Het ingeklonken lied van Ida Gerhardt
Een symbolische dichteres
Een symbolisch dichteres
Ons land is van oudsher een waterland. We spreken van de lage landen bij de zee en van Nederland. De stem van het water is de eeuwen door gevreesd en gehoord. Het wapen van Zeeland draagt niet voor niets de woorden:
Luctor et emergo (-Ik worstel en ontkom).
Vele dichters hebben de stem van het water gehoord en vertolkt. Marsmans bekende gedicht Herinnering aan Holland begint zo:
Denkend aan Holland zie ik brede rivieren traag door oneindig laagland gaan,
En het slot luidt:
en in alle gewesten wordt de stem van het water met zijn eeuwige rampen gevreesd en gehoord.
De dichteres Ida Gerhardt (geboren 1905) kent eveneens de stem van het water. Geen wonder: ze werd in Gorcum geboren en in die omgeving zie je inderdaad de 'brede rivieren traag door oneindig laagland gaan'. Het water duidt bij haar allereerst op de oorsprong van het leven. In Genesis 1 lezen we immers dat de Geest Gods boven de wateren zweefde. Het water kan bij haar bedreigend zijn, maar ook verkoelend en genezend. Ook is het bij haar een symbool voor de dood: de mens moet op Gods tijd scheep gaan voor de laatste tocht.
Het water is dus voor Ida Gerhardt in velerlei opzicht een symbool. Het heeft voor haar een diepere inhoud. Het is een beeld van wat haar innerlijk beweegt en bezighoudt.
In Afscheid van Holland schrijft ze:
Ik had u lief en leerde u verachten,
Holland. Ik groeide op onder uw stem:
het water dat als kind mij wakker riep
wanneer het stormde onder Woudrichem.
Nóg gaan de wolken over het Hollands Diep.
Gij zijt mijn land, gij blijft in mijn gedachten.
En in Het veerhuis lezen we de volgende regels:
Als langs de duisterende waterbaan
de veerboot aan de meerpaal is gebracht,
begint het rijkste wat ik ken: te nacht
hoor ik het water aan de schoeiing slaan.
Ook andere objecten uit de natuur kunnen in haar poëzie de waarde van symbolen krijgen: een bloem, een boom, een vogel, enzovoorts. De vogel is in haar werk bij uitstek het symbool voor de goddelijke inspiratie. Het vers is een geschenk van God, het is van metafysische oorsprong. Deze gedachte heeft ze o.m. vertolkt in het prachtige gedicht De vogel, waarin de regel 'Kwam een vogel gevlogen' uit een bekend kinderlied is overgenomen.
DE VOGEL
Kwam een vogel gevlogen
in de pracht van zijn vlucht,
waar zijn wieken bewogen
lag er kleur in de lucht.
Kwam een vogel gevlogen
en mijn hart boog zich neer:
- wat mij zó heeft bewogen,
laat het stem krijgen, Heer.
Kwam een vogel gevlogen
over water en wei;
in het licht van mijn ogen
streek hij neder bij mij.
De vogel in dit gedicht is geen gewone vogel. Hij daalt 'uit den hoge' neer, beweegt het hart van de dichteres, die als een 'bevlogene' aan deze bewogenheid stem wil geven.
Klassieke en christelijke achtergrond
Ida Gerhardt is geen gemakkelijke dichteres. Ze schrijft geen vlotte, gemakkelijk leesbare versjes. Haar taal is stroef. De vorm is strak. Heel haar werk getuigt van tucht. Ze is wel eens getypeerd als de dichteres van het 'ingeklonken lied' vanwege het volgende vers:
HET ERFGOED
Vooroudertrots: goed ingeklonken land.
Ik heb een aard die ingeklonken is
en uitverweerd. Waarin gezonken is
tot zware grond een laag van tegenstand.
Ingeklonken land is ingedijkt land dat compacter is geworden en dus zwaarder te bewerken is. Zo is het ook met haar verzen: ze heeft geworsteld met de stugheid van de taal die 'tegenstand' biedt. Het schrijven van een gedicht is arbeiden op 'ingeklonken' grond.
Wat de poëzie van Ida Gerhardt voor de lezers vaak niet tot lichte kost maakt is het feit dat twee achtergronden haar werk nadrukkelijk bepalen en doortrekken: de wereld van de klassieken en de wereld van bijbel en christendom. Schrijvend over haar gestorven vader dicht ze bijvoorbeeld de volgende regels:
Hij was mijn Vader en ik ben zijn kind.
O God, hoe heb ik hem tekort gedaan,
die met het grote veer is meegegaan.
In de laatste regel is een klassiek beeld aanwezig: in de Griekse mythologie is sprake van een veerman, Charon geheten, die de schimmen van de gestorvenen naar de 'overzijde' vervoert.
Maar ook christelijke symboliek is in haar verzen aanwezig, o.m. in de volgende regels:
De vis, getrokken door mijn hand
en even vrij nog van de golven,
zal straks gewist zijn van het strand
en door de grote vloed bedolven.
Deze vis is de ichthus, het oeroude symbool voor Christus, dat de eerste christenen gebruikten als herkenningsteken, en dat ze tekenden in het zand en op de wanden van de catacomben in het oude Rome.
Het Kind in de kribbe: teken van Gods liefde
In de Verzamelde gedichten van Ida Gerhardt, een uitgave die in 1980 verscheen ter gelegenheid van de P. C. Hooft-prijs die de dichteres in dat jaar ontving, komen ook enkele kerstgedichten voor. Allereerst citeer ik het volgende gedicht:
KERSTNACHT
Kerstnacht - het woord is als een lafenis,
een koele sneeuw, glanzend onder het zachte
stralen der sterren - op de landen is
het weerloos stil, een ongerept verwachten.
Kerstnacht - het eenzaam zwerven der gedachten
rondom het oud verhaal, het nimmer uit te spreken
verlangen naar het helder zingen in de nacht en
het opgaan van de ster, een lichtend teken.
Kerstnacht - het sneeuwt op uw geschonden aarde,
dun en verstuivend dekt een huivering van ijle val,
een lichte zuivering het vragen,
dat wij ongestild bewaarden.
De dichteres spreekt hierin van de 'geschonden aarde', geschonden door ons mensen. Ze noemt in dit gedicht Christus niet. Wél spreekt ze van een 'lichtend teken'. Wat is dat 'teken'? Het gedicht Geboorte geeft op deze vraag een duidelijk antwoord:
GEBOORTE
Gods liefde op aarde neergedaald
ligt in een stal op stro te slapen.
De stille herders van de schapen
zij hebben het alom verhaald.
De ster staat boven Bethlehem.
De Koningen uit het Oosten vonden
een kind in windselen gewonden
en os en ezel zien naar hem.
Hier slaapt, der wereld toevertrouwd,
die was vóór de aanvang van de tijden,
het kind waarom Maria schreide,
waarover elk de handen vouwt.
Het Kind in de kribbe is het 'lichtend teken'. Het is een teken van 'Gods liefde op aarde neergedaald'. Het Kind is Gods Zoon, die 'was vóór de aanvang van de tijden'.
'Laat het stem krijgen, Heer'
Ida Gerhardt is als dichteres niet in een hokje te plaatsen. Ze heeft zich niet willen rangschikken onder een afgebakende groep 'protestantse dichters', iets wat we ook bij grote dichters als Gerrit Achterberg en Geerten Gossaert tegenkomen. Ze is net als zij bang voor een preekje op rijm, voor verzen geschreven zonder innerlijke aandrang. Niettemin is haar poëzie doortrokken van haar protestantse achtergrond. Zo ziet ze de natuur, i.h.b. het water, als een schepping van God. Soms doen haar verzen aan Guido Gezelle denken:
Wie naar het klare water gaat
hem zullen de ogen opengaan,
want zeker zal hij hier verstaan
- geknield tussen wat groeit en leeft -
hoe God het schoonste zingen geeft
bij water, bloeiend kruid en riet
om niet! -
In de natuur is Gods machtige hand aanwezig, een thema dat we ook bij Gezelle zo vaak tegenkomen.
Niet alleen de natuur maar ook de dichterstem is afhankelijk van God. De dichterstem is een gave van God. Met die stem heeft deze dichteres op haar wijze de 'ingeklonken' aarde bewerkt, de taal bearbeid. Zo is haar werk een getuige van de machtige daden Gods in de schepping der wereld, in de natuur, in het verleden en in het heden. Haar stem spreekt van de 'geschonden aarde', maar ook van het 'Lichtend teken', van 'Gods liefde op aarde neergedaald'. Haar poëzie is een gave van God én een getuigenis van God. Dat is het eigen en unieke geluid van Ida Gerhardt in een wereld verloren in schuld. Het is de stem van een klein mensenkind, dat zich afhankelijk weet van God:
Kwam een vogel gevlogen
En mijn hart boog zich neer:
- wat mij zó heeft bewogen,
laat het stem krijgen. Heer.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1981
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1981
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's