Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luther, de vertrooster van aangevochtenen (1)

Bekijk het origineel

Luther, de vertrooster van aangevochtenen (1)

9 minuten leestijd

Waarschijnlijk is de persoonlijke geestelijke strijd die Luther zijn hele leven te strijden heeft gehad voortdurend van invloed geweest op de vorming van zijn theologie.

In het vijfhonderdste jaar na de geboorte van de reformator Maarten Luther zal er op verschillende wijzen aandacht besteed worden aan zijn persoon en werk. Het is te hopen dat dat voor velen dit jaar mag leiden tot een hernieuwde kennismaking en een ontmoeting met deze man Gods die tot grote zegen mocht zijn voor de Kerk. De dingen die hij gezegd en geschreven heeft hebben tot de dag van vandaag nog geldingskracht, omdat hij niets liever zeggen wilde dan wat het Woord hem te zeggen gaf.

Luther leren kennen

Om Luther te kunnen begrijpen, en zo van hem te leren, is het nodig dat wij hem leren kennen, in zijn levensgeschiedenis en in zijn theologie. Hoe leren wij hem daarin kennen? Als een man van het levende woord, met slechts een schat: het Evangelie van Jezus Christus en Die gekruisigd. Als een man des geloofs, die met alle eigen gerechtigheid te gronde is gegaan om alleen de geschonken gerechtigheid in Christus te omhelzen. Als een strijder voor de Waarheid Gods. Maar ook als een aangevochten mens, een bestredene, die telkens weer leren moest dat Christus' kracht in zwakheid wordt volbracht. Het is niet mogelijk om Luther goed te leren kennen en begrijpen in zijn levensloop en in zijn theologie zonder te weten wat de aanvechtingen in zijn leven hebben betekend. Als wij over de aanvechtingen bij Luther spreken dan zijn wij eigenlijk in het hart zowel zijn theologie als van zijn levensgeschiedenis. Waarschijnlijk is de persoonlijke geestelijke strijd die Luther zijn hele leven te strijden heeft gehad voortdurend van invloed geweest op de vorming van zijn theologie. Dit geldt zozeer dat zijn theologie soms ook wel theologie der aanvechtingen genoemd is. Anderzijds hebben zijn theologische ontdekkingen en stellingnames ook telkens op hun beurt weer nieuwe aanvechtingen veroorzaakt. Het is niet zo dat Luther alleen vóór zijn bevrijdende ontdekking van de rechtvaardigheid, die in het Evangelie geopenbaard was, aanvechtingen heeft gekend. Wij zijn er misschien wel aan gewend dat er vooral over de geestelijke strijd van Luther in het klooster geschreven is in de verschillende levensbeschrijvingen. Maar wij vergeten dan vaak dat Luther tot aan het einde van zijn leven door geestelijke afgronden is gegaan. Men heeft wel geprobeerd de zielestrijd van Luther te verklaren vanuit medische en psychologische oorzaken, maar deze pogingen laten duidelijk het onbegrip openbaar komen omdat zo niet begrepen wordt dat het onlosmakelijk verbonden is met de aard van het geloof, dat het aangevochten geloof is. Geloof is voor Luther 'getrooste vertwijfeling'. Zonder aanvechting kan geloof niet zijn, omdat het niet leeft van eigen zekerheden maar van dat wat buiten onszelf vast ligt in Christus. Geloof is immers zeker zijn van dat wat voor ervaring en gevoel zo vaak onzeker schijnt. Aanvechtingen moeten er dus zijn. Daarom kan Luther zelfs zeggen dat de grootste aanvechting is geen enkele aanvechting te kennen. Ja de aanvechtingen moeten zelfs medewerken ten goede. Luther schrijft ergens: 'Ik heb mijn theologie niet in één keer geleerd, maar heb steeds dieper en dieper moeten afdalen en tasten. Daar hebben mijn aanvechtingen mij toe gebracht. Want zonder aanvechtingen kan men daarover niet meepraten'. En aan Melanchton schreef Luther eens dat hij hoopte dat alles wat hij aan strijd en zielenood had meegemaakt ten goede zou mogen komen aan anderen die hij in dezelfde omstandigheden zou mogen helpen te zien op de vaste zekerheid van Gods genade. Luther is door Gods genade zo' n trooster geweest en hij is het nog, ook zoveel jaren nadat hij geleefd heeft en gestorven is.

