Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloven door woord en geest (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloven door woord en geest (2)

bij Hermann Friedrich Kohlbrugge

7 minuten leestijd

Kohlbrugge wil juist niet éénzijdig hameren op het Woord of op de Geest.

Geen pneumatocratie

Ja, zo te zien geeft hij die 'pneumatocraten' gelijk. Maar ook zij die dachten dat het geschreven Woord er bij Kolhbrugge maar een beetje bijhangt hebben het toch goed mis. Kohlbrugge wil juist niet éénzijdig hameren op het Woord of op de Geest. Zij horen bij elkaar en mogen nooit los van elkaar gezien worden. C. Graafland heeft dat al eerder opgemerkt. Het Woord zonder Gods Geest moge dood zijn, maar Gods Geest zonder het Woord is evenmin denkbaar. Hij zou een timmerman zijn zonder hamer, een spreker zonder mond. En daarom zegt Kohlbrugge: 'Hij spreekt niet tot ons vanuit de wolken, neen, als God spreekt dan spreekt Hij van het Bijbelblad tot ons hart; er is nog nooit iemand geweest, die door een stem uit de hemel is vertroost geworden, of hij heeft de woorden van deze stem vroeger of later, vaak pas na jaren, teruggevonden in dit Boek. Maar dat dit boek Gods Woord is, dat God spreekt van het Bijbelblad, uit dit hele Bijbelboek, dat leert men alleen door de Geest van God. Waar deze Geest is, daar is Hij alzóó verenigd met onzen geest dat Hij de dorre hand des geloofs gezond maakt, om de woorden van de Schrift aan te nemen als Gods Woord, als genade, vloeiende van de lippen van de Heere Jezus!'

Nog duidelijker wordt het ons wanneer we hem horen zeggen: 'Niemand vermag het een verslagen geest op te heffen, dat vermag alleen het Woords Gods, niet het Woord op zichzelf maar gepaard met den Geest, Die levendig maakt, openbarende door het Woord in de ziel de genade van Jezus Christus, anders doodt de letter'.

Hiermee mag duidelijk zijn dat Kohlbrugge onder het Woord verstaat het levende Woord, het Woord gepaard, d.w.z., toteen éénheid versmolten, met de Geest van God en gepredikt en verstaan als genade van Jezus Christus.

Kohlbrugge predikt: Jezus Christus!

Ja, het is zelfs zo sterk dat Kohlbïugge schrijft: 'De ondervinding leert ons dat zo wij één, ook maar één enkele spreuk van de Heilige Schrift dóór verlichting en genade van de Heilige Geest in ons hart krijgen ter vertroosting des eeuwigen levens en tot volharding in het geloof, van stonde af aan het hele Woord Gods aan deze éne spreuk a.h.w. wordt aangeregen, zodat deze éne spreuk als het ware in onze hand een sleutel is, waarmee wij alle poorten der zaligheid ontsluiten'. Wat een heerlijke wetenschap is dit toch nl. te weten dat de Heilige Geest ons Gods Woord in 't hart prent.

Dat levende Woord breekt. Dat levende Woord heelt.

O ja, we krijgen onze schuldbrief thuisbezorgd, maar Gode zij dank, enkel en alleen in de gestalte van Hem die profeten en apostelen ons telkens weer prediken Jezus Christus. Nogmaals, aan dat Woord gaat niets vooraf, er komt niets naast, er komt niets achteraan. Gods heilsopenbaring geschiedt dóór het Woord, brekend en helend, oordelend en vrijsprekend, stervend en opstaand. Dit is werkelijk reformatorisch, gereformeerd, sola Scriptura.

Bij Kohlbrugge gaat de Heilige Geest niet boven en ten koste van het Woord. Hij is niet ultra-gereformeerd of hyper-bevindelijk. Bij Kohlbrugge gaat het Woord niet boven en ten koste van de Heilige Geest. Hij is ook geen droge kille Woord-theoloog. Daarom mogen we enerzijds niet tevreden zijn met wat letterkennis en godsdienst zonder geloofsleven, zonder Godskennis en zonder aanvechtingen en strijd en vooral zonder geloofszekerheid, op grond van het levende Woord als alfa en omega, Jezus Christus, de gekruisigde en opgestane. Daarom mogen we anderzijds niet tevreden zijn met bevindingen en gestalten, met gewroet in ons binnenste en met psycho-mystiek, met kennis van ellende en zonde zonder geloofszekerheid, op grond van het levende Woord als alfa en omega, dezelfde Jezus Christus. Zo wijst Kohlbrugge ons de enige weg, niet als compromis maar exclusief. Er is maar één weg, de weg van Woord en Geest als Christus' openbaring. Als Kohlbrugge dus geen 'verbocratie' noch 'pneumatocratie' heeft geleerd maar heel duidelijk een regering van Woord en Geest mogen we in dit verband toch wel zeggen dat hij een zeer evenwichtige en goed gereformeerde 'Cristocratie' heeft geleerd.

