Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De aard van het Schriftgezag (15)

Bekijk het origineel

De aard van het Schriftgezag (15)

(Rapport Gereformeerde Kerken)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'De erkenning dat iets een wonder is, vereist altijd geloof, zelfs als men het gebeuren zintuigelijk waarneemt'.

De wonderen

Eenzelfde struktuur treffen wij aan, wanneer hoofdstuk 4 spreekt over de wonderen. Op blz. 86 staat: (ook) 'de waarheid van het wonder is daarom sterk relationeel bepaald'. D.w.z. 'De erkenning dat iets een wonder is, vereist altijd geloof, zelfs als men het gebeuren zintuigelijk waarneemt'. Alleen als er een zeer intensieve relatie bestaat met het gebeuren of met datgene aan wie het wonder wordt toegeschreven, zal het wonder als waarheid worden aanvaard.' (blz. 85).

Deze wijze van uitdrukken laat meerdere vragen open. Zo b.v. de verhouding tussen de feitelijkheid van het wonder en de waarheid van het wonder. Hier wordt alleen over de waarheid van het wonder gesproken, niet over de feitelijkheid ervan. Bedoelt men met waarheid ook de feitelijkheid, of iets anders? Als men de waarheid bedoelt, het ingrijpen van God tot heil, dan is het waar, dat men dit alleen erkent in het geloof. Daar wijst de Schrift ons duidelijk op. Bedoelt men echter, dat de feitelijkheid van het wonder alleen bestaat in het geloof, dan is dat niet juist. Want de Bijbel is vol van wonderen, die niet worden aanvaard en geloofd tot heil, maar die men toch in hun feitelijkheid wel moet erkennen. Een duidelijk voorbeeld daarvan is de genezing van de blindgeborene in Joh. 9. De blindgeborene weet heel zeker, dat aan hem het wonder geschied is, dat hij ziende is geworden (vs. 25: één ding weet ik, dat ik, die blind was, nu zien kan). Terwijl als Jezus hem later vraagt: gelooft gij in de Zoon des Mensen? , deze man nog moet vragen: wie is Hij, Here, dat ik in Hem moge geloven. Dan antwoordt Jezus: die met u spreekt, die is het. En dan zegt hij pas: Ik geloof Here, en hij wierp zich voor Hem neder (vs. 38).

Trouwens lezen wij niet voortdurend van de scharen, dat zij ontzetten over zijn woorden en wonderen. En toch kun je niet van deze scharen zeggen, dat zij allen in Hem geloofden, althans zeker niet in de zin zoals het geloof binnen de christelijke gemeente wordt verstaan.

We komen op grond van de Schrift dan ook tot een andere waardering van het wonder. Ze is een daad Gods en als zodanig een feit op zich, dat waar is, ook al erkent niemand het. Maar (de feitelijkheid van) het wonder stelt wel de mens voor een beslissing. Het kan hem tot geloof brengen, zoals deze blindgeborene, het kan ook tot volharding voeren. Dat laatste treffen wij ook in ditzelfde Joh. 9 aan, nl. bij de Farizeeën, die dan ook mede hierom Jezus zoeken te doden. Maar dat komt dan wel daardoor, dat zij ook blind waren, namelijk voor de heerlijkheid van Jezus en zijn wonderdaden en daarom, ook al konden zij de feitelijkheid van het wonder der genezing niet loochenen, weigerden in Jezus te geloven. Maar juist het feit van dit wonder zal daarom tegen hen getuigen, zoals de wonderen en tekenen ook eenmaal tegen Bethsaïda en Chorazim zullen getuigen, omdat zij, hoewel deze tekenen en wonderen geschied waren, toch weigerden om in Jezus te geloven. De wonderen als zodanig zijn wel feiten, maar wij zijn van nature blind ervoor óm de heerlijkheid Gods erin te ontdekken en te erkennen. Daarom moeten wel onze ogen worden geopend, maar dan is het niet zo, dat dan pas de wonderen gebeuren mede dankzij ons zien en erkennen ervan, maar dan erkennen wij dat Jezus de heiland is, die (op zichzelf), ware wonderen gedaan heeft en nog doet. En als wij ze in hun werkelijkheid en waarheid erkennen, dan is dat óók een wonder.