Aanvechtingen

Wat zijn aanvechtingen? Wij kunnen het beste Luther zelf aan het woord laten om ons dat te zeggen. Luther beschrijft ergens hoe hij zijn aanvechtingen ervaren heeft. Hij zegt: 'Ik ken een mens, die verzekerd heeft dat hij deze straffen vaak geleden heeft; ze duurden weliswaar maar een zeer korte tijd, maar waren zo zwaar en zo hels, als geen tong het zeggen, geen pen het beschrijven en geen onervarene het geloven kan; zó, dat als zij hun hoogste graad zouden bereiken of nog een half uur of een tiende deel van een uur duren zouden, hij te gronde zou moeten gaan en al zijn beenderen tot as vergaan zouden. Hier verschijnt God verschrikkelijk toornig en met Hem tegelijk de gehele schepping. Daar is geen vlucht, geen troost, noch binnen noch buiten, maar alles wordt tot aanklager. Dan zegt men onder tranen dit vers: 'Verstoten ben ik van voor het aanschijn Uwer ogen'. In dit ogenblik durft men niet eens meer zeggen: 'Heere, straf mij niet in Uw toorn'. In dit ogenblik kan de ziel (het is merkwaardig om te zeggen) niet geloven, dat ze ooit nog verlost kan worden; alleen dat ze nog niet de volle straf ervaart, die is toch eeuwig en de ziel kan die ook niet voor tijdelijk houden. Er blijft slechts het naakte verlangen naar hulp en een bevend zuchten over, maar zij weet niet vanwaar zij hulp kan krijgen. Hier is de ziel wijd uitgespannen met Christus, zodat men al haar beenderen tellen kan, en er is geen hoekje in haar dat niet met de bitterste bitterheid, met schrik, sidderen en treurigheid opgevuld is, en wel zo dat al deze dingen van eeuwige duur zijn'. Zo bitter is voor Luther de ervaring van de aanvechtingen geweest. En dat niet eenmaal maar vele malen. Het is een strijd op leven en dood. Een strijd waarin in het ondergaan alle troost verdwijnt, een strijd waarin de mens niet anders gelaten wordt dan een naar recht toornend God en een verloren, eeuwig verloren mensenkind, zonder uitzicht op de vertroosting van het evangelie. En wat zal dan uitkomst bieden in deze strijd?

Luther gebruikt bij voorkeur het woord 'Anfechtung' als hij aan wil duiden wat de gelovige mee moet maken in zijn zielestrijd. Daarmee wil hij duidelijk maken dat het gaat om een strijd waarin er een aanvechter is tegenover een aangevochtene. Het is een woord uit de terminologie van de oorlog. Een vijand valt aan. Verdediging is dan geboden. Het gaat om leven en dood. Alle macht en waakzaamheid is dus geboden om niet neergeslagen of doorstoken te worden. De gehele wapenrusting Gods om te strijden tegen de listige omleidingen des satans. Het slagveld is het hart dat niet vreemd is van het geloof in Christus. De vijand probeert het te veroveren. Hij zoekt de zwakke plekken op om het in te nemen met zijn moordend wapen van twijfel. Hij wil dat de zekerheid van Gods genade plaats maakt voor de ziekmakende twijfel aan Gods goedheid. Wie is in deze strijd de aanvechter? Is het de duivel? Of is het God? De aangevochtene weet vaak zelf niet met wie hij te maken heeft. Soms weet hij niet meer of het God is of de duivel die hem tegen is. Het is de duivel die de gelovige af wil trekken van het vaste fundament. Hij is de grote en bittere vijand. En toch gaan de aanvechtingen niet buiten God om. Integendeel, Hij gebruikt ze, deze boze straffen en smarten, al verstaan wij het vaak niet. Hij gebruikt ze niet omdat het Zijn eigenlijke bedoeling is de gelovigen tot vertwijfeling te brengen. Dat wil de duivel alleen maar. Maar God gebruikt de aanvechtingen in het leven van de Zijnen om ze voortdurend te werpen op het Woord alleen. En daarom leert het geloof in de hoogste aanvechtingen waar het God tegen heeft nochtans aan Hem vasthouden.

Waarom

'Waarom laat God de mens zo aanvechten? Opdat de mens zichzelf en God zal leren kennen: Zichzelf kennen, dat hij niets kan dan zondigen. God kennen dat Gods genade sterker is dan alle schepselen, en zo lere om zichzelf te verachten en Gods genade te loven en te prijzen.' God heeft er dus Zijn verborgen bedoeling mee, hoe raadselachtig dat ook is. Daarom kan Luther toch zeggen: 'Zulke aanvechtingen zijn ons van groot nut. Ze zijn geenszins, zoals het schijnt, een verderven, maar een opvoeding. ledere christen moet erkennen dat hij Christus zonder aanvechtingen niet kennen kan. Voor ongeveer tien jaren heb ik deze aanvechting van de vertwijfeling en van de Goddelijke toorn voor het eerst leren kennen. Daarna heb ik rust gehad, zodat ik zelfs een vrouw nam, zulke goede dagen had ik. Maar daarna kwam het weer... Als satan mij niet zo geoefend had, dan zou ik hem ook niet zo tot vijand kunnen zijn. Evenzo zou ik bij zo'n volheid van Gods gaven - waarvan ik bekennen moet, dat het Gods gaven zijn, omdat het niet de mijne zijn - in de afgrond der hel gestort zijn vanwege hoogmoed, als de verzoekingen er niet geweest waren'.

Zo zien wij dat Luther geweten heeft dat zelfs de aanvechtingen en de harde aanvallen van de duivel door Gods leiding tot zaligheid moesten dienen. Dat neemt echter niet weg, dat de strijd met de grote vijand van alle geloof voortdurend een zware strijd geweest is voor Luther. Luther heeft zijn vijand gekend. Dat blijkt onder andere uit een preek over de verzoeking van Jezus in de woestijn. Daar ziet hij de duivel in de aanvechting van Jezus verschijnen in drieërlei gestalte. Allereerst als de zwarte duivel, waar hij Jezus verzoekt in stoffelijke nood, in het gebrek aan brood. Zo wil de duivel als zwarte duivel met uiterlijke nood en ellende bereiken dat de mens het Woord prijsgeeft. Maar Christus overwon toen Hij zei: 'Er staat geschreven'. De duivel verschijnt ook als de lichte duivel waar hij door een valse leer verlokt tot aanval van het geloof. 'De duivel wil dat wij leren zullen, schijnbaar in overeenstemming met het Woord, maar in werkelijkheid echter tegen het Woord te denken en zo God te verzoeken.' De duivel kan in de derde plaats zelfs verschijnen als de goddelijke duivel, als hij door het beloven van macht en eer van deze wereld verlokt tot ongehoorzaamheid. Dat zien we waar hij Christus alle rijken van de aarde belooft voor, een knieval. Christus heeft deze listige omleidingen doorzien en wederstaan met het woord. Zijn dienstknecht Maarten Luther heeft hem ook leren kennen en is door de boze aanvechter alleen om Zijn standvastigheid niet omgekomen, al was de strijd ook zwaar. Nee, Luther heeft zijn vijand niet onderschat. Hoor maar: 'De duivel, leugenaar van den beginne als hij is, vecht altijd met leugen aan, zoals hij eens Adam en Eva met leugen verleid heeft. Na de leugen bracht hij de dood en spoedig daarna zorgde hij er ook voor dat Kaïn zijn broeder doodsloeg. Zo gaat zijn regiment. Waar hij komt, daar vecht hij mensen aan met leugen, moord en oproer. Ten derde als hij de mensen in moord en ongeluk gebracht heeft, dan drijft hij ze weer tot vertwijfeling in zulke zonden'. 'Wat zullen wij dan tegen deze helse keizer beginnen? ' verzucht Luther.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Luther, de vertrooster van aangevochtenen (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's