Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Niet begeven, niet verlaten’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Niet begeven, niet verlaten’

7 minuten leestijd

'Ik zal u niet begeven en zal u niet verlaten' (Jozua 1 : 5b).

'Alle vlees is als gras en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen. Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid.' Ook dit woord uit Gods mond: 'Ik zal u niet begeven en zal u niet verlaten'.

Tot wie zegt de Heere dat? Tot Jozua, de zoon van Nun, de knecht van Mozes. Daar moet wel een bijzondere reden voor zijn, denkt iemand, dat de Heere Zich zo krachtig uitdrukt. Inderdaad, dat is zo: het volk Israël staat op het punt het land Kanaan binnen te trekken. Eindelijk is het zo ver; na 40 jaar zwerven in de woestijn gaat de Heere Zijn belofte nu vervullen. Tijdens die 40 jaar is het Mozes geweest, die het volk geleid heeft. Echter Mozes is gestorven, weggevallen. 'Alle vlees is als gras'. 't Volk is nu zonder leider. Is dat geen zware beproeving voor het volk, juist nu het op het punt staat Kanaän binnen te gaan? Hoort, de Heere spreekt. Mensen vallen weg. 'Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid.' Hij is getrouw. Hij blijft Dezelfde! Zie, Hij zorgt voor een nieuwe leider, Jozua. Deze krijgt direkt een opdracht: 'Maak u op, en trek over de Jordaan, gij en al dit volk tot het land, dat Ik hun de Israëlieten, geve'. Jozua aanvaardt stilzwijgend deze roeping. Weest er echter van overtuigd, dat hij tegen deze geweldige opdracht heeft opgezien, als tegen een berg.

Al zijn onze omstandigheden misschien anders, toch is het zo, dat de Heere u en mij ook roept tot een grote taak. We denken aan u als ouders, aan wie de zorg voor de opvoeding van uw kinderen is toevertrouwd. Een opvoeding 'in de vreze des Heeren'. We denken aan u, die geroepen wordt om uw werk als christen te verrichten. Om de Heere daarin te dienen en Hem te behagen (Efeze 6 : 6, 7). Ook aan u, die het zwaar vindt, om het kruis van werkeloosheid 'vrolijk te dragen'. Onze gedachten gaan ook uit naar de ambtsdragers, die geroepen zijn om de Gemeente van God te weiden, evenals Jozua. Wat kunnen we er tegen opzien! Hoeveel zorgen en vragen komen op in ons hart, als we op onszelf zien.

De Heere ziet dat! Voordat Jozua, voordat u met uw bezwaren en vragen kan komen, is Hij u al voor. Hij weet er immers van. Daarom spreekt Hij dit vaste en krachtige woord: 'Ik zal u niet begeven en zal u niet verlaten'. Begeven. Letterlijk staat er: doen ineen zinken. Denk aan een vrouw, die haar man maandenlang verpleegd heeft. Wat zeggen we dan soms tegen elkaar. Zal ze het wel volhouden? Straks stort ze in. En als dat dan niet gebeurt, zegt u: ze is er in gesterkt. Dat wordt hier bedoeld. Op het moment, dat iemand ineen dreigt te storten, is er die ondersteunende hand, die staande houdt.

Nu zegt de Heere: zo zal Ik u niet begeven. Ik zal Mijn ondersteunende, sterke hand niet wegtrekken. 'En zal u niet verlaten.' Dat staat er nog bij. Dat betekent letterlijk: iemand, die zwak in zichzelf is, aan zijn lot overlaten. Iemand kan zijn roeping, zijn werk, het leven niet aan in eigen kracht. Hij is afhankelijk. Totaal! Dat ziet de Heere en zegt: Ik zal u niet aan uw lot overlaten. Ik! Dat is God. De hoge en heilige God. En tot wie zegt God dit? Tot Jozua, tot u, die het niet zonder de Heere en Zijn Zoon kan stellen. Tot u. Dat is tot Jozua. Maar wie is Jozua? Een 'wonder-mens?' Nee, een zondig mens d.w.z. een mens, die van huis uit geneigd is eigen wegen te kiezen, doodlopende wegen. Moet hier dan eigenlijk niet staan: 'Ik zal u wél begeven en zal u wél verlaten? Immers als zondige mensen verlaten en vergeten wij de Heere steeds weer. In onze hoogmoed of uit onverschilligheid. Zou het dan onverdiend zijn, als de Heere tot u, jou of mij zou zeggen: Ik geef u op. Ik laat u aan uw lot over, u moet het zelf maar uitzoeken?

