Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Samaritanen

Nog altijd leeft er in Israël een Samaritaanse gemeenschap. In 2 Kon. 17 : 24-41 wordt verteld hoe de koning van Assur mensen naar Samaria bracht en hen daar liet wonen in plaats van de verbannen Israëlieten. Het Nieuwe Testament brengt deze zgn. 'mengbevolking' ook gedurig ter sprake. Het vertelt van de kloof die er tussen Joden en Samaritanen bestond. In onderscheid van de Joden erkennen de Samaritanen alleen de eerste vijf boeken van het Oude Testament of zoals de Joden zeggen: Tenach, nl. de mozaïsche wet. Het Paasfeest vieren zij met het slachten van een Paaslam op de Gerizim. In de synagoge van de Samaritanen wordt een oude Thora-rol bewaard die als heilig bezit beschouwd wordt, een maal per jaar getoond wordt en volgens de legende 3000 jaar oud is. Vorig jaar overleed de leider van de Samaritaanse gemeenschap Jefet ben Awraham Tsedaka op 87-jarige leeftijd. Over hem schrijft Emma Kimor in het maandblad Israel een boeiend artikel waar we u een gedeelte van weergeven: Jong reeds kwam hij in contact met Joodse emigranten uit Europa. Onder meer met Ben-Zwi, de latere president van Israël. De twee werden vrienden.

'In de jaren onmiddellijk na de vestiging van de Staat Israël in 1948 lag Sjomron in het gebied op de westoever van de Jordaan, dat onder Jordaans gezag was. De eigenlijke gemeenschap daar geraakte aldus afgesloten van de groepen, die elders leefden. De Samaritanen, die zich in Jaffa, Risjon le-Zion en in Asjkelon bevonden, waren nu opeens geïsoleerd van de moeder-gemeenschap. Op dat moment kwam Jefet Tsedaka's tweede doorbraak tot stand. Met steun van president Ben Zwi gelukte het hem een woning-project uitsluitend voor Samaritanen in Israël gereserveerd te krijgen. Toen dezen uit hun verschillende woonplaatsen naar dat woning-project toestroomden, was daarmee de kern gevormd van wat thans is de Israelisch-Samaritaanse gemeenschap te Holon. Dit geschiedde in 1954. In 1959 werd in tegenwoordigheid van President Ben-Zwi de eerste steen gelegd voor de eerste Samaritaanse synagoge in Israël. In 1963, in het jaar waarin Ben Zwi overleed, werd de Synagoge ingewijd. De gemeenschap van Holon functioneerde onder leiding van Jefet Tsedaka redelijk wel. Hij was in alle zaken de leider van de groep, behalve in religieuze aangelegenheden. Volgens Samaritaanse opvatting kunnen religieuze zaken uitsluitend door een Cohen - een lid van een priesterlijke familie - beslist worden. En de "Cohens" bevonden zich allen in Sjomrom, aan de andere kant van de Israëlische grens. Onder een speciale regeling met de Jordaniërs (reeds toen waren zulke incidentele regelingen mogelijk!) kregen de Samaritanen uit Holon vergunning om éénmaal per jaar ter gelegenheid van het Paasfeest naar de berg Geriziem (dus over de grens) te komen om op wat voor hen de heiligste plaats is, dat feest, dat voor hen het voornaamste godsdienstige feest is, te vieren. Nadat in 1967 de westoever onder Israëlisch gezag geraakte, kwam er een priester uit Sjomrom naar Holon, om aldaar als religieus leider te fungeren.

Jefet Tsedaka bleef de gemeenschap als administratief leider dienen. Twee van zijn kleinzoons geven nu al 13 jaar lang een twee-wekelijks blad uit in de vier in Israël gangbare talen: Hebreeuws, Engels, Arabisch en Samaritaans-Hebreeuws.

Toen Jefet Tsedaka overleed, had de Samaritaanse gemeenschap in Holon een bestaan van 28 jaar achter de rug. Langzaam-aan hadden zich karak­tertrekken gevormd, die in menig opzicht afwijken van die van de gemeenschap op de westoever. Alleen al de invloed van de omgeving moet enorm zijn. Sjomron wordt beheerst door de oriëntaalse cultuur van een traditie-gebonden, Arabisch sprekende Moslim-maatschappij; Holon ligt midden in een moderne wereldlijk georiënteerde maatschappij, waarin Hebreeuws en Engels de voornaamste gesproken talen zijn. Een maatschappij bovendien die - anders dan die van Sjomrom - de Samaritanen vriendelijk gezind is. De Samaritanen uit Holon dragen kleding van westerse stijl, gaan naar de film, besturen auto' s, doen dienst in het Israëlische leger en beschouwen zich (in ieder geval de jongeren) als Israëli's.'

De schrijfster voegt er aan toe dat dit niet betekent dat deze Samaritaanse gemeenschap door hun contacten met Joden hun eigenheid verliezen. Men blijft de eigen Samaritaanse wereld beleven door nauwe familie-en gemeenschapsbanden, handhaven hun traditionele stijl en beschouwen zich niettemin toch als Israëli's. Ik geef u dit verhaal door als een voorbeeld dat ook Israël zijn groepen en stromingen kent, iets wat we natuurlijk wel weten, maar wat pas in de tekening van zo'n specifieke groep weer scherper voor je komt te staan.

***

Gistend Afrika

De Romeinse schrijver Plinius heeft in de eerste eeuw na Chr. al gezegd: 'Uit Afrika komt altijd iets nieuws'. Eeuwenlang gold Afrika als het donkere werelddeel. Maar sinds een aantal jaren is dat veranderd. Het doek is opgetroken. Wat komt er aan het licht? Is dat inderdaad iets nieuws? Dr. J. v. d. Linden schrijft in het Centraal Weekblad van eind maart over de felle tegenstellingen die er in dit werelddeel bestaan, tegenstellingen deels verklaarbaar uit de koloniale periode. Van der Linden noemt Afrika een gistende wereld.

'Afrika is een gistende wereld geworden en de gist is hier en daar sterker dan de zuurdesem uit de gelijkenis. Niet alleen politiek en economisch, ook sociaal, cultureel en religieus worden mensen en volkeren gezift als de tarwe. Uit het duister van de zwarte magie zijn ze gezet in het kunstlicht van de moderne beschaving. De kleinkinderen van de getrouwen, die Livingstone's stoffelijk overschot dwars door Afrika naar de kust droegen, zitten op de collegebanken in Oxford en Parijs.

Afrika is ontwaakt en is op weg gegaan. Waarheen weet het zelf misschien nog niet, maar het heeft haast. De massa's in Afrika, die de vrijheid proefden, willen niet langer wachten. Toen de koloniale vlag gestreken was en de dag van hun onafhankelijkheid daagde, hebben ze in hun eerste vreugde niet kunnen vermoeden dat die nieuwe vrijheid zoveel problemen zou oproepen.

Met schade, moeite en pijn hebben ze moeten ontdekken dat nationalistische slogans en anti-kolonialisme alléén, geen zoden zetten aan de dijken van hun vrije naties. Met bewonderenswaardige inzet hebben de eerste leiders van de onafhankelijke staten in zwart-Afrika, Yomo Kenyatta, Senghor, Nyerere en Kaunda hun volkeren nieuwe idealen laten zien en gedeeltelijk ook gerealiseerd. Maar in de nieuwe situatie doemden na de genomen ''horden'' steeds weer nieuwe op en de race is nog lang niet ten einde.

Het volk wordt wel ongeduldig. In de hoofdstad van Madagascar verschenen muuropschriften: "Het volk is hongerig, de buiken van de machthebbers zijn vol". In andere landen braken relletjes uit en stakingen in verband met voedseltekorten.

Teveel beloofd?

Het wordt duidelijk dat de eerste generatie van onafhankelijke leiders meer beloofden dan zij konden waarmaken, maar ook minder realiseerden dan mogelijk was. In meer dan één land in zwart Afrika kan de situatie maar met één woord worden getekend: catastrofaal. Wie de ontwikkelmg van dichtbij volgt, wordt onwillekeurig herinnerd aan het woord van één van China's grootste leiders: Chou Enlai: "Afrika is rijp voor de revolutie''. Hij heeft het alleen maar twintig jaar te vroeg geconstateerd, maar het wel goed gezien. Of?

Wie de horizon afzoekt, ontdekt wel enkele hoopvolle tekenen, die Chou's woorden naar een nog verdere toekomst schuiven. Na de eerste teleurstellingen waarbij hooggegrepen idealen, als industrialisade, onbereikbaar bleken, schijnen de leiders in zwart Afrika de les te leren. Ze hebben nu gezien dat het voor alles nodig is de honger van hun volk te stillen. Nigeria geeft daarbij een goed voorbeeld. Ze hadden daar veel staatskapitaal geïnvesteerd in de staalindustrie, maar zijn nu toch omgeschakeld op landbouw. Alle aandacht is nu gericht op "Operatie: voed de natie!'"

Met name de economische en financiële situatie is slecht en voor menig land zorgwekkend door steeds maar oplopende schulden. Grootste zorg blijft de voedselproductie. De leiders staan voor een enorm zware taak. Maar zo kan men zich afvragen: Krijgen ze de tijd om verbeteringen tot stand te brengen nu Afrika opnieuw donker Afrika dreigt te worden?