Dus hier weer dezelfde lijn. Wonderen komen tot stand tussen God en mens samen volgens het rapport. Daarom wordt ook zo gemakkelijk de lijn doorgetrokken naar wat wij 20ste eeuwers doen met ónze handen, gelovig of niet gelovig. Nee, zegt de Schrift: God doet wonderen, Jezus doet wonderen. Hij alleen. En wij hebben de feitelijkheid en de waarheid ervan te erkennen door het geloof, tot ons heil. In heel duidelijke zin geldt dit van het wonder van de opstanding van Christus. Dat wonder komt er niet mede dankzij onze erkenning. Maar de feitelijkheid van dit geschiede wonder (geschied terwijl niemand er bij was) dringt zich in haar waarheid en kracht zo onweerstaanbaar aan de discipelen op, dat zij het moeten geloven. 'Hij is hier niet: zie de plaats waar zij hem gelegd hebben.' De discipelen, zelfs de vrouwen, komen pas achteraf op het toneel. Dan is de opstanding al geschied.

De Bijbelnorm van het leven

Een derde voorbeeld, waaruit blijkt, dat hoofdstuk 4 het relationele waarheidsbegrip uit hoofdstuk 1 verder uitwerkt en concretiseert, vinden wij op blz. 90 v.v. waar gesproken wordt over de Bijbel als norm voor het leven.

De hoofdlijn hier is als volgt. God zelf geeft (om met de woorden van blz. 57 te spreken) het meeslepende idee, het centrale gebod: God liefhebben en de naaste, tot leven en vrede. En de mens krijgt de ruimte om de concrete invulling daarvan te geven in zijn eigen situa­ties, ook al is die concrete invulling precies het omgekeerde van wat de Bijbel zelf als concreet gebod laat horen. Zo wordt het b.v. toegepast op het punt van de echtscheiding (blz. 94). De bijbelse norm is duidelijk zegt het rapport zelf. Het huwelijk is onontbindbaar, behalve in geval van echtbreuk, want God zelf heeft het ingesteld. Nu zegt het rapport (blz. 95): 'De onhoudbare praktijk (van nu nl.) heeft geleid tot een herlezen van de Schrift en tot een nieuw verstaan van de bijbelse norm, namelijk niet als een absoluut verbod, maar als een verbod waarvan slechts een gewogen toepassing mogelijk is.' En dan gaat dat verder in deze richting, dat als men het moeilijk met elkaar heeft, het toch beter is om uit elkaar te gaan.

Nu is dit het opvallende, dat men zegt: de onhoudbare praktijk heeft geleid tot een nieuw verstaan van de bijbelse norm, en dat voert in feite tot een toch wel andere norm dan die de Bijbel aangeeft. Wie heeft nu daartoe geleid: wel, de onhoudbare praktijk. Niet God zelf, niet de Geest, niet de Bijbel, maar de praktijk van de mens en dan nog geïnterpreteerd door die mens zelf. Dat is de concrete invulling van het relationele waarheidsbegrip. De historische situatie gaat inhoudelijk meedoen, en uiteindelijk zelfs die inhoud bepalen, ook al staat ze dwars op de bijbelse inhoud. Ik denk dan tegelijk erbij: en hoe zal dan de onhoudbare praktijk van de ongehuwde a.s. moeders het schriftverstaan vernieuwen ten opzichte van de abortus provocatus? We komen hier weer bij dezelfde conclusie uit als bij hoofdstuk 1. Dit z.g. relationele waarheidsbegrip leidt ertoe dat de mens over de Schrift gaat heersen, omdat men van de mens uit denkt. In die relatie komt het zwaartepunt steeds meer op de mens te liggen, en dus op de menselijke situatie en de eigen menselijke interpretatie van deze situatie en daar moet de Schrift zich bij aanpassen.

Dat is wel een vérgaand oordeel. Maar helaas kan ik niet tot een mildere waardering van dit rapport komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 1981

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De aard van het Schriftgezag (15)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 1981

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's