Een heerlijk vergezicht!

We hebben David horen zingen in stille verwondering: de snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen, ja een schone erfenis is mij geworden. Wat is hij rijk in de Heere. Nu zingt hij verder. Hij spreekt over zijn leven en sterven. En dan voert de Heilige Geest hem mee tot ongekende hoogte. David zingt boven zichzelf uit. Hij wordt hier profeet. Hij mag profeteren van de Christus, die eenmaal komen zou. Dat wordt vooral duidelijk in vers 10: Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten, dat uw Heilige de verderving zie. Neen, dat geldt niet van David. Hij moet straks sterven, en zijn lichaam zal de verderving zien. Petrus wijst er in Handelingen 2 op, dat deze woorden vervuld zijn in het sterven en de opstanding van Christus. Zijn lichaam werd bewaard tot de Paasmorgen. En met Pasen wordt de dood overwonnen en ontvangt Christus het eeuwige leven. En daar mag David nu al iets van zien. En dat is voor hem een rijke troost: er is uitzicht. De Heere zal zijn leven bewaren, door de dood heen. Er is uitzicht op het eeuwige leven.

Neen, David kan niet overzien, hoe dat allemaal zal zijn. Hij weet niet wat er voor hem ligt. Maar toch, al zijn er dikwijls de schaduwen van de dood in het leven, hij mag in vertrouwen verder gaan: Want Heere, Gij zult mij het pad des levens bekend maken! De Heere zal hem leiden, van stap tot stap. En dat wil de Heere ook nu nog doen. Hij wil u leiden door Zijn Woord en Geest. Als u niet weet, hoe u verder moet, vraag het dan maar aan de Heere. Om Christus' wil zal Hij ook u, ook jou, het pad des levens bekend maken.

U vraagt, wat er bedoeld wordt met dat pad des levens. Neen, dat is niet zomaar de levensweg, die ieder mens gaat. We kunnen dat woord 'leven' eigenlijk beter met een hoofdletter schrijven. Het gaat om het leven, dat uit Christus voortvloeit. Het leven van de wedergeboorte. Zelf lig ik midden in de dood. Daarom is mijn levensweg van nature het pad van de dood. Het is de brede weg, die naar het verderf leidt. Hebt u dat al ontdekt? Als God je ogen er voor opent, dan ga je het met schrik ontdekken: Heere, ik ben als dat weggelopen schaap. Bij U, de Bron van het Leven, vandaan gelopen. En daarom helemaal verdwaald. Terecht gekomen aan de rand van een eeuwige afgrond!

Maar zie: de Goede Herder gaat uit om het verlorene te zoeken. In de Heere Jezus is reiniging voor uw zonden. In Hem is het Leven, voor u, die midden in de dood ligt. Christus, Hij is de weg, voor u, die helemaal verdwaald bent. Door Zijn Heilige Geest wil Christus u leiden op de weg des levens. Als de Hoogste Profeet en Leraar wil Hij u het pad des levens bekend maken. En wat is dan het pad des levens? De weg achter Christus aan! Zijn voetstappen na volgen. Elke dag opnieuw. De weg van Zijn geboden.

Moeilijk, zegt u, om altijd de goede weg te houden. Je staat telkens weer op een kruispunt. Je komt in je huwelijk, in je gezin, in je werk en in je studie voor dingen te staan, die je nooit had gedacht. En je vraagt je af: hoe moet het nu verder. En dan worden ons vandaag zoveel verschillende wegen gewezen. De satan probeert alles om u van het rechte pad af te brengen.

Wel, dan altijd maar weer uw Bijbel open. Want in Zijn Woord wijst de Heere ons het pad des levens. En dan mag u vertrouwen op Zijn belofte: Gij zult mij het pad des levens bekend maken. Christus is als de Borg en Middelaar op die weg voor gegaan. En door Zijn Geest trekt Hij nu Zijn kinderen achter Zich aan. Volg Mij! Ik wil u leiden van stap tot stap.

Maar nu is er nog meer te zeggen. Want het pad des levens is niet alleen het pad van het leven... van het ware leven uit Christus. Het is ook het pad naar het leven, naar het eeuwige leven. David mag in Psalm 16 zien, waar dat pad des levens uitkomt. Dat gaat over de grens van de dood heen, en het brengt ons bij Hem, Die Zelf het Leven is. Het brengt ons bij de troon van God. Daarom is Psalm 16 met recht een gouden kleinood. Davids oog wordt gescherpt door de Heilige Geest. Hij ontvangt een blik in de hemelse zaligheid. Hoor, hoe hij er van zingt: Verzadiging van vreugde is bij Uw Aangezicht! En u weet, als de Bijbel spreekt over Gods aangezicht, dan wordt daarmee bedoeld: Gods aanwezigheid, Gods nabijheid. Wat zal dat een vreugde zijn voor Gods Kerk. Hem eenmaal te mogen aanschouwen van aangezicht tot aangezicht. Hier op aarde is het altijd nog een wandelen in het geloof. Maar Hem dan te mogen zien in Zijn goddelijke liefde, in Zijn hemelse heerlijkheid. Wat zal dat een vreugde zijn. Ja, verzadiging van vreugde. Verzadiging: dat wil zeggen dat je genoeg hebt. Maar ook, met eerbied gesproken, dat je er niet genoeg van kunt krijgen. Dan hebt u niets anders meer nodig. U hebt genoeg aan de Heere. Genoeg aan Zijn nabijheid. Voor eeuwig genoeg. Heere, wat een genade, dat u zo'n zondaar als ik hebt opgezocht. En dat ik nu mag leven voor Uw aangezicht. Dat ik altijd bij U mag zijn. Om u eeuwig te loven en te prijzen! Dat is verzadiging van vreugde. Verlangt u er naar? Gaat uw hart er naar uit? Om in die hemelse vreugde verzadiging te vinden? Of gaat u nog op in de vreugde van deze wereld. Wat is dat arm. Want dat is een vreugde van ingehouden tranen. Of zoals Calvijn gezegd heeft: De vreugde van de wereld geeft geen verzadiging. Integendeel, ze laat je hongerig en leeg achter. Je komt er bedrogen mee uit. De vreugde zonder God loopt uit op de eeuwige smart in de hel.

Maar dat is nu bij de vreugde, die de Heere schenkt, radicaal anders. Daarin is werkelijk verzadiging te vinden. Omdat u mag ontvangen: genade voor genade. Zoals Psalm 16 dat zegt: Liefelijkheden zijn in Uw rechterhand. Dat duidt dus op de heerlijke gaven, die God aan Zijn kinderen wil geven. Hij deelt ze uit met Zijn rechterhand. Weet u, de goddelozen ontvangen hun gaven uit Gods linkerhand. Daar rust geen zegen op. Maar de gelovigen ontvangen hun gaven uit Gods rechterhand. Aan de rechterhand zit Christus, op de troon van God. De verhoogde Middelaar, die een volheid van genade heeft verworven. En om Christus' wil is nu die rechterhand van God gevuld met 'liefelijkheden'.

Wat mag u daar bij denken? Wel, alle gaven uit Zijn rechterhand zijn liefelijk, aangenaam; ze maken werkelijk gelukkig. Mag ik u iets noemen van die 'liefelijkheden': Dat is het witte kleed der gerechtigheid. Dat is de kroon der overwinning. Het levende water, klaar als kristal. De vruchten van de boom des levens. De spijze en drank van de hemelse avondmaalstafel. De heerlijke erfenis, die in de hemel bewaard wordt voor u. Ja, wat geen oor gehoord heeft, en geen oog gezien heeft, en wat in geen mensenhart is opgeklommen: dat heeft God bereid voor degenen die Hem liefhebben. Liefelijkheden zijn in uw rechterhand, en zo staat er dan tenslotte: 'eeuwiglijk'. Dat wil zeggen: die rechterhand zal nooit leegraken. Die zal nooit ophouden met uitdelen. Dat gaat altijd maar door. Tot in alle eeuwigheid.

Wat krijgt David aan het eind van Psalm 26 dus een heerlijk uitzicht. Laat u waarschuwen: als u zomaar wat aan leeft zonder de Heere, dan zult u die hemelse vreugde nooit leren kennen. Dan zult u omkomen onder Zijn straffende hand. En dan ook voor eeuwig. Dan is er geen weg meer terug. Daarom zoek de Heere, terwijl Hij nog te vinden is. En bidt, of Hij ook u het pad des levens bekend wil maken. Want de Heilige Geest werkt nog voort. Hij breekt door alle weerstanden heen. Zo wordt u afgebracht van uw eigen zondige, dodelijke weg. En gezet op het pad des levens. En dan is het zo heerlijk: op dat pad des levens krijgt u al een voorsmaak van de hemelse vreugde. Het beginsel er van. O, zeker daar blijft nog altijd de droefheid over je zonden. Maar de Heere geeft ook een diepe vreugde in het hart. Soms midden in de strijd van het leven. Door de tranen en de zuchten heen. Wanneer het oog des geloofs op Christus gevestigd is, en ik rust mag vinden in Zijn volbrachte werk. En als ik dan mag leven uit Gods rechterhand. Gods Vaderhand. Wat geeft Hij dan nu al veel van die liefelijkheden. Ook al gaat mijn leven door een nacht van spanning en zorg. Hij houdt mij vast. Hij geeft mij troost en kracht. En zo kan ik telkens verder op het pad des levens. Want ziende op Christus is er uitzicht. Het lijden van deze tegenwoordige wereld weegt niet op, tegen de heerlijkheid, die aan ons geopenbaard zal worden (Rom. 8 : 18). Houdt dan maar moed, pelgrim! En houdt maar vast aan Zijn belofte. Want eenmaal voert het pad des levens over de doodsjordaan, en mogen Gods kinderen ingaan in de hemelse zaligheid. Dan zal alle droefheid en duisternis ten einde zijn. Dan zult ge uw Koning aanschouwen in zijn heerlijkheid en glorie. En dan zult u ten volle verstaan wat dat is: Verzadiging van vreugde is bij Uw aangezicht; liefelijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwig.

Gij maakt eerlang mij 't levenspad bekend,
Waarvan in druk, 't vooruitzicht mij verheugde;
Uw aangezicht, in gunst tot mij gewend.
Schenkt mij in 't kort verzadiging van vreugde;
De liefelijkheden van 't zalig hemelleven
zal eeuwiglijk Uw rechterhand mij geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen