Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Om de grondslagen van het Christendom'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Om de grondslagen van het Christendom'

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het boek van ds. Lindeboom is een doorlopende rechtvaardiging van afscheiding en doleantie. Wie het daarmee eens is, wie dit als de juiste weg in de worsteling om kerkherstel ziet naar de Schrift en de belijdenis kan hier zijn hart ophalen.

Dit boek bevat, zoals een soort ondertitel luidt 'Overpeinzingen bij het honderdvijftig jarig jubileum van de afscheiding'. Achterin zijn opgenomen de 'Acte van Afscheiding of Wederkering'. Het enige gedicht dat van Kuyper bekend is, het openingswoord van J. P. Hiemstra van de Generale Synode van Dokkum 10 mei 1983. De Af­scheiding te Beilen en een Naamregister. Aan het eind van ieder hoofdstuk worden de vindplaatsen der citaten aangegeven. Aan het slot van het boek zegt de schrijver dat hij deze publicatie het licht heeft laten zien opdat we niet zouden doorzetten met het voortzeulen op de vroeger ontworpen heilloze weg, de weg van leervrijheid, de weg die de theologen hebben bedacht. Wanneer men dat wél wil dan zal het eind de last dragen van diepe teleurstelling, groot verdriet en bittere ontgoocheling. Het is om deze reden dat hij Hervormden en Gereformeerden vraagt de werkelijkheid onder ogen te zien en dan niet te versagen, met bidden niet en met werken niet.

Fundamenten

De bedoeling van de schrijver is om aan te tonen dat het bij Afscheiding en Doleantie ging om de fundamenten der kerk, om de Schrift en de belijdenis, neergelegd in de drie formulieren van enigheid. Deze lijn trekt hij dan verder door met het oog op wat er in de Hervormde Kerk gebeurt na 1834 en 1886, tot op 1953 en daarna en ook met het oog op de ontwikkeling in de Geref. kerken en de beweging 'Samen op weg'. Het is zeker waar dat de leidslieden in kerk en staat, die de touwtjes in handen hadden, afkerig waren van de waarheid, zoals deze vertolkt werd in de drie formulieren. Daar hebben ze tegen gestreden om de kracht en de invloed ervan te breken.

Toch kunnen we anderzijds óók zeggen dat de strijd niet ging om het evangelie, maar om de regering der kerk. Voorzover mij bekend is er niemand afgezet of geschorst terwille van de prediking van de volle raad Gods! Bekend kunnen zijn de woorden van ds. Van Velzen, gesproken op de synode van 1843 die aldus luiden: 'Wij werden niet gedwongen de leugen te preken, ook niet om de waarheid of een gedeelte van de waarheid in de prediking achter te laten; wij mochten de volle raad Gods op de predikstoel en in de huizen verkondigen, maar wij moesten daarbij onderworpenheid betonen aan reglementen, die tot ontstichting der godzaligen en tot verwoesting der gemeente dienden...'.

En toch menen ook wij met ds. Lindeboom dat het ten diepste ging om de belijdenis der kerk. Ook al zijn er conflicten geweest over randverschijnselen en bijoorzaken. Ook al vertoont de geschiedenis der afgescheidenen in het begin een veelszins droevig beeld door verschil van mening over allerlei zaken, door twist en tweedracht, door subjectivisme en individualisme.

Rechtvaardiging van de Afscheiding

Het boek van ds. Lindeboom is een doorlopende rechtvaardiging van afscheiding en doleantie. Wie het daarmee eens is, wie dit als de juiste weg in de worsteling om kerkherstel ziet naar de Schrift en de belijdenis kan hier zijn hart ophalen.

Maar wie bereid is het recht van afscheiding van het herv. kerkbestuur te erkennen behoeft daarmee toch nog allerminst te zeggen dat daarmee ook de plicht tot afscheiding gegeven is. En als ik de schrijver goed gelezen en begrepen heb dan stelt hij wél de plicht tot afscheiding.

Degenen die bleven en nog blijven binnen het geheel van de Hervormde Kerk gaan hierin echter niet met ds. Lindeboom mee. Zij erkennen de weg der afscheiding niet als de enig juiste weg in de strijd om de fundamenten van het christendom. Terwijl het hen wel om dezelfde fundamenten gaat. Ook na 1834, 1886 en daarna, ook nu. Graag zouden we zien dat dit volmondig wordt erkend en dat de hervormden, wien het gaat om de gereformeerde belijdenis en om een gereformeerd kerkelijk leven, ondanks verschil van mening over de te bega­ne weg, serieus worden genomen. Al te vaak wordt hen voornamelijk verweten dat ze ongehoorzaam zijn, dat ze gebrek aan moed hebben om de volgens de Schrift de door anderen als noodzakelijk geziene beslissingen, te nemen. Van al de 'mooie' namen, die aan de Hervormde Kerk worden gegeven, is de schrijver afkerig, zoals 'de aloude kerk', 'de erve der vaderen', 'de historische kerk', 'de nationale kerk', 'Neerlands kerk', 'de vaderlandse kerk', 'de volkskerk', 'de verbondskerk'. Ds. Lindeboom ziet het zó dat deze namen naar voren geschoven worden omdat zij die bleven daardoor én tegenover anderen en tegenover zichzelf de moed erin willen houden... Ik behoef niet te zeggen dat hierover nog wel iets anders beweerd kan worden en in ander verband te zijner tijd ook wel aan de orde gesteld zal worden, ook al moeten wel met 'mooie' namen en 'grote' woorden altijd voorzichtig zijn.

Al lezende zijn er over dit boek wel wat vragen te stellen. Ontstaat er, omdat in 1816 een niet bij een gereformeerde kerk passende reglementenbundel wordt opgelegd en geheel 'nieuwe' kerk? Hierover zullen de meningen ook nog wel heel wat verschillen.

De Gereformeerde kerken niet gespaard

Ondertussen spaart ds. Lindeboom ook de Gereformeerde kerken niet. Hij tekent scherp de ontwikkeling welke daarin de laatste jaren in verband met Schrift en belijdenis helaas aan de gang is. Hij aarzelt niet om te zeggen dat ook daar nu van een 'soort' nieuwe kerk gesproken kan worden en leervrijheid is opgetreden. Ook dan gaat de strijd om de fundamenten der kerk. We menen dat deze ontwikkeling juist gezien en beschreven is. Toch wil hij wat betreft de Geref. kerken nu althans de moed nog niet opgeven. Hij verlangt in de Geref. Kerken niet naar een wat hij noemt, zoals in de Hervormde Kerk, een eindeloze, moedeloze, vruchteloze strijd. Hij wil nog blijven terugroepen tot Schrift en Belijdenis en als er deelgemeenten moeten komen deze zien als tijdelijke maatregelen. Sprekend over 'Samen op weg' zijn we het met ds. Lindeboom hartelijk eens dat we geen behoefte hebben aan een foute eenheidskerk en dat er niets van terecht komt als er geen degelijke confessionele grondslag is, waaraan ook de hand wordt gehouden, terwijl we wel beseffen dat een dergelijk 'herstel' niet van de een op de andere dag zijn beslag krijgt.

Voelhorens naar elkaar

Een betere weg dan 'Samen op weg' nu is, ziet de schrijver zó dat allen, die nog naar de belijdenis willen leven, meer dan tot nu toe, de voelhorens naar elkaar moeten uitsteken, waarbij de kleinere kerken niet vergeten mogen worden, waarbij wij het geheel van de Herv. Kerk niet uit het oog verliezen. Zó kunnen we er mee accoord gaan, hoewel ds. Lindeboom even goed als wij, weet hoe moeizaam deze weg helaas is en zijn zal. Waarbij van beslissende betekenis is wat we tenslotte willen opmerken. Op blz. 253vv lezen we dat de Gereformeerden moeten tonen de lessen uit het verleden te hebben geleerd. 'Een ding is toch duidelijk: we hebben de leer, hoe noodzakelijk die ook is, in het verleden toch wel vaak te verstandelijk opgevat. We hebben op catechisatie de jongelui, op de vereniging en op de kerkeraad elkaar te weinig de ware vroomheid geleerd....'

Mogelijk kan ds. Lindeboom, gezien de toestand in de Gereformeerde Kerken, ons blijven in de Herv. Kerk wat beter begrijpen en ook nu wat positiever waarderen dan in zijn boek geschiedt.

Hierop hebben we allen te letten: 't Is toch zó dat we uitstekende belijdenisgeschriften kunnen hebben, een goede kerkorde, maar dat tóch de dood in de pot is.

We hebben nodig door Woord en Geest oprecht geloof, waarachtige bekering, de band aan Christus, het Hoofd der kerk, om vanuit Hem naar Zijn getuigenis te leven. Zo zullen ds. Lindeboom en alle kerken en wij dus ook achter de Heere moeten aangaan, biddend en worstelend aan de troon der genade: Uw werk Heere, behoud dat in het midden der jaren.

Om de grondslagen van het christendom, ds. A. M. Lindeboom, 267 blz., uitg. Buyten en Schipperheijn - Amsterdam 1984, prijs ƒ 31, 90.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 1984

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

'Om de grondslagen van het Christendom'

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 1984

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's