Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een hart geopend

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een hart geopend

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En een zekere vrouw, met name Lydia een purperverkoopster, van de stad Thyatira, die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd. Hand. 16 : 14

Voor de vierde achtereenvolgende maal hebben we een bekeringsgeschiedenis ons. Nu worden deze over het algemeen gretig gelezen, voorzover ze in de boekhandel te koop zijn. Maar zonder wat van hun waarde af te willen doen komt het me toch wel eens voor dat deze buitenbijbelse bronnen gesteld worden boven de bijbelse bronnen. Wellicht zijn deze laatste daar wat te eenvoudig voor. In een enkele zin of gebeurtenis worden de grote heilsdaden Gods getekend. Maar wat liggen voor het geestelijk oog juist daar niet de werken Gods openbaar. Om zich over te verwonderen en in te verlustigen. Om jaloers te worden. Om er zelf mee op de knieën te komen. Zo ook deze bekering, waar in een enkele zin slechts het eenzijdige Godswerk in belicht wordt: 'welker hart de Heere heeft geopend'. Meer horen we niet van alles wat er met haar, Lydia, gebeurde. Weten we dan niet meer van haar. O zeker, de enkele zinnen geven ons voldoende om een beeld van haar te hebben. Lydia, zij was een purperverkoopster uit Thyatira, welke Paulus ontmoette op zijn eerste reis(je) door Europa. Paulus was door de droom geroepen om naar Europa te komen. De Macedonische man scheen hem in de droom te wenken: kom over en help ons. Maar toen Paulus met de zijnen gekomen waren schenen er weinig verlegen te zijn om het Woord. Wat een beproeving. Was het immers de Geest niet Die hen leidde? En nu? Totdat, op de sabbathdag Paulus op de plaats van het gebed aan de oever van de rivier enkele vrouwen ontmoet onder wie Lydia. Het was een klein, heel klein begin waarmee de Heere in dit werelddeel begon. En toch, ook hier waren er die de God van Israël al zochten. Ook Lydia. Wie zij precies was weten we niet, maar ze was werkzaam in de purperindustrie. Zeg maar gerust: in de wereldse industrie. Purper werd gebruikt voor het verven van wol en linnen. Een luxe en weeldeartikel. Hier rolde de wereld van het geld. En toch dreef haar innerlijk zoeken haar uit naar de God van Israël. Al mogen we dit dienen toch wel vrij oppervlakkig beschouwen. Haar werk zal ongetwijfeld - al is het dan na haar bekering - spanningen hebben meege­bracht. In de brief van Johannes aan de stad Thyatira (Openbaring 2) lezen we van die spanningen tussen de economische machten en het dienen van de Heere. In Lydia zien we dan ook de moderne mens van vandaag. Die man of vrouw die een beroep heeft waardoor ze in aanraking komen met de listen van de satan. Wie alle beroepen op een rijtje zet komt er nogal wat tegen waarin men de Heere niet dienen kan. En misschien ligt het voor u wat anders. Maar hoever zijn we al meegesleept door die geweldige machinerie van de economische macht. Vooral wat betreft het gebied van de weelde en de luxe. Hoevelen brengen in die sferen niet hun hart en hun goed door. En dan mag Lydia's dienen van de Heere totnogtoe oppervlakkig geweest zijn, maar op de sabbath had ze toch nog tijd voor Hem. Haar handeltje was gesloten. Een getuigenis op zich in die havenstad Filippi. Ze vond tijd voor het gebed en om naar de verkondiging van het Woord te luisteren. Opvallend is dat, bij al deze vier bekeringsgeschiedenissen dat allen eerst naar het Woord Gods luisteren gaan. En dat God iemand op hun weg zendt. Ook bij Saulus die onderweg naar Damascus gegrepen werd, maar toen toch naar de stad moest gaan tot Ananias bij hem kwam om hem de weg der zaligheid te wijzen. Telkens is er hier sprake van mensen die de Heere dienden op hun wijze, de kamerling, Saulus, Cornelius en Lydia, maar allen kenden zij de Christus niet. Wat is er zo en wat kan er zo ook bij ons een onderscheid zijn tussen een uitwendige godsdienst, een dienen naar onze maatstaven, een wel naar de kerk gaan en bidden en toch: dat in het hart die kennis van Jezus Christus als dé Borg voor onze schuld nog ontbreekt. Dat we nog onverzoend met God leven. En ons hart, het is als Lydia's hart: van nature gesloten. Horende doof en ziende blind. Slechts de dood heerst er. Wat tekent het niet onze doodsstaat, als onze tekst vermeldt dat de Heere haar hart opende. Dat kon Paulus niet, dat kon Lydia zelf niet. In deze enkele zinsnede daar wordt de waarheid van onze verlorenheid buiten God in al zijn verschrikkingen getekend. En nu moet de Heere openen. Nu moet de Heere Zijn Heilige Geest aan de prediking paren, zodat ze toegepast en verstaan wordt. En nu lezen we in deze tekst dat de Heere leven gaat schenken waar de dood heerst. Van het stenen hart een vlesen hart maken. Het is waar, we zijn het snelste klaar als we zeggen: als de Heere het niet deed zou Lydia's hart gesloten blijven. Zo kunt u de tekst lezen, maar dat geeft zo'n vrijblijvendheid. Dat legt de persoonlijke roep tot geloof en bekering naast zich neer. Is het niet veeleer een eeuwig wonder dat de Heere beginnen wilde. Bij zulken die vijanden van Hem zijn? Daar mogen we veel eerder op letten.

Wellicht zegt iemand: maar is het hier dan toch niet heel anders dan bij Cornelius? Wordt hier niet gezegd dat er niets is uit onszelf, dat alles dood is in eigen hart, terwijl bij Cornelius gezegd werd dat hij toch maar zelf de Heere zocht en de Heere hem antwoordde op het gebed? Maar deze beide geschiedenissen zijn geen tegenstellingen. Ze laten de verschillende zijden zien van Gods werk. Zowel Cornelius als Lydia kenden hun godsdienst. Maar beiden moesten terecht komen onder de prediking van het levende Woord. En zij die zo de Heere dienen als een Lydia of Cornelius, ze zijn in de rechte gestalte en op de juiste plaats om met het middelaarschap van Christus bekend gemaakt te worden. Want onder die prediking wordt de verlorenheid van ons hart ontdekt. Daar wordt schuldbesef geboren. Daar is het de Heilige Geest Die overtuigt van zonden. Die doet vragen en uitzien: is er nog een weg der zaligheid? Zo luisterde Lydia. En de Heere opende haar hart ervoor. Hoe? Daar zorgt de Heere Zelf voor. Maar wel door de prediking heen. Van een Filippus tot de Moorman, van Ananias tot Saulus, van Petrus tot Cornelius en van Paulus tot Lydia. Allen worden ze daar bekeerd. Onder de jaloersmakende prediking. Ze is maar niet getroffen door de prediking, zoals wij dat weleens kunnen zijn, een ogenblik aangedaan, maar zo snel weer vergeten. Maar het deksel is van haar zielsblindheid afgenomen. Hier gaan we niet verder filosoferen over de zielsbelevenissen van Lydia. Hier wordt God verheerlijkt. Dat Hij zulke zondaarsharten opent. Voor eeuwig opent!

Komt, luistert toe, gij Godgezinden
Hoort wat mij God deed ondervinden
Wat Hij gedaan heeft aan mijn geest!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 1982

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Een hart geopend

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 1982

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's