Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Occultisme - wat zegt de Bijbel ervan? (2)

Bekijk het origineel

Occultisme - wat zegt de Bijbel ervan? (2)

8 minuten leestijd

De Bijbel ontkent op geen enkele wijze, dat er occulte gaven en krachten zijn.

De Bijbel ontkent op geen enkele wijze, dat er occulte gaven en krachten zijn. Integendeel, we lezen ervan op vele bladzijden van de Bijbel. Israël en ook de eerste christengemeente leefde in een omgeving waarin het occultisme bekend was en in praktijk werd gebracht. Maar de Bijbel verbiedt deze gaven. En dat op zeer besliste wijze. De Bijbel ziet deze gaven en krachten als behorende tot het rijk van de duivel en de demonen. En dat zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament. Het zich inlaten met deze gaven is door de Heere altijd scherp afgewezen. Het behoorde tot het heidendom en tot de heidense religies.

Oude Testament

In Lev. 19, 26 lezen we; 'Gij zult op geen vogelgeschrei acht geven, noch guichelarij plegen'. Wat is op vogelgeschrei acht geven? ' We komen deze uitdrukking verschillende malen in het Oude Testament tegen. Het hield in het waarnemen van voortekenen uit bijv. de vlucht van de vogels of uit het schreeuwen van de vogels, en op grond van die waarnemingen voorzeggingen aangaande de toekomst doen. Een gewoonte, bij het heidendom algemeen verbreid. Het feit, dat het verboden werd, betekent, dat het ook bij Israël bekend was en door sommigen werd beoefend.

Hetzelfde geldt van guichelarij. De kanttekeningen van de statenvertaling zeggen: 'Het hebreeuwse woord betekent: met verblinding der ogen toveren, waardoor men meent te zien wat niet is'. De nieuwe vertaling vertaalt: toverij. Waarschijnlijk hebben we te denken aan waarzeggerij aan de hand van de vormen van de wolken of was het een vorm van sterrenkijkerij.

In Lev. 19, 31 lezen we: 'Gij zult u niet keren tot de waarzeggers en tot de duivelskunstenaars'. Israël had zijn God te raadplegen en zijn vertrouwen op de Heere te stellen en zich niet in te laten met ijdele en duivelse kunsten. Van betekenis is, dat eraan toegevoegd wordt: 'Zoekt hen niet, u met hen verontreinigende; Ik ben de Heere, uw God'.

Scherper lezen we het nog in Lev. 20, 6: 'Wanneer er een ziel is, die zich tot de waarzeggers en tot de duivelskunstenaars zal gekeerd hebben, om die na te hoereren, zo zal Ik Mijn aangezicht tegen die ziel zetten en Ik zal ze uit het midden van haar volk uitroeien'. En in Lev. 20, 27: 'Als een man en vrouw in zich een waarzeggende geest zal hebben, of een duivelskunstenaar zal zijn, zij zullen zekerlijk gedood worden; men zal hen met stenen stenigen; hun bloed is op hen'. Men lette op het woordje: nahoereren; de Heere neemt het dus hoog op; zich met waarzeggers en duivelskunstenaars inlaten is niet minder dan afgoderij en geestelijke hoererij. Zowel de beoefenaars van deze praktijken als ook degenen, die hen gaan raadplegen, zullen gedood worden.

In Deut. 18, 9-14 wordt uitvoerig gesproken van waarzeggerij, guichelarij, op vogelgeschrei acht geven, toverij, bezweerderij. Het zijn gruwelen(!) van de kanaanietische en heidense volken. Israël zal zich daar niet mee ophouden. Al wie zulke dingen doet, is de Heere een gruwel. Uitdrukkelijk staat er nog eens: 'U aangaande, de Heere, uw God, heeft u zulks niet toegelaten'. Ex. 22, 18 zegt: 'De toveres zult gij niet laten leven'. De Bijbel ontkent het bestaan van occulte praktijken dus niet. Ze zegt ook niet, dat al deze zaken bedrog zijn. Integendeel, het is zeer besliste werkelijkheid. Maar de Heere wil niet, dat Zijn volk zich daarmee ophoudt. Zijn volk is anders dan de heidense volken rondom. Het moet genoeg aan Hem hebben. Waarom? De Heere wil, dat Zijn volk met zijn noden en zorgen tot Hém gaat en niet tot de waarzeggende geesten en duivelskunstenaars.

Ahazia

Een duidelijk voorbeeld zien we in de geschiedenis van koning Ahazia (2 Kon. 1, 2-4). Ahazia is uit het venster gevallen en ernstig ziek. Hij zendt boden tot Baal-Zebub (vliegengod), de god van Ekron, met de vraag of hij van deze ziekte genezen zal. Bedoeld is: hij zendt die boden tot de waarzeggers die aan de tempel van Baal-Zebub zijn verbonden. De profeet Elia bestraft hem om deze daad ernstig: 'Is het omdat er geen God in Israël is, dat gij heengaat om Baal-Zebub, de god van Ekron, te vragen'? Ahazia moet de dood sterven.

