Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wie kan dan zalig worden?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wie kan dan zalig worden?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij werden nog meer verslagen, zeggende tot elkander: wie kan dan zalig worden. (Markus 10 : 26)

Zalig worden is niet makkelijk.

Zalig worden is: Strijdt om in te gaan door de enge poort.

Zalig worden is bij de mensen onmogelijk!

Zalig worden is niet moeilijk.

Zalig worden is: God werkt in u beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen.

Zalig worden is niet onmogelijk bij God, want alle dingen zijn mogelijk bij God!

De discipelen verkeren in verlegenheid. Met elkaar zijn ze muurvast gelopen. Wat is er aan de hand? Midden op de dag heeft een zekere jongeling aan de Heere deze kernachtige vraag gesteld: Goede Meester!, wat zal ik doen opdat ik het eeuwige leven beërve? Graag wil hij uit de mond van de Hoogste Profeet en Leraar geestelijk onderwijs ontvangen. Het oog en het oor van mensen deerde en weerde de jongeling niet. Eén ding begeert hij: Een antwoord van Jezus op zijn vraag.

Naar Wie (wie) gaat u met uw levensvragen? Leert van deze vrager dat hij met oprechte bedoelingen tot de Zaligmaker gaat. De eeuwige dingen hebben in zijn leven voorrang. Hij zoekt de dingen die boven zijn. Kan dat van u gezegd worden? Behoort u nog tot die mensen die de voorkeur geven aan de tijdelijke boven de geestelijke dingen? Het is een bewijs van onbekeerdheid.

De wens van de jongeling wordt vervuld: Onderhoud de geboden. Christus bedoelt met Zijn antwoord niet dat de zaligheid door de werken van de wet te verdienen is. En dat niemand door de wet gerechtvaardigd wordt voor God is openbaar; want de rechtvaardige zal uit het geloof leven. (Galaten 3 vers 11) Op een bijzondere manier zal de Heere de 'vrome' jongeling leren dat ook hij schuldig staat tegenover de geboden van God.

Uit zijn antwoord blijkt zijn geestelijke blindheid. Meester!, al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid af. Waarin schiet ik tekort? Wat ontbreekt mij? In heel mijn leven heb ik volgens de inzettingen van God geleefd. Ondanks die onderhouding had hij geen rust. Dat kon ook niet, want de Vrede met God door het geloof ontbrak. En Jezus beminde hem. Deze liefde van Christus is anders dan de liefde die de Heilige Geest uitstort in de harten van de kinderen van God. Het is een genegenheid van de kant van Jezus, omdat de jongeling uiterlijk het houden van de geboden voorstond.

Heeft deze man bij u soms een slechte naam? Als u een slordige levenswandel leidt, vergeet dan niet dat Jezus hem beminde. Zijn leven was niet vol ernstige overtredingen en ook is er geen sprake van een ergerlijk levensgedrag. Kan dat van ons gezegd worden? En zijn onrust drijft uit naar de Heere. Doorgaans leven wij met een valse rust vrolijk verder. Ga daarom niet boven deze jongeman staan!

Er komt een wending in het gesprek. Met ontdekkende woorden overtuigt Jezus de jongeling van zijn onvolmaaktheid en zondigheid. Vlijmscherp en recht op de man af is de eis: Een ding ontbreekt u; ga heen, verkoop alles, wat gij hebt, geef het aan de armen, en gij zult een schat hebben in de hemel en kom herwaarts, neem het kruis op, en volg Mij. De Heere noemt concreet de zonde bij de naam en gaat zonder omwegen op Zijn doel af. Jezus kende zijn verborgen zonde. Goud en zilver waren de afgoden van de jongeling. Dit kwaad moest aan het licht komen, want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad. En de aanbidding van rijkdommen hielden hem van de Heere vandaan.

God en de mammon samen dienen gaat niet. Toen niet... nu niet... nooit! Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Het is alsof ik Jezus hoor zeggen: 'Jongeman, uw rijkdom is een beletsel Mij te dienen. Geef alles prijs voor het eeuwige leven'. Daar ging het hem per slot van rekening toch om? Dit grote goed moest zeker voor iemand die het eeuwige leven wilde beërven alles waard zijn. Maar... het afstand doen van al zijn goederen was een groot struikelblok op de weg naar Gods Koninkrijk. Zijn rijkdom is een onoverkomelijke hinderpaal om de Heere te dienen. Jezus heeft die zere plek in zijn leven aangewezen, die verhinderde God boven alles te dienen. In Zijn antwoord riep de Heere hem tot bekering en geloof. Deze prediking diende tot navolging. Niet tot verstoting. God eiste de jongeling geheel op.

Bedroefd gaat hij weg. Hij dacht de wet te kunnen volbrengen. Wat blijkt? De jongeling staat schuldig tegen het eerste gebod: Gij zult geen andere goden voor Mijn Aangezicht hebben. Ook gaf hij geen gehoor aan de eis alles voor de naaste over te hebben. Hij leek dicht bij het Koninkrijk van God te zijn, nota­ bene aan de voeten van Jezus en hield er een schijn van godzaligheid op na. Niet haatdragend. Niet onverschillig. Bedroefd gaat hij weg. Weg. Van Jezus vandaan. Hij gehoorzaamt het Woord van God niet. Herkent u hem? Nee, ik bedoel niet iemand buiten u. Wordt uw leven hier getekend? U slaat de roepstemmen van God nog in de wind? Laat uw droefheid niet de droefheid van de rijke jongeling zijn, maar een droefheid naar God die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt.

De discipelen die daarna door Jezus vertrouwelijk met kinderen werden aangesproken zijn verslagen. Zij hebben het gesprek van Jezus met de jongeling gevolgd. Ze zijn ontzet over de woorden van Jezus. In hun verslagenheid zit verwondering en ontroering. Openhartig spreken ze het tegen elkaar uit: Wie kan dan zalig worden? Bij wie leeft deze vraag in het hart? Bij de discipelen. Bij de kinderen van God. Zij die deze wereld nog liefhebben stellen deze vraag niet. Brave mensen ook niet. Voor de laatsten is zalig worden een vanzelfsprekend zaak. Door voorbeeldige levenswandel kun je er toch aanspraak op maken? De woorden van de Meester waren dus ontdekkend voor de discipelen. Zij hadden wel alles voor de Heere verlaten, maar zij verheffen zich niet boven de bedroefde jongeling. Helder was hen getoond de hindernis die in het hart van de mens aanwezig is om de Heere te volgen. Verslagen roepen ze om die reden uit: Is er wel een mens bij wie geen verhindering aanwezig is? De een vertrouwt hierop. De ander leeft daarvoor. Het zijn allemaal dingen die ons van God vandaan houden. De oorzaak van deze afkeer ligt in ons zondig hart. Wij begeren niet de weg van de godzaligheid te bewandelen. Het woord van Jezus: Eén ding ontbreekt u, heeft de discipelen zeker heftig aangegrepen.

God waarschuwt een ieder die buiten Hem leeft. Laat u ontdekken! Laat de heilige Geest die zonde in uw leven aanwijzen, die in de weg staat de Heere uit genade te volgen. En rijkdom is niet de enige zonde die belet het Koninkrijk van God binnen te gaan. Als de waarschuwingen op ons afkomen wordt in ons hart ook de vraag geboren: Wie kan dan zalig worden? Dan kun je niet meer zalig worden op grond van je discipel-of dominee-zijn. Kent u deze verslagenheid?

Ieder kind van God kent het wonder van zalig worden. Het verslagen hart kent de onwil en de vijandschap jegens God van de kant van de mens. Als zalig worden moest komen door iets van ons, dan was het een verloren zaak. Het is genade wanneer we op de school van de Heilige Geest leren dat wij de zaligheid in de weg staan. Dit besef maakt verslagen, klein en afhankelijk voor God. Wie God kent, kent zichzelf. En als een ander struikelt gaan we onszelf niet voorbij. We geraken verslagen. Waarom? In mijn hart bespeur ik niets anders dan gebreken en dat maakt mij ontroerd. Het bange hart breekt de mond open: Wie kan dan zalig worden? De met zichzelf ingenomen mens begrijpt de houding van de discipelen niet en zegt in zijn dwaasheid: Wat ontbreekt mij nog?

God bewerke door Zijn Geest voor het eerst of bij herhaling in ons hart: Wie kan dan zalig worden? Deze nood brengt op de knieën voor God. En wie in waarheid Hem need'rig valt te voet, Zal van Hem Zijn wegen leren.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 1982

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Wie kan dan zalig worden?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 1982

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's