Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indien wij onze zonden belijden... (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indien wij onze zonden belijden... (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid'. 1 Joh. 1 : 9

De vorige keer hebben we gezien dat de apostel Johannes ons mensen tekent als verdorven schepselen en als doemwaardigen in Gods oog. Hij wees er zelfs op dat als wij meenden geen zonde te hebben wij onszelf verleidden (vs. 8). Hij stelde evenwel niet alleen de angstaanjagende diagnose: 'Er is niemand rechtvaardig, ook niet één'. Hij wees ook op de enige allesbeslissende remedie opdat de relatie met de Almachtige weer hersteld zou worden: Erkentenis van zonde en belijdenis van schuld. Wij worden allen opgeroepen onze zonden voor Gods aangezicht neer te leggen: Zonden van bedrijf en nalatigheid; zonden in woorden, gedachten en daden; openbare zonden, maar ook vooral verborgen zonden. En dan horen we de apostel als in een juichkreet uitroepen: 'Hij is getrouw en rechtvaardig dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid'.

De Heere is getrouw

Hij is trouw aan Zijn Woord en beloften. Als Hij iets beloofd heeft doet Hij het ook. Hij vervult al Zijn beloften. Hij is ook betrouwbaar. Alle mensen zijn leugenaars, zegt de Schrift. Maar op de Heere kunnen we bouwen. Hij zal geen duimbreed wijken van wat Hij ooit gesproken heeft. Hij kan niet liegen. Zijn Naam getuigt al van Zijn oneindige trouw, in het bijzonder getoond aan Zijn bondsvolk. Luidt die Naam niet Jahweh: Ik zal zijn die Ik zijn zal? Zijn Woord is de waarheid en wat uit Zijn lippen gaat, blijft vast en onverbroken. Wij mensen zijn ontrouw en onbetrouwbaar. Wij maken onze beloften niet waar. Wij zijn wispelturig en kunnen van de ene op de andere dag van gedachten veranderen. Bij de Heere evenwel is geen verandering of schaduw van omkering (Jac. 1 : 17).

Hij is getrouw

En nu heeft Hij beloofd dat Hij alle zonden vergeeft van hen die ze belijden. Jawel, behalve in onze tekst wordt ons dat op vele andere plaatsen in de Heilige Schrift voorgehouden. In velerlei variaties getuigt het Woord van de heerlijke werkelijkheid van de schuld verge ving. Als de Heere Zijn wetten geeft in de tijd van het Oude Verbond en de straffen voorzegt bij overtreding daarvan, zelfs dan houdt Hij nog de mogelijkheid voor van vergeving. Namelijk wanneer de overtreders tot inkeer komen. 'Zo dan hun onbesneden hart gebogen wordt, en zij dan aan de straf van hun ongerechtigheid een welgevallen hebben; dan zal Ik gedenken aan Mijn Verbond met Jacob, en aan Mijn Verbond met Izak, en ook aan het Verbond met Abraham zal Ik gedenken; en aan het land zal Ik gedenken' (Lev. 26 : 41b en 42).

De Spreukendichter getuigt: Die zijn overtreding bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen' Spr. 28 : 13).

En tenslotte horen we de Heere bij monde van de profeet Jeremia zeggen: 'Want ik ben goedertieren. Ik zal de toorn niet in eeuwigheid behouden. Alleen ken uw ongerechtigheid, dat gij tegen de Heere, uw God hebt overtreden' (Jer. 3 : 12 en 13).

Hij is getrouw en rechtvaardig dat Hij ons de zonden vergeve

Het is onvoorstelbaar, maar waar: De Heere zegt tot mensen die met een verbroken hart en verbrijzelde geest tot Hem komen, in het besef voor eeuwig Zijn gramschap te hebben verdiend: 'Van nu af aan zal Ik u niet straffen in Mijn toorn. Ik zal niet met u in het gericht treden. Ik zie uw zonde niet meer aan' .

De Heere wist ze uit en werpt ze in de zee van eeuwige vergetelheid. Hij ziet de Zijnen niet meer aan in Zichzelf, maar in de Zoon van Zijn welbehagen: Christus Jezus. Zijn borgwerk is de grond van de vergeving. Omdat Hij ingetreden is voor Zijn Kerk en Zijn leven heeft afgelegd, daarom kunnen mensen zoals u en ik kwijtschelding van schuld ontvangen. Hij is ondergegaan in de golven van Gods toorn. Hij heeft gebogen onder het recht van de Vader. Hij heeft plaatsvervangend de toorn van God over de zonde van het ganse menselijke geslacht gedragen. Hij heeft Zich overgegeven tot in de dood die wij hadden verdiend. En zo heeft Hij voor Zijn volk de toegang verworven tot het Vaderhart. Daarom ziet de Heere allen die Hem toebehoren niet meer als zondaar maar als rechtvaardige. Vanwege de gerechtigheid die Hij heeft aangebracht. Dode zondaren worden gerechtvaardigd door het geloof uit genade alleen. En dat is een mysterie, dat alleen in het geloof aanbeden kan worden.

Mag u al roemen in dit wonder? Of heeft u zichzelf nog staande gehouden met wat vormendienst of wat eigenwillige godsdienst? Ons hart is zo arglistig. Wij willen onszelf handhaven, al was het maar met onze trouw in de dienst des Heeren.

Ja, zelfs van ons berouw en onze boetedoeningen maken we maar al te graag een grond voor ons behoud. Hoe noodzakelijk die evenwel ook zijn, de zaligheid ligt buiten onszelf in Christus Jezus. Wij moeten dan ook leren van genade alleen te leven. En daartoe moet ons alles uit handen genomen worden. 'God slaat een mens eerst tegen de vlakte om hem dan op te nemen in het hospitaal vrije genade' (ds. G. Boer, overleden).

Erkentenis van zonde en belijdenis van schuld zijn de weg waarlangs wij vergeving ontvangen, maar kunnen nooit de grond daartoe vormen.

En ons reinige van alle ongerechtigheid

Wij mogen er gevoegelijk van uitgaan dat hier geduid wordt op het leven van de heiligmaking.

'Aldus verklaart hij, dat wij door die belijdenis tweeërlei vrucht ontvangen. De eerste is dat God, door het offer van Christus verzoend zijnde, ons vergeeft. De ander is dat Hij ons verbetert en herschept' (Joh. Calvijn). De Heere schenkt aan mensen die als armlastigen tot Hem naderen niet alleen vergeving, ook vernieuwing. Hij haalt niet alleen een streep door de zonden, maar Hij reinigt ook. Dat houdt in dat Gods kinderen levende brieven worden aan de Heere Jezus Christus en dat zij een leven gaan leiden aan de Heere gewijd. Een leven, waarin gejaagd wordt naar een volkomen onderhouding van al Gods geboden, al is dat met vallen en opstaan. Rechtvaardigmaking en heiligmaking horen bijeen. Het is onmogelijk dat wie in Christus wordt ingelijfd geen vruchten der bekering zou voortbrengen. Eenmaal monden zij uit in de heerlijkmaking, wanneer de Koning der Kerk Zijn gemeente zal voorstellen aan de Vader als een bruid zonder vlek of rimpel. Wanneer de verhoogde Middelaar Zijn bruid onbevlekt en onbesmet zal overgeven. Dan zal God zijn alles en in allen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Indien wij onze zonden belijden... (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 1984

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's