De Stille Zuidzee

Van Afrika naar Oceanië. De Stille Zuidzee is nogal eens in het nieuws geweest in verband met de vele kernproeven. In het blad Vandaar geeft A. Vos een impressie van een bezoek aan enkele eilanden van de Stille Zuidzee naar aanleiding van zendingsconferentie. De conferentie vond plaats in West-Samoa. Over dit eiland schrijft Vos:

'West-Samoa (half zo groot als Nederland) daarentegen was het eerste eilandenrijk in de Stille Zuidzee dat een eigen regering kreeg, namelijk al in 1962. Het is hier dat de naam van de Nederlandse ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen (1722) wordt genoemd, al landde hij er blijkbaar niet. Dat deed een Fransman, Bougainville, die de naam Schipperseilanden verzon, wel in 1786. Maar 1830 wordt als belangrijkste jaartal genoemd, toen de Engelse pionier-zendeling John Williams landde op het eiland Savaii waar door zijn werk de koning werd bekeerd en daarmee heel Samoa. "Van toen af begon de echte moderne geschiedenis van het Samoaanse volk", staat er in de brochure van de VVV op Samoa.

De bevolking is voor bijna honderd procent christen. Graag vertelt men het verhaal dat Nafanua, één van de voorvaderen van Samoa, had voorspeld, dat Samoa een koninkrijk moest verwachten dat uit de hemel zou neerdalen.

Welnu, toen John Williams de boodschap van het Evangelie bracht aan Malietoa (koning) Vainuupo, zag deze dit als een vervulling van de profetie. Toen hij Christus als Koning aanvaard had, zou hij onmiddellijk zijn eigen koningstitel hebben neergelegd uit eerbied voor de enige, ware Koning. Andere bronnen zeggen echter dat een afstammeling van deze koning aan het eind van de vorige eeuw door zijn rivalen gedwongen werd van de titel "koning" afstand te doen.

Nu wordt de term "staathoofd" gebruikt voor de afstammelingen van deze koning. 't Zal echter niet lang meer duren of de rechten op de troon zullen na de dood van het huidige staatshoofd, zijne koninklijke hoogheid Malietoa Tanumafili II, worden vervangen door verkiezingen van een staatshoofd door het parlement.

'k Vertel dit allemaal, omdat een zuster van de huidige koning het hoofd is van de meisjesschool, waar we onze vergadering hadden: een waarlijk aristocratische vrouw, prinses Salamasina, die niet alleen op een natuurlijke wijze de totale leiding had van al het gebeuren rondom de ontvangst en de verzorging van de gasten, maar ook in de keuken hielp.

En de ontvangst van de gasten was een diep-serieuze en niettemin allervrolijkste zaak. Eerst ondergingen we de traditionele kava-ceremonie, waarbij de kava-tak als teken van eer aan ons werd uitgereikt. Daarbij kregen we als bewijs van gemeenschap het vocht van de kava-wortel te drinken, nadat we eerst wat druppels op de grond hadden gesprenkeld onder het uitspreken van onze goede wensen. En bij het afscheid werden we overladen met geschenken, zodat ieder eigenlijk overvracht had moeten betalen bij terugkeer naar huis.'

Sterk is de gemeenschapszin op Samoa. Samen bespreekt men de belangen onder leiding van een 'matai' een familiehoofd.

'Een predikant wordt beschouwd als een matai en geniet groot respect in de dorpen. Hij krijgt geen salaris, maar wordt onderhouden door de gemeente met geld en in natura. En hoe! Ook predikanten zien er doorgaans weldoorvoed uit... Je raakt onder de indruk van een dergelijk gemeenschapsleven, waar alles met elkaar wordt gedeeld, waar men instaat voor elkaar en tegelijk erg open is tegenover vreemdelingen. Vanaf 1839 hebben de samoaanse kerken honderden zendelingen uitgezonden naar verschillende eilanden in de Stille Zuidzee tot aan Papoea Nieuw-Guinea (het vroeger Australische Nieuw-Guinea) toe. Velen van hen zijn gemarteld of gedood of omgekomen door ziekten.

Op het ogenblik heeft de Congregational Church van Samoa enkele zendelingen in Europa. Samoa is een uitdaging aan het Westen met zijn ik-gerichtheid, zijn geslotenheid en zijn doemdenken.'

Vos schetst ook schaduwkanten. Datzelfde Samoa telt het hoogste percentage zelfmoordgevallen in de leeftijd van 18-25 jaar. En de vraag naar het waarom daarvan is moeilijk te beantwoorden. Opvallend is wat iemand tegen Vos zei: Samoa is niet gechristianiseerd, maar op Samoa hebben we het Christendom gesamoaniseerd. Dat lijkt me de grote verzoeking in menig opzicht voor menig land. En tegelijk de uitdaging. Hoe kan het christelijk geloof zo wortel schieten in de harten dat het niet aan de buitenkant blijft, maar werkelijk het leven vernieuwt en kerstent. Dat is daar en ook bij ons het probleem. Het raakt de vragen van de verbinding van Evangelie en cultuur. In de persoverzicht noemden we drie landen: Israël met zijn Samaritanen, Afrika en de Stille Zuidzee-eilanden. Wij hoorden een en ander over land, volk, leven en samenleven. Landen en volken in God's wereld, aan wie het Evangelie van het Koninkrijk gezonden wordt. Er is voor al deze landen en volken waarlijk toekomst als we leven onder de heerschappij van Jezus Christus, uit zijn liefde en genade.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's