicht onschriftuurlijke uitspraken.

Schrift met Schrift vergelijken

Eén ding staat vast, niet door Schrift met Schrift te vergelijken is professor Quispel tot zijn conclusies gekomen. Ik zet zelf grote vraagtekens. Mijn grootste vraag is hoe Johannes geïnspireerd door de Geest van Christus, het materiaal dat ook elders in de oudheid voorkomt heeft gebruikt. Met andere woorden: Wat is de betekenis van de canoniciteit van de Openbaring?

Professor Quispel vindt het spijtig dat Nazoreeërs en anderen als ketters zijn veroordeeld, maar hij gaat niet in op de vraag waarom. Zo krijg ik steeds de indruk dat oude ketterijen weer worden opgehaald en opnieuw een legi­ tieme plaats krijgen in de uitleg. Dan komt toch de vraag op waarom andere boeken niet en dat van Johannes wel in de canon is opgenomen.

En dat wordt in dit werk wel gesuggereerd. In een tijd als de onze, met zijn horoscopen en occultisme, is dat wel het laatste waarop we zitten te wachten. Trouwens wat moet ik dan weer denken bij de opmerking dat Christus de astrologie onschadelijk maakt? Soms dat ik zonder schade de sterren zal raadplegen?

Op de tegenstelling tussen Paulus en Johannes attendeerde ik reeds. Het is in om tegenstellingen in de Schrift aan te wijzen, maar zoals Quispel het hier heeft gedaan bij de Nikolaïten en bij Izebel acht ik gezocht en hoogst onvoorzichtig. Er is geen grond voor om de voorgestelde uitleg als onontkoombaar te aanvaarden.

Of Nero hoogst persoonlijk zou terugkeren? Of Johannes dat zo geloofde? Het zat wel in de lucht, maar als we aan het onderwijs van Jezus denken over Elia, kan ik me nauwelijks voorstellen, dat Johannes dit verhaal, dat niet uit het Oude Testament stamt maar een volksverhaal is, letterlijk heeft genomen. Is het nodig dat wel te doen? Ik zie niet in waarom. Ook als je de psychologische verklaring voor je rekening neemt, is het niet nodig. Schuiven we de schrijver van de Apocalypse dan geen opvattingen in de schoenen waar we geen enkel bewijs voor hebben?

Al met al een boek, dat ik met grote belangstelling gelezen heb en herlezen, maar dat veel vragen oproept vooral ten aanzien van het gebruik van het materiaal, dat de oude en nieuwe tijd aanreikt tot verklaring van het fascinerende boek der Openbaring.

Sleutel en slot

Met andere woorden: passen de sleutels die professor Quispel ons aanreikt wel op het juiste slot of worden er deuren geopend, zodat de Openbaring overmand wordt door allerlei mysterieuze figuren uit westerse wetenschappen?

Met name de psychologische mystieke verklaring overtuigt niet. Is hier de Openbaring geen illustratie bij de wetenschap? Het einde is de paring van God en wereld, hemel en aarde, mannelijk en vrouwelijk, bewustzijn en het onbewuste als hoofdsom der historie en voleinding van de evolutie op deze wereld. Dit is toch meer filosofie dan theologie! Ik zou graag willen vragen of Quispel volgeling is van Teilhard de Chardin Chardin, schrijver van 'Het verschijnsel mens', en dus of hij overtuigd evolutionist is. Opvallend, dat in de reeks tegenstellingen die van zonde en genade ontbreekt. Wat is de zonde? Die vraag wordt niet beantwoord. Dat kan samenhangen met het feit dat Jezus uitdrukkelijk Getuige of Martelaar wordt genoemd wiens bloed geen zoenbloed was, volgens Quispel. Is daarmee alles van Jezus' dood gezegd? Wat is de betekenis van Zijn dood? Trouwens wie is Jezus eigenlijk? Gods Zoon, maar hoe en sinds wanneer? Zonder kritiek vermeldt Quispel de adoptiaanse opvattingen van Joodse christenen. Wreekt zich hier niet dat de Apocalypse geïsoleerd is komen te staan van de rest van de Schrift en met name losgemaakt wordt van het Johanneïsche getuigenis? En kan dat zo zeker als wordt voorgegeven op grond van een overlevering ergens uit Mesopotamië uit late tijd? We mogen de eenheid van de Schrift niet uit het oog verliezen, zeker niet bij dit bijbelboek, dat zo op die Schrift steunt en daaraan dankt dat het gezag heeft gekregen in de kerk en in de canon is opgenomen.

Verder kan ik me heel niet vinden in de waardering die Quispel heeft voor allerlei figuren en beelden uit astrologie, mystiek en volksverhalen. Het zijn stuk voor stuk in de christenheid omstreden terreinen. Nu is het duidelijk dat van die figuren en beelden gebruik gemaakt is, maar betekent dat dat de schrijver geen bezwaren heeft tegen beoefening van atrologie, astrologie en het raadplegen van astrologen?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 1981

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Het geheime boek der Openbaring (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 1981

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's