Vijand van Woord en Geest

Nu is het zo dat Kohlbrugge dit niet zomaar heeft geformuleerd maar zelfs is gedwongen om de verhouding Woord en Geest zuiver voor te stellen. In zijn dagen heeft hij nogal te kampen gehad met stromingen die de alleenheerschappij van Woord en Geest niet konden velen. Ook de godsdienstige mensen waren besmet door de geest van de tijd. De geest waarin de ratio, de rede heer en meester was. En het diepste verlangen was nu om God in overeenstemming te brengen met de mens. Geloof alleen was niet genoeg, men wilde God zien, horen, voelen. Men trachtte de kloof te overbruggen die onoverbrugbaar is. En men deed dat d.m.v. de rede. Men ging God beschouwen. God nadenken, zich in God indenken om zo God te begrijpen, dat is met de rede grijpen, dat is het heil logisch mee-weten met God!

Hiervan gruwt Kohlbrugge als geen ander. God moet God blijven en de mens dat is: goddeloze. God gaat Zijn eigen souvereine gang en Zijn gedachten zijn anders dan de onze en Zijn wegen hoger dan de onze. Niets kan dat veranderen. Kohlbrugge heeft weet van de absolute tegenstelling tussen Gods denken en het denken van mensen. Dit na-denken, mee-denken van God is voor hem dan ook een regelrechte aanval op het alleenrecht van Woord en Geest. Het is speculeren om Woord en Geest acceptabel te maken voor onze rede, om Goddelijk gezag en eigen religieuze ervaring te verenigen. Het is een poging om God en mens op één niveau te brengen, om God te verleiden 'onze zelfgemaakte speelpoppetjes als hemelse gestalten te begroeten'. Het is een onschriftuurlijke 'Vermittlungstheologie'.

Door deze situatie in zijn dagen was Kohlbrugge als geen ander gespitst op en gekant tegen alle soortgelijke aanvallen op de alleenheerschappij van Woord en Geest. Het is nu deze gespitstheid, dit staan op de fronten waardoor Kohlbrugge als eerste nog twee theologische systemen heeft ontmaskerd als 'Vermittlung', als meedenken met, na-denken van God.

Nadere reformatie en neo-Calvinisme

Deze twee systemen ontmoette hij in de geschriften van diverse theologen uit de zg. Nadere Reformatie en in het Piëtisme zoals hij dat tegenkwam in het Wupperthal en in het zg. Neo-Calvinisme van Abraham Kuyper CS. Prof. dr. S. vd Linde noemt dit terecht het religieuze subjectivisme. Hier staat het religieuze subject, de godsdienstige mens centraal. Dit subjectivisme valt m.i. voor Kohlbrugge uiteen in twee lijnen, de eerste is de lijn van de beleving, de ervaring, de tweede is de lijn van het leven, de ethiek.

Vertegenwoordigers van deze richtingen vinden we vanaf Udemans, Teellinck tot en met Lampe en v. d. Groe wat de beleving betreft en later in Da Costa en Ritschl en vooral Kuyper c.s. wat het leven betreft. In het Wupperthal denken we vooral aan Tersteegen, Collenburch en Menken.

Oorzaak

Wat is nu het typerende, het eigenlijke, het wezenlijke wat deze twee lijnen, die van de innerlijke heiligmaking en de uiterlijke heiligmaking, verbindt en hen tot 'Vermittlung' maakt, tot mee-denken, na-denken van God? Waarom ziet Kohlbrugge nu ook in deze theologieën een vijand van de souvereiniteit van Woord en Geest? Hoewel er haast geen vergelijkende studies zijn over de relaties tussen bijv. de Nadere Reformatie en het Neo-Calvinisme zijn er toch belangrijke parallellen.

De belangrijkste nu is deze dat het geestelijke leven, het werk van de Heilige Geest in beide richtingen systematiseerbaar, controleerbaar en toetsbaar is geworden. Uiteindelijk blijkt de verborgen werking van de Heilige Geest ten prooi te vallen aan het niets ontziende ontleedmes van ons verdorven filosofische verstand. De weg van de Heilige Geest wordt op deze wijze een beredeneerbare, een voorspelbare en zelfs een voorwaardelijke weg. Het wonder van de Godsopenbaring wordt vanzelfsprekende logica. Het wonder is verwijderd en vervangen door het schematiserende, het beschouwende denken. En zo wordt de christelijke waarheid in de weg van de speculatie gelegitimeerd voor de rechtbank van de filosofie, opdat de rede haar kan vatten, de mens haar kan bevatten. Wat is dat anders dan 'Vermittlung? ' Wat anders dan een synthese tussen begrijpen en geloven?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 1983

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Geloven door woord en geest (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 1983

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's