Profeten

De zonde van Ahazia is steeds weer de zonde van Israël geweest. Scherp stellen de profeten de occulte praktijken van het volk van hun dagen aan de kaak. 'Gij hebt Uw volk verlaten, want zij zijn vervuld met goddeloosheid, meer dan het oosten, en zij zijn guichelaars gelijk de Filistijnen', zegt Jesaja (2, 6). Israël heeft dus de guichelarij overgenomen van de Filistijnen en dat is één van de oorzaken, dat de Heere hen verwerpt. Zo mogelijk nog duidelijker horen we de Heere bij monde van Jesaja zeggen: 'Wanneer zij dan tot u zeggen: vraagt waarzeggers en duivelskunstenaars die daar piepen en binnensmonds mompelen, zo zegt: zal niet een volk zijn God vragen? Zal men voor de levenden de doden vragen? (Jes. 8, 19). Jeremia zegt: 'Hoort niet naar uw (valse) profeten, en naar uw waarzeggers en dromers en guichelaars en tovenaars'. (Jer. 27, 9). In Micha 5, 11 zegt de Heere: 'Ik zal de toverijen uitroeien en gij zult geen guichelaars hebben' en dan spreekt de Heere in één adem verder over gesneden en opgerichte beelden waarvoor men zich neerboog. In Hosea 4, 12 klaagt de Heere: 'Mijn volk vraagt zijn hout', wat kan betekenen: het vraagt raad aan de houten afgodsbeelden of aan zgn. orakelbomen (men las de toekomst af aan de vorm van de takken e.d.). En in 2 Kon. 17, 17 lezen we, dat één van de oorzaken dat Israël in de ballingschap is gevoerd is, dat ze waarzeggerijen pleegden, op vogelgeschrei acht gaven en vele gruwelijkheden meer. Bekend is het voorbeeld van koning Manasse: hij deed wat kwaad was in de ogen des Heeren naar de gruwelen van de heidenen: zijn zonen door het vuur gaan, guichelarij plegen, op vogelgeschrei acht geven, toveren, waarzeggers en duivelskunstenaars aanstellen. De Kroniekenschrijver voegt eraan toe, dat hij zeer veel kwaads deed in de ogen des Heeren om de Heere tot toorn te verwekken (2 Kron. 33, 6).

Nieuwe Testament

We zouden nog meer voorbeelden kunnen aanhalen. De belangstellende lezer raadplege een concordantie en hij zal zien, dat toverij, waarzeggerij, guichelarij e.d. op vele plaatsen in het Oude Testament voorkomt.

Is het in het Nieuwe Testament anders? Nee. Ook daar blijkt het voor te komen. En niet als bedrog. Wél wordt het aan de kaak gesteld als behorende bij het heidendom.

Het is niet voor niets, dat we juist in het boek Handelingen van toverij e.d. lezen. Paulus komt ermee in aanraking op zijn zendingsreizen. Op Cyprus is bijv. de tovenaar Elymas; hij heeft kennelijk zoveel invloed, dat hij verkeert aan het hof van de stadhouder Sergius Paulus, zijn toverijen gaan echter niet zover dat hij zichzelf van zijn blindheid kan genezen (Hand. 13, 6-12). In Filippi ontmoeten Paulus en Silas een dienstmaagd met een waarzeggende geest, die haar heren grote winst toebrengt met waarzeggen. Ze weet ook, dat Paulus en Silas 'dienstknechten van de Allerhoogste God zijn, die de weg der zaligheid verkondigen'(Hand. 16, 17). Paulus werpt de waarzeggende geest uit. In Efeze zijn de zeven zonen van Sceva, duivelbezweerders; ze worden door hun eigen boze geesten afgestraft (Hand. 19, 13-17). Eerder al lezen we van Simon de tovenaar, in Samaria, 'verrukkende de zinnen van het volk' (Hand. 8, 9).

Hoe moeten we tegenover dit alles staan? Het was al overduidelijk in het Oude Testament. Het is even duidelijk in het Nieuwe Testament. Als het evangelie ingang vindt worden de occulte machten als machten van de boze ontmaskerd. In Efeze brengen degenen, die geloven (uit eigen beweging) hun toverboeken en verbranden ze. Om te laten zien hoe het occultisme (de Statenvertaling vertaalt: ijdele kunsten) in Efeze ingang gevonden had, lezen we, dat de waarde van de verbrande boeken vijftigduizend zilveren penningen was. Het is niet voor niets, dat dat speciaal vermeld staat. In Openbaring 21, 8 en 22, lezen we als een ernstige waarschuwing, dat ook de tovenaars buitengesloten zullen zijn.

Opmars

In onze tijd is het occultisme in opmars. Gesproken wordt zelfs van een occulte explosie. Ik las ergens: 'De Kerk van Christus moet zich voorbereiden op een frontale aanval van demonische machten; er komt een laatste werelddictator (de antichrist?), die zich van alle occulte krachten (incl. wonderen) zal bedienen'. Het zou wel eens waar kunnen zijn.

Jezus heeft gezegd, dat in de laatste tijden grote tekenen en wonderen zullen worden gedaan door degenen die verleiden (Matth. 24, 24). Paulus spreekt van de mens der zonde (de antichrist), 'wiens toekomst is naar de werking van de satan, in alle kracht en tekenen en wonderen der leugen'. In Openb. 13, 13 lezen we, dat het beest uit de aarde grote tekenen doet, en in 13, 3, dat de gehele aarde achter het beest uit de zee verwonderd aangaat.

We houden het op de woorden van de apostel Paulus, geschreven aan de gemeente van Efeze, waar voorheen de vele toverboeken waren: 'Hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft ze ook veeleer; ziet dan, hoe gij voorzichtig wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen, de tijd uitkopende, dewijl de dagen boos zijn'. (Ef. 5, 11 en 15-16).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 1981

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Occultisme - wat zegt de Bijbel ervan? (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 1981

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's