Ik zal u niet... dat is eigenlijk onmogelijk. Ik zal u wél... dat is verdiend. Ik en u, daar ligt immers van ons uit gezien een onoverbrugbare kloof tussen? Gelooft u dat? Dit wordt tot allen gezegd, die deze belofte vanzelfsprekend vinden. Die er een goedkoop woord van maken. Nee, wie zo meent over de Heere en Zijn woord te kunnen beschikken, zal de zegen van deze belofte niet ervaren. Wie dan wel? Een ieder die nederig en gelovig ziet, welk een hoge prijs er voor dit woord betaald is. De dure prijs van Christus' bloed! 'Ik zal u niet begeven en zal u niet verlaten', dat is alleen om Christus' wil van kracht. Dank zij Zijn liefde voor u tot in de dood van het kruis. Om met ons en niet tegen ons te zijn, heeft de Vader Zijn geliefde Zoon gegeven, in de kribbe gelegd. Heeft Hij Hem laten nagelen aan het kruis. Daaraan heeft Christus uitgeroepen: 'Mijn God, Mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten?' Ziet, daar hebt u dat woord 'verlaten'. Hetzelfde woord als in de tekst staat. Totaal verlaten is Christus om onze zonden, opdat wij... nimmermeer van God verlaten zouden worden. Dat is om stil van te worden. Om diep verwonderd over te raken. Dat Christus in Zijn onbegrijpelijke liefde voor Jozua, voor Israël, voor u en mij van God verlaten wilde worden, opdat deze belofte in Hem 'ja en amen' zou zijn: 'Ik zal u niet begeven en zal u niet verlaten'.

Daarom zetten we een kruis bij de tekst. Het kruis van Christus is er het geheim van. Als wij dat kruis uitwissen of er ons in ongeloof aan blijven stoten, halen we het hart uit de tekst. Wie het bloed van Christus onrein acht, waarmee de woorden van deze belofte geschreven zijn, kan de Heere alleen maar tegen hebben. Doet dat toch niet..., verzet u niet langer tegen de liefde Gods in Christus, tegen Zijn Woord en Geest. Immers wie tot Hem komt, zal Hij geenszins uitwerpen. Wie op Hem hoopt, zal niet beschaamd worden. Hij wil door Zijn Geest deze belofte in uw hart schrijven: Ik zal u niet begeven en u niet verlaten'. Om Christus' wil! 'Wees daarom sterk en heb goede moed!', zo vervolgt de Heere. Ja, Hij herhaalt het nog een keer voor Jozua en voor u, die uw roeping in eigen kracht niet aan kunt. 'Alleenlijk wees sterk en heb zeer goede moed' (vs. 7). Wat betekent dat? Dat u denkt: ik mag voor niemand of niets opzij gaan? Nee, de Heere bedoelt iets heel anders. Waarin moet Jozua sterk en standvastig zijn? 'Dat gij waarneemt te doen naar de ganse wet, die Mozes, Mijn knecht, u geboden heeft en wijk daarvan niet af, ter rechter- noch ter linkerhand, opdat gij verstandig (d.i. voorspoedig) han­delt alom, waar gij zult gaan' (vs. 7). 'Ik zal u niet begeven en zal u niet verlaten.' We hebben gezegd: dat is alleen waar, wanneer we in Christus blijven. Wat is dat 'in Christus blijven? ' Dat zegt Hij Zelf. 'Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven.' Weest daarin dan sterk door de Geest en hebt goede moed. 'Kinderkens, blijft in Hem', roept Johannes ons toe. Blijft in Zijn Woord! Dan zult u blijvend de kracht en de troost van deze belofte Gods ervaren: "Ik zal u niet begeven en u niet verlaten.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juli 1984

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

‘Niet begeven, niet verlaten’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juli 1984

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's