Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De omgekeerde wereld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De omgekeerde wereld

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Ik heb knechten te paard gezien, en vorsten, gaande als knechten op de aarde.' (Prediker 10 : 7)

De prediker is een wijs man. Hij is Levenswijs. Gedrenkt in de wijsheid Gods. Wijs tot zaligheid.

Ondertussen staat hij met beide benen op de grond. Hij weet wat er te koop is in het leven onder de zon. Hij geeft zijn ogen goed de kost. En hij ziet scherp. Wat hij ziet schokt hem diep: Knechten te paard en vorsten te voet. Dat is de ongekeerde wereld.

Een paard, dat was in het oude oosten een teken, een symbool van macht, rijkdom, eer en aanzien. Koningen en andere hooggeplaatste personen gingen te paard. Zij zaten letterlijk en figuurlijk hoog in het zadel. De gewone burgers, de knechten, de slaven gingen te voet. Maar nu ziet de prediker tot zijn verdriet precies het omgekeerde: Knechten te paard en vorsten te voet. Er heeft blijkbaar een radicale omwenteling, een revolutie plaats gevonden. De lager geplaatsten deden een brutale en geslaagde greep naar de macht. Staatsgrepen, ze worden ons gemeld met de regelmaat van de klok. Ik noem u de staatsgreep in Suriname. Sergeant Desi Bouterse zit nu hoog in 't zadel. Een knecht te paard.

Het gaat de prediker echter om de verhouding dwaasheid-wijsheid. De knechten, dat zijn de dwazen, de goddelozen. De vