De verkondiging van Jezus' bloed

Toen de mens, die viel, uit het paradijs werd verdreven, heeft God hem niet zonder enige hoop laten gaan. Neen, maar hij ging heen onder de belofte van een nieuw, een herwonnen paradijs. Herwonnen, niet door de mens zelf weliswaar, maar toch een nieuw paradijs. Want hoewel dat niet met zoveel woorden werd gezegd, lag dat toch wezenlijk wel in de belofte, waarin God sprak van het vrouwenzaad, dat het slangenzaad zou verslaan. Die belofte is de ster geweest, die in de donkere nacht van zonde en schuld, van nood en dood, verdoolde stervelingen de weg heeft gewezen, die de verstandige naar boven leidt en waarop zelfs de dwaas niet zal dwalen. Want God is wel rechtvaardig, maar Hij is ook barmhartig. Bij Hem waren gedachten des vredes van eeuwigheid. Uit die vredesgedachten kwam het heilsplan der verlossing op, tot meerdere glorie van Zijn drieënig Wezen; door de zaliging van zondaren, die Hij daartoe verordineerde. Uit de vredesgedachten kwam de Verlosser voort, die de Vader ons zond tot een schulddragende Borg om zo te doen de dingen die bij God te doen waren.

En wat waren dan die dingen? Doen wat wij niet gedaan hebben nl. de liefdewet Gods vervullen en de schuld betalen, die wij gemaakt hebben, wat ons eeuwig strafwaardig maakt voor God. En van het begin af aan heeft God Zelf ervoor gezorgd, dat die heilsmare bekend werd en bekend bleef op de aarde. Zo heeft ook van het begin gegolden: Hoe zullen zij geloven, zonder die hun predikt? Nu heeft God Zélf vóórgepredikt in Zijn belofte en Hij heeft mensen verwekt om mede te prediken. Enos, Henoch, Noach, patriarchen en profeten. Zij hebben geloofd, daarom hebben zij gesproken. Zij hebben Gods rechtvaardigheid en heiligheid geloofd en gevreesd. Zij hebben levend besef gehad van hun diepe onwaardigheid voor God. Kijk eens naar Abraham. 'Ik heb mij onderwonden te spreken tot de Heere, hoewel ik stof en as ben'.

En Jesaja: 'Wee mij, want ik verga! Terwijl ik een man van onreine lippen ben'.

Maar zij hebben ook Gods belofte geloofd en zij zijn verblijd geweest, zoals Jezus heeft gezegd, dat dit met Abraham het geval is geweest, omdat hij in die belofte de dag van Christus heeft gezien. Zo hebben de heiligen van de Oude Dag op de belofte geleefd. Zij zijn ook op de belofte gestorven en zo zalig geworden. Niet alleen omdat zij de belofte bloot kenden, maar omdat zij de belofte God omhelsden als gepast voor hun ziel. Van die belofte hebben zij gesproken. Zij hebben de dag van Christus gezien en daarvan gesproken.

Die dag kwam aanlichten toen God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld zond om te gaan de weg van de krib naar het kruis. Zo moest dat. Met minder kon het niet toe. Gods eeuwige Zoon, die ons vlees en bloed aannam, moest naar het kruis der vervloeking. Hij moest een vloek worden voor ons, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. Door de dood van de in Zichzelf zondeloze Zoon van God werd aan het eisend recht van de Vader voldaan en het uitzicht op het nieuwe paradijs, zelfs voor een boetvaardige moordenaar, geopend. Aan het kruis werd het beloofde vrouwenzaad tot bloedens toe verwond, maar ook satans kop vermorzeld. In dat uur van de macht der duisternis is de Overste dezer wereld verslagen. En dat is nu het Evangelie van de vervulde belofte. Het Evangelie van de hoop: Jezus Christus, de Gekruisigde.

De kruisprediking is nu het door God Zelf geordineerde middel ter zaligheid. Het heeft God behaagd om door de dwaasheid van deze prediking zalig te maken die geloven.

De prediking van de Gekruisigde, wie kan er heil in zien? Een Man die wordt uitgescholden voor een lasteraar van God. Geslagen, bespot, buiten de poort van de heilige stad geworpen en daar gestraft met de meest smadelijke dood. Veel erger nog: Een Man, zoals Hij Zelf heeft geroepen, van God verlaten. Moet die Man de inhoud zijn van de rijkste boodschap ooit op aarde gehoord? Ja zeker, maar alleen een mens, die door de werking van de Heilige Geest met zijn verlorenheid wordt bekend gemaakt, zal er die rijkdom in ontdekken. Bent u dat soms? Bent u er achter gekomen dat u buiten het paradijs bent, naar Gods rechtvaardig oordeel? Nu zwerft u maar voort langs 's levens wegen op uw einde aan, naar uw dood, oordeel en graf en u hebt verder geen thuiskomen? Drukt de schuld u neer? Werd al uw deugd een wegwerpelijk kleed? Hoor de boodschap van 's Heeren wege: Wij prediken u Christus, de Gekruisigde. Hij is de machtige zonde-Vernieler. Hij nam de oorzaak van uw eeuwige honger en kommer nl. de zonde op Zich. Dé zonde van de gehele wereld, ook de uwe dus, droeg Hij in Zijn lichaam op het hout. De zondeschuld vroeg om voldoening. Hij gaf die en dat maakte Hem tot een vervloekte. Die vloek werd zichtbaar in het kruis, waaraan Hij stierf. In Hem ligt nu de vrijspraak voor een schuldig, strafwaardig mens. En weer is de vraag: Bent u dat soms? Wij prediken u Christus, de Gekruisigde, opdat ook gij geloven moogt en het leven hebben in Zijn Naam. Er is genade bij God voor schuldigen. Hoop voor hopelozen. Troost voor treurenden. Dat wil God nu ook verkondigd hebben. Hij is rijk in barmhartigheden door Jezus Christus. Die ging onder in de vloek om arme zondaren met zegeningen te vervullen, Heft dan uw hoofd uit de gebreken omhoog. God is het die rechtvaardig maakt. Wie is het die verdoemt? Satan denkt u? Die wil dat wel, maar kan het niet. Hij is verslagen. Christus heeft hem zijn wapenrusting afgenomen. De strenge eis van Gods heilige wet dan? Ook niet, want Christus heeft haar voor u vervuld. Die het ziet en gelooft door de onderwijzing des Geestes roemt Gods genade, die in Christus Jezus mild en overvloedig is. In het kruis zal ik eeuwig roemen en geen wet zal mij verdoemen. Ik ben van schuld en zonde vrij.

Wie is die gelukkige onder u? Of acht u het geen groot goed? Als dat zo is, dan kan de verkondiging van het kruisevangelie niet uw oor, en zeker niet uw hart hebben. Toch zendt God het tot u, ook en vooral in de lijdensweken van dit jaar weer. Zie wel toe, wat u er mee doet. God zal er in het gericht met u zeker op terugkomen, wat u ermee hebt gedaan. Sprak het u niet aan? Had gij er uw lust niet in? Was het Evangehe in zijn kern u nog nooit goed duidelijk? Dat is dan een vreselijke werkelijkheid voor u. Want denk eens aan de woorden van die kruisgezant van Christus, Paulus. Hij zegt: Indien dan mijn Evangelie bedekt is, zo is het bedekt in degenen die verloren gaan. Verloren gaan is dan ook uw toekomst. Maar dat is niet Gods lust. Zijn lust is dat gij u bekeert. Dat wordt toegeroepen aan allen die onder het Evangelie leven. Dus ook aan hen aan wie de beloften van Evangelie zijn betekend en verzegeld. Ook zij hebben zich te bekeren in geest en waarheid anders hebben die dierbare beloften in hen geen kracht.

Zo is de tekst boven een van de ingangen van een heel oude dorpskerk wel zeer toepasselijk gekozen voor allen, die daar binnen gaan:

BEKEERT U ENDE GELOOFT D' EVANGELIO.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen