Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wendt u naar Mij toe

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wendt u naar Mij toe

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde, want Ik ben God, en niemand meer. Ik heb gezworen bij Mijzelven, er is een woord der gerechtigheid uit Mijn mond gegaan, en het zal niet wederkeren: dat Mij alle knie zal gebogen worden, alle tong Mij zal zweren. Jesaja 45 : 22, 23

God doet wonderlijke dingen, vaak onbegrijpelijk voor de mens. Toen Israël wegens ongehoorzaamheid gestraft was met de ballingschap, belooft God hun terugkeer tot het leven met Hem. De grond van deze vernieuwing ligt in het verbond dat Hij met hen gesloten had: Hij had hen geformeerd. Israël was Zijn knecht. Ze moeten zich bekeren, dat wil zeggen de afgoden verlaten en hun enige God, de God hunner vaderen dienen. Dat zal verlossing brengen.

Onmogelijk! zegt het volk. Hoe zal dat kunnen! Als gewoonlijk ziet het verbondsvolk op de sterke arm, die ten enenmale nu gemist wordt. Onderworpen aan de macht van Babel, zien zij niet hoe anders de verlossing zou kunnen komen. Al hun wegen lopen dood. U kent dat misschien ook wel: beloften genoeg, maar hoe moet het met mij. Ik zie geen weg om onder de druk van oordeel en straf uit te komen.

Waar mensen geen weg weten, weet de Heere die wel. Zelfs heel wonderlijke wegen. In het vorige en in dit hoofdstuk wordt Cores als verlosser genoemd, nota bene de koning van de Perzen. Van hem is tot nog toe geen sprake geweest, Israël zucht onder de macht van Babel. Hier zegt de Heere: Babel zal onderworpen worden door de Perzische koning Cores of Cyrus, wat voor Israël de bevrijding zal inhouden. De Heere, de God van Israël gaat vreemde wegen: heidense koningen worden instrument in Zijn hand opdat Israël naar Jeruzalem kan terugkeren. Op die wijze - voor onze oren vreemd misschien - zal de Heere Israël verlossen.

Zelfs zullen de heidenen voor Israël buigen en zeggen: God is in u en er is geen andere God (vers 14). Alles wordt anders. In plaats van onderworpen volk te zijn, zullen andere volken aan hén onderworpen zijn.

Onbegrijpelijk: God is een God Die Zich verborgen houdt, God gaat voor mensen niet te begrijpen wegen. Zijn handelen is ondoorgrondelijk, voor mensen niet na te rekenen. Hij zal Zich openbaren naar Zijn belofte. Hij heeft immers niet gezegd: zoek Mij tevergeefs ! Op Gods Woord kan men rekenen; Hij vervult Zijn beloften.

Het wordt nog grootser: ook de heidenen zullen delen in de verlossing. Niet alleen gered van het oorlogsgewoel van Cores, nog meer gered door de Heiland. Als heidenen zullen ze weten, dat ze een god aanbidden die niet verlossen kan. Dat zal bekend worden: de Heere, de God van Israël is de enige God. Behalve Hij is er geen God. Hij is de God Die de zonde straft; en ook de Heiland, in Wien het nieuwe Rijk der gerechtigheid aanbreekt. Zij zullen mogen delen in de gemeenschap met God door Christus' verzoenend lijden en sterven, in de vrede die het verstand te boven gaat. Over Israël heen zullen ook de heidenen delen in Gods genade.

Hier komt, het allesomvattende Koninkrijk van God in het zicht. Ze zullen komen van Oosten en Westen en zullen aanzitten met Abraham en Izaak en. Jacob. Hoe groot zijn Gods plannen! Naast Israël zullen ook diens vijanden delen in de tijdelijke én eeuwige vreugde van het geloof. Dat zet ons tot nadenken waar Israël ook heden zoveel tegenstanders heeft. Nu heet het in de tekst ook niet meer: bekeert u, maar: wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde. Bij de Heere is de enige plaats tot behoud. Voor Israël, maar evenzeer voor de heidenen als ook voor u en mij.

Wendt u naar Mij. Calvijn en ook de kanttekenaren vertalen: ziet op Mij en Calvijn haalt dan Johannes 3 aan waar gesproken wordt over het zien op de slang in de woestijn. Dat was niet zomaar een zien, maar een geloofszien: alzo lief had God de wereld dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve maar het Eeuwige Leven hebbe. Als geloof dan te vergelijken is met het zien op de koperen slang, dan is dat eenvoudig. Inderdaad, zó eenvoudig is geloven!

Maar vindt u dat zo eenvoudig? Zien op de slang betekent afzien van al die kronkelende, wriemelende, bijtende slangen; en dat is nogal wat! Zien op de slang is ook afzien van al die dodelijke beten en wonden. Ook dat is nogal wat.

Zo is ook het zich wenden tot de Heere, tot Christus, een niet kleine zaak. Het is een afwenden van de duivel, van de wereld, van de zonde en zich richten tot de enige Zaligmaker. Ziet Mij aan als uw Redder, Die kan en wil en zal... Zien op Jezus is midden in de zonden pleiten op Gods beloften, verwachting hebben voor tijd en eeuwigheid.

Is dat voor mij? Mag ik dat? Ik ben zo'n groot zondaar. Mag ik u dan een vraag stellen: is Hij dan een Zaligmaker van iets anders dan van zondaren? Is er één zonde te groot voor Hem? De enige onvergeeflijke zonde is het zich niet wenden tot de Heere. Is dit dan niet alleen voor de uitverkorenen? U hebt gelijk, maar daarover spreekt de Heere hier niet. Heden spreekt Hij tot u door dit Woord. Met dit Woord moet u nu klaar komen. Alle gij einden der aarde. Wie is er van uitgesloten? Het gaat om de gehele aarde. Daar behoort u ook bij. Het einde van de aarde is nergens te vinden. Het is de Heere ernst met Zijn Woord. Hij zweert bij Zichzelf, onder ede, dat er behoud is bij Hem. Niet de filosofen, de schrijvers en dichters, niet bij bekende mannen en vrouwen, niet bij uw eigen man of vrouw, of bij je kinderen of bij je ouders. Zij redden uw lichaam niet van de dood, zij kunnen uw ziel niet vertroosten. Alleen de Heere. Hij is God en niemand meer.

Van Hem uit gaat een woord van gerechtigheid, dat betekent: een onbedrieglijk woord, dat Hij niet zal terugnemen, nl. dat alle knie zal gebogen worden. Is het niet in dit leven dan toch in het Laatste Oordeel. Niemand zal daaraan ontkomen, geen Jood, Christen of heiden. Helaas zal het dan voor velen te laat zijn, omdat zij aan God niet gehoorzaam zijn geweest. Gelukkig als we hier in dit leven onze knieën leren buigen voor God; als ons harde, trotse hart leert buigen voor God en Zijn Christus en Zijn Geest.

Dat mag ik u vragen: buig toch voor Hem, nu, nu gij er nog bent. Wendt u tot Hem en wordt behouden.

Zegt alles vaarwel wat het leven met God in Christus in de weg staat. Die ruil is zo goed in ons leven. Dan hebt ge alles, voor tijd en eeuwigheid, voor lichaam en ziel. Wat groot als ge in het koor van alle tong Hem mag (zweren) grootmaken, eren en dienen mét Israël en met allen die zijn verschijning hebben liefgehad.

J. Kruijt

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 1982

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Wendt u naar Mij toe

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 1982

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's