Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op weg naar Emmaüs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op weg naar Emmaüs

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(n.a.v. Lucas 24 : 13 t/m 29)

Op weg naar Emmaüs zien we de opgestane Zaligmaker als de Goede Herder Zijn verstrooide schapen achternagaan. Zou een moeder haar zuigeling vergeten? Hij doet zoiets in ieder geval niet.

We zien ze in gedachten gaan. Twee mannen in de late middag van de Eerste Paasdag op de weg van Jeruzalem naar Emmaüs. Ze maken gebaren, kijken elkaar aan, schudden met het hoofd, maar laten vooral het hoofd hangen. In Jeruzalem was het niet meer uit te houden voor hen. Allerlei geruchten deden daar de ronde over Christus. Dat was hen daar onverdragelijk bij het verlies waaronder ze leden. U begrijpt daar iets van wanneer u een gevoelig verlies trof: een moeder, of man, een vrouw of vader in Christus! Wat hebben ze veel voor u betekend. Ze mogen een aansporing voor u zijn elkaar tot een hand en een voet te zijn in dit leven en niet tot een struikelblok, dit met name ook in het geestelijke.

Een derde Persoon voegt Zich bij hen. Hij is voor hen niet aanstonds bekend, want hun ogen werden gehouden dat zij Hem niet kenden (vs. 16). Gehouden ogen, dat wil zeggen door God gehouden ogen. Lezen we er niet overheen. God opent en sluit. Dat geldt ook onze ogen. Hierin schittert Gods welbehagen en daarin Gods wijsheid. God is vrij in wat Hij doet, en wanneer Hij dat doet. De Heere komt nooit voor Zijn tijd. Er moet plaats zijn voor de bediening van Zijn Woord, voor de verklaring en toepassing ervan.

Het was voor hen Paasfeest met gesloten ogen, althans wat Christus' priesterlijke bediening betrof. Wél achtten zij Hem een groot Profeet. Hoe is dat met u? Ontving u op de Paasdagen ook een priesterlijke zegen van de Christus? Want niet alleen triumfeerde Hij koninklijk over dood en graf, over krachten en machten, niet alleen deed Hij er profetisch van spreken tot onderwijs, maar ook mag Zijn Kerk weten dat haar Hogepriester lééft, zodat Hij Zelf de Goedevrijdagzegeningen kan en doet uitdelen, meer nog: zodat Hij Zichzelf kan wegschenken aan reddeloos-verlorenen in zichzelf.

'Wat redenen zijn dit, die gij wandelende onder elkaar verhandelt?' Met andere woorden: waarmee bent u toch zo druk? Deze vraag komt rechtstreeks naar u toe, lezer(es). Wat is/was het onderwerp van gesprek toch steeds? Wat houdt uw gedachten zo gevangen? Waar bent u toch de hele dag mee bezig? Want de Heere is er nog bij als u in huis bent, of naar uw werk gaat, Hij ziet u in uw bezigheden, in uw relaties, in uw zorgen, in uw strijd. Hij ziet u als u er met Pasen niet uit kunt komen met uzelf en met Hem. Juist bij zulken wil Hij zijn! Wat zit u toch zo dwars? Stort voor Hem uit uw ganse hart, Hij is een toevlucht t' allen tijde. Hij wil onderwijzen ook als we al iets opgelopen hebben onder Zijn bediening, als we geboeid zijn door Zijn Woord, als Jezus volmacht voor ons heeft. Nader onderwijs is ook dan zo nodig, want we zijn zo vergeetachtig, zo beperkt, zo dom en dwaas in onszelf, zelfs al ging er al een vonkje het hart in brand zetten voor de gezegende Zaligmaker.

Zie maar bij de Emmaüsgangers. Als wij in het donker zitten, moet het bij Christus ook wel dodelijk duister zijn, als wij gebonden zijn, moet de Heere Jezus op zijn minst geboeid zijn. Zouden wij hier gaan prijzen wat de Heere in hen bestraft? O, onverstandigen en tragen van hart, zegt Christus tegen hen. Weet u wanneer we dat zijn? Als ons profiel van en onze gedachtengang over Christus zijn vastgelegd. En als we dan teleurgesteld zijn als het niet zo gaat als we gedacht hadden. Wanneer er geen plaats is voor de dood van Christus. En wanneer we een christus zoeken naar eigen idealen. Dan moeten we met dat alles overboord gaan, ja met al onze godsdienstigheid en godvrezendheid en bekeerdheid, om als een onverstandig en dwaas mens ons aan te melden bij de school van de Heilige Geest. Met zulke leerlingen wil de Heere nog van doen hebben. Denk maar aan de Emmaüsgangers.

Deze mensen raken uitgepraat en uitgeredeneerd (u ook al?) en de Heere Jezus komt aan het woord. Een diep ontdekkende, zuiver schriftuurlijke en rijke Christusprediking wordt het, waarin zij Hemzelf persoonlijk ontmoeten. O, onverstandigen en tragen van hart. Dat is ontdekking. Door deze ontdekking leert u: het ligt anders dan ik dacht. Ik meende, als God nu eens wou . . . , en ik merk: ik wil niet. Ik meende: als er bij God nu eens zoveel krachten ten goede waren als bij mij ..., en ik merk: bij de Heere is er wel de kracht, maar bij mij is er niet alleen de onwil maar ook actief verzet. O, dat onverstand van ons. Dat is geen intelligentiegebrek, maar dat is dat net doen of er geen God is en geen Opgestane Zaligmaker. Het is dat weigeren om de woorden Gods te verstaan, dat onverschillige, dat koude, dat harde ... En dan die traagheid. om elk ogenblik beschikbaar te zijn voor de Heere. Die traagheid, waarin we het overal zoeken behalve bij God. Die traagheid ook in het onderzoeken van de Schriften, die van Hem getuigen.

