Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Catechese: zaak van de gemeente

Bekijk het origineel

Catechese: zaak van de gemeente

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Ordinantie voor de catechese (Ord. 9) stelt dat de zorg voor de catechese opgedragen is aan de kerkeraad (...)

In een aantal achtereenvolgende artikelen zullen we wat aandacht geven aan de catechese. Allereerst plaatsen we een bijdrage van dr. J. H. v. d. Bank te Ede. Daarna volgen enkele artikelen van de werkgroep voor de catechese van de H.G.J.B., geschreven door ds. J. H. C. Olie (Opheusden), M. Zoeteweij (Waddinxveen), ds. W. Verboom (Hierden) en ds. T. van 't Veld (Ede). Laatstgenoemde artikelen betreffen de onderwerpen, die dit in 1983 op de catechesedagen van de H.G.J.B, aan de orde zijn geweest.

Red.


Kerkordelijke gegevens

Artikel IV van onze Kerkorde geeft aan dat 'aan de herders en leraars is toebetrouwd de verkondiging des Woords tot en met de leiding van de ambtelijke vergadering der Kerk, zo zij daartoe geroepen worden', 'voorts - met medewerking van de ouderlingen, de herderlijke zorg, de catechese, de arbeid onder hen, die van het Evangelie zijn vervreemd, het medewerken aan de geestelijke vorming van de jeugd'. Naast deze ambten zijn er de bedieningen, die door een plaatselijke kerkeraad of een meerdere vergadering worden ingesteld en waarin lidmaten worden geroepen om naast de ambtsdragers werkzaam te zijn in het apostolaat, de geestelijke vorming van de jeugd, de catechese, het pastoraat, het diakonaat of waar de orde der Kerk dit verder aangeeft (artikel VII).

De Ordinantie voor de catechese (Ord. 9) stelt dat de zorg voor de catechese opgedragen is aan de kerkeraad (ord. 9.1.3) en geeft de mogelijkheid aan dat de kerkeraad zo nodig uit zijn midden en uit de lidmaten der gemeente een commissie van bijstand voor de catechese benoemt en dat dit in elk geval geschiedt, zo in de gemeente één of meer catecheten werkzaam zijn (Ord. 9.6.6). Uitgangspunt is dat de gewone catechese in de regel, de voorbereiding tot de openbare belijdenis - behoudens zeer bijzondere gevallen - steeds door de predikant geschiedt (Ord. 9.9.1.), terwijl de voorbereidende, de gewone en de voortgezette catechese mede kan opgedragen worden aan daartoe bekwame en begaafde ouderlingen of aan catecheten, die tijd, plaats, leerstof en methode vaststellen in overleg met de kerkeraad (Ord. 9.9.2.). Naast de reeds eerder genoemde bedieningen is het tevens mogelijk dat mannelijke en vrouwelijke lidmaten der Kerk, die de bevoegdheid van catecheet bezitten, van elders hun levensonderhoud en sociale verzorging ontvangen, doch hiernaast in hun vrije tijd de Kerk willen dienen in de catechese en aanverwante arbeid, hetzij zonder bezoldiging, hetzij tegen een billijke vergoeding (Ord. 9.9.5.). Tenslotte kunnen predikanten en catecheten bij de voorbereidende catechese worden bijgestaan door hulpkrachten voor de catechese, aangesteld door of vanwege de kerkeraad of de kerkeraadscommissie voor de catechese en in het bezit van een testimonium, ingericht naar een model, vastgesteld door de kerkeraad uitgereikt aan leden der Kerk, die naar het oordeel van de kerkeraad voldoende kennis bezitten van de bijbelse geschiedenis en de geschiedenis der Reformatie, bekend zijn met de christelijke liederenschat en enige bekwaamheid bezitten tot vertellen (Ord. 9.12.1).

De praktijk

De bovenstaande, gortdroge, opsomming is bedoeld om de gegevens op een rij te zetten, deels omdat niet iedere lezer(es) onmiddellijk de kerkorde bij de hand zal hebben - en dat is de hoofdopzet - om zo een handvat te hebben om de praktijk te toetsen. Dat de gemeente het traditionele beeld van de cathechese vertoont, is slechts ten dele waar: weliswaar is in verreweg de meeste gevallen het een 'één manszaak van de predikant', maar het historische gegeven dat ouderlingen 'medewerken' of dat de zorg voor de catechese opgedragen is aan de kerkeraad, blijkt over het algemeen een 'papieren' zaak te zijn. Af en toe is er sprake van een verslag over het afgelopen catchetische jaar, veel vaker beperkt zich de zorg tot het handhaven van de orde tijdens de catechisatie-uren, wanneer enkele, liefst potige, ouderlingen, als een soort Krethi en Plethi fungeren. Men kan zich afvragen of de oorzaak ligt bij de predikant, die geen behoefte heeft aan kritische toeschouwers/ medewerkers óf aan de ouderlingen/de kerkeraad, die maar al te gemakkelijk dit deel van hun taak aan de beroepskracht overlaten.

In hoeverre een commissie van bijstand, zoals de kerkorde die in grotere gemeenten zelfs voorschrijft, is mij uit de gemeenten, die zich rekenen tot de Hervormd-Gereformeerden, niet bekend, al vermoed ik dat het er maar bitter weinig zullen zijn. Wat betreft de catecheten: de overvolle opleidingen leveren jaarlijks heel wat potentiële (beroeps)krachten af, die aanvankelijk meer oog hadden voor verdere studie om een preekbevoegdheid te verkrijgen, maar daarin (voorlopig) verhinderd worden door het ontbreken van een verdere opleidingsmogelijkheid in deze richting. Overigens signaleren we wel de behoefte aan voortgezette theologische opleidingen, waarbij, gezien de maatschappelijke context, het verlangen om iets met deze studie, die momenteel weliswaar niet leidt tot een predikantsschap, te gaan 'doen', niet zozeer op basis van een onbetaald vrijwilligerswerk als wel in een part-of half-time-baan, steeds groter is geworden. Het is niet de bedoeling binnen het kader van dit artikel in te gaan op de voorstellen van de Raad voor de catechese inzake de 'tweede weg', al dient een en ander ook in de kolommen van dit blad aan de orde te komen!

Of de 'afgestudeerde' catecheten ook werkelijk binnen de gemeentelijke catechese als vrijwilliger/beroepskracht functioneren is niet geheel duidelijk, al moet mij het van het hart dat veel predikanten liever een theologisch candidaat naast zich zien, die naast huis-of bejaardenbezoek meestal de gewone catechese tot taak krijgt. Nu is op zichzelf zo'n 'oefenperiode' niet slecht, mits gezorgd wordt voor een goede pastora­le en didaktische begeleiding. Maar uit ervaring is bekend dat hier nog wel het een en ander aan schort: de moeilijke uren worden dan afgeschoven op een beginner, die het meest van fouten moet leren! Dat gemeenteleden deelnemen aan het catechetische werk komt steeds meer voor: een landelijk verschijnsel sinds 1970, dat zich door schaalvergroting en moeilijk of niet te vervullen vakatures doorzet.

Vrijwilligers in de catechese

In de meeste gevallen staat de beginnende predikant vrij hopeloos tegenover de veelomvattende catechetische taak. Dat komt voor een deel door de opleiding, die in het verleden maar al te theoretisch was - theologie studeren betekende: hoorcolleges volgen en boeken bestuderen - en weinig met de praktijk te maken had. Al is, naar het zich laat aanzien, hierin wel een kentering opgetreden, de naweeën zijn duidelijk merkbaar. In het allerbeste geval wordt dan de raad gevraagd van (deskundige) gemeenteleden, die over het algemeen uit onderwijskringen gerecruteerd worden. Daarbij komt nog dat de predikant/catecheet, mede door zijn studie, zeer cognitief geaard is en weinig op het gebied van werkvormen en ook zelfwerkzaamheid te berde kan brengen. Vanzelfsprekend is hier theologische beïnvloeding van doelstellingen en leerdoelen in de catechese aan de orde: wie alle accenten legt op de verkondiging zal ook geneigd zijn voor de catechisanten te 'preken', wie in de Schriften de dialoog ontdekt brengt die ook in de catechese in praktijk.

Wat de gemeenteleden betreft: het valt niet te ontkennen dat de motivatie om in het gemeentewerk mee te doen steeds groter aan het worden is. Dat kan soms uit de nood geboren worden: in een kleine gemeente zonder predikant of in een grotere gemeente, waarin de predikant het werk niet aan kan; maar ook in tal van gemeenten waarin (modaliteits)minderheden menen niet aan hun trekken te komen. Bovendien is er sprake van een groeiend gevoel van mondigheid waardoor de vanzelfsprekendheid van de uitoefening van alle arbeid door de ene predikant aangevochten wordt. Tegen deze achtergrond valt het ontstaan van 'catechese-teams' te verklaren: de 'oer-vorm', waarbij de predikant de theologische inbreng levert en de gemeenteleden deels of geheel voor de verwerking zorgen. Al heel snel stuit men dan op het gegeven dat theologie en verwerking alles met elkaar te maken hebben en dat het niet goed mogelijk is daartussen een absolute scheiding te maken.

Problemen

Een en ander brengt nog meer problemen met zich mee: waar ligt de verantwoordelijkheid voor de catechese: bij de predikant/ catecheet, bij de kerkeraad of bij de gemeente in haar geheel? Dat kerkordelijke bepalingen, zoals hierboven vermeld, de zaak niet geheel in de hand hebben (of houden) mag wel duidelijk zijn. Richtlijnen voor de praktijk worden immers juist in die praktijk getoetst en kunnen dan als deugdelijk of ondeugdelijk ervaren worden. Een andere moeilijkheid is de vraag naar de rol van de predikant: is de herder en leraar een solist, of de leider van een team; kan hij theologisch en/of onderwijskundig begeleiden? Wie op een hoog-kerkelijke wijze de predikant ziet als een clericaal wezen, gruwt van de gedachte dat 'leken' hem zouden vervangen of zelfs maar een deel van zijn taak zouden overnemen. Daarentegen kent de gereformeerde presbyteriale/synodale inrichting van de kerk het ambt der gelovigen, die met en naast de ambten van predikanten (N. B. van Ruler noemde hen: ouderlingen voor bijzondere werkzaamheden!), ouderlingen en diakenen, de gemeente van Christus mogen vormen. Dat daar wezenlijke onderscheidingen zijn te maken, mag duidelijk zijn, echter principeel zijn voor Gods aangezicht allen gelijk in verantwoordelijkheid en zorg voor het geheel van Zijn gemeente.

Huidige vormen van catechese-teams

In de huidige situatie kan men drie soorten 'teams' onderscheiden:

Ten eerste: teams, " waarbinnen het beleid inzake de catechese gevoerd wordt, het best nog te vergelijken met de 'commissie van bijstand' uit Ord. 9.6.6. Kerkeraadsleden, in het bijzonder de jeugdouderlingen, jeugddiakenen en gemeenteleden vormen met de predikant/catecheet (eventueel catecheten) samen de groep die zich met dit terrein van de kerkelijke arbeid bezighoudt. De predikant/catecheet (en eventuele catecheten) voert (voeren) dit beleid uit.

Ten tweede: teams, bestaande uit de predikant/catecheet (eventueel catecheten) én gemeenteleden, al of niet ambtsdragers, die daadwerkelijk meewerken binnen de catechese. Deze medewerking kan bestaan uit het voor hun rekening nemen van bepaalde werkvormen of uit een gezamenlijke theologische/didaktische werkzaamheid. In ieder geval is het duidelijk dat samen gecatechiseerd wordt en dat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de catechese bestaat. Bij deze vorm dienen goede afspraken gemaakt te zijn, zowel voor de voorbereiding als voor de uitwerking binnen de eigenlijke catechisatie-uren; de kans op frustraties naar beide kanten is niet ondenkbaar!

Een van de grootste voordelen van deze werkwijze is de kleinere groepsgrootte, waarbij een persoonlijke benadering van de catechisanten mogelijk is, de catechisanten in aanraking komen met 'gelovige' gemeenteleden, die niet zozeer 'beroepshalve' in de catechese betrokken zijn en dat de gemeente in haar geheel geaktiveerd wordt. Het voordeel voor de predikant ligt niet zozeer in een werkbesparirig: juist deze methode, mits toegepast, is zeker arbeidsintensief, wél is de gezamenlijke, dus gedeelde verantwoordelijkheid een verlichting van de last. Het veelgehoorde nadeel, dat de jongeren de predikant/catecheet niet (meer) leren kennen, is duidelijk te verhelpen door een groeps-en urenindeling waarbij hij een aantal uren in elke groep doorbrengt.

Ten derde: teams, die bestaan uit gemeenteleden die zelf katechiseren, soms met een voorbereiding met de predikant/catecheet, soms zonder deze. Hier gebeurt het nogal eens dat welwillende gemeenteleden, zonder enige vorming of scholing, op min of meer 'charismatische' wijze in de catechese meedoen. De vorm, waarin deze teams bezig zijn varieert van 'huiscatechese' (bij een van de gemeenteleden aan huis) of in een aparte groep met een 'kerkelijk onderkomen' . Overigens is de 'huiscatechese' niet beperkt gebleven tot dit terrein en vindt die onder andere gestalten plaats!

Conclusie

Maar al te goed beseffend dat nu en door mij niet het laatste woord gezegd dient te worden, lijkt het juist een voorlopige balans op te maken. Men kan en mag als kerkeraad, gemeente en ouders (ook dat laatste is niet genoeg te benadrukken) de catechese niet aan één of enkelen delegeren. Wie de laatste doopvraag, waar het gaat om 'te doen en te helpen onderwijzen' serieus neemt, beseft de eigen verantwoordelijkheid niet alleen binnen het gezin maar ook binnen het geheel van gemeente en Kerk. Wie beloofde 'in de gemeenschap der Nederlandse Hervormde Kerk en onder haar opzicht, getrouw te zijn onder de bediening van het Woord en van de sacramenten, te volharden in het gebed en in het lezen van de heilige Schrift en naar de haar/hem geschonken gaven mede te werken aan de opbouw der Gemeente van Christus, kan en mag zich niet onttrekken aan de gegeven opdracht en de afgelegde belofte. De gehele gemeente draagt de catechese en de catechiserenden in het gebed, een deel van de gemeente heeft de directe verantwoordelijkheid, de ambtsdragers mogen zo in de Kerk van Christus dienen.

J. H. van de Bank

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Catechese: zaak van de gemeente

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's