De Heere Jezus beklaagt de beide vrienden niet, maar klaagt ze aan. Want door onverstand en traagheid is er geen overtuiging en geen overbuiging, geen vordering en geen verdieping. Deze rede was hard. Toch gaan deze mensen niet bij Hem vandaan, zoals zovelen van de schare destijds en nu. Dat is genade, als de Heere aan het woord komt in ons leven, maar ook als we Hem uit laten spreken, en we niet halverwege al vertrokken zijn. Zo kan aan de orde komen waarom de Christus dat alles lijden moest. Daarbij gaan de Schriften open. 'En begonnen hebbende van Mozes en van al de profeten, legde Hij hun uit in al de Schriften hetgeen van Hem geschreven was'.

De volledigheid valt hier direct op. Geen pastoraal gesprek gevuld met allerlei nutteloosheden. Daar was de weg naar Emmaüs te kort en de tijd te kostbaar voor. Neen, de Schriften gaan open. Zal daar gesproken zijn over de moederbelofte, over Izak en de meerdere Izak, en over de offers en de altaren, over het sterven van de hogepriester waardoor de doodslagers vrij waren van de bloedwreker, van Jona's drie dagen in de buik van de vis, over de lijdende Knecht des Heeren, over de profetieën van Zacharia, Zefanja en de Psalmen, om uit een onnoembare veelheid hier niet meer te vermelden? Eén ding is zeker: de Schriften gingen open. Door Zijn profetisch Woord ontvingen ze een priesterlijke zegen, zodat ze gingen verstaan: de Christus moest al deze dingen lijden. Zo werden ze koninklijk geregeerd door Zijn Woord. Hier krijgt u de weg gewezen, die met de Emmaüsgangers dwaalt in het donker van de avondschemer na het grote Paasgebeuren.

'Want de opening van Uw woorden zal gewis, Gelijk een licht het donker op doen klaren; Zij geeft verstand aan slechten, wien 't gemis Van zulk een glans een eeuwige nacht zou baren.'

Wat hebben we hier de werking en de doorwerking van de H. Geest in nodig. Deze Geest maakt levend en houdt in leven. Zo worden kruis en opstanding persoonlijk aan het hart verklaard. Daarvan wordt ons binnenste brandende. En dan wordt het hart in plaats van onverstandig leergierig, en komen er in de plaats van traagheid werkzaamheden, oefeningen, bewegingen, geheiligde begeerten en verlangens.

'Was ons hart niet brandende in ons', zeggen ze later tegen elkaar, 'als Hij met ons sprak op de weg en als Hij ons de Schriften opende?' Hun hart was niet lauw, zoals in Laodicea, zelfs niet warm, maar brandend. Zo brandend dat ze plotseling in Emmaüs zijn. Goed mogelijk dat ze de tijd waren vergeten. Is u dat ook wel eens gebeurd? Dan was u in de bediening van het Woord zo dicht bij Hem, dat u kon zingen: het is mij goed, mijn zaligst lot, nabij te wezen bij mijn God! Dan kan een Maria al luisterend naar Hem maar niet wegkomen, als ze aan Jezus' voeten zit. Onvergetelijke momenten, onvergelijkbare ogenblikken met die, waarin we in staat blijken te zijn het allerhoogst en eeuwig Goed te verzaken voor onbenulligheden.

'En Hij hield Zich alsof Hij verder zou gaan; en zij dwongen Hem zeggende: Blijf met ons, want het is bij de avond'. Zijn komst is vrijmachtig, maar Hij blijft op uitnodiging! Laten we het ter harte nemen. Hier dus geen einde van een Woordbediening met de woorden: ziezo, dat hebben we weer gehad. Het tegendeel. Ze kunnen er niet genoeg van krijgen.

Hoe onmisbaarder Hij wordt voor ons, des te behoeftiger wij worden. Denk erom: Gods liefde wordt gekrenkt als we er genoeg van kregen. Maar als het hart uitroept tot God, Die leeft, en aan mijn ziel het leven geeft, dan is er verlangen naar Hem. En dat verlangen krijgt pas rust in de vervulling: dat is in Gods nabijheid.

Blijf met ons, want het is bij de avond. De avondhemel kleurt zich over Emmaüs en over onze oud geworden wereld. Blijf met ons, ook in de avond van het leven. Het is de laatste ure. Blijf met ons in de onderwijzing en de terechtwijzing van Uw Woord, blijf met ons in de liefde en de troost van het H. Evangelie. Blijf met ons in kerk en gemeente, in huwelijk en gezin, op werk en school. Blijf met ons. En zij dwongen Hem. Bent u zo'n dwinger? Dat mag. Dit is een heilig dwingen. Wat is dat nodig, juist nu. En, . . .de opgestane Zaligmaker laat Zich verbidden! Want Hij ging in om bij hen te blijven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1982

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Op weg naar Emmaüs

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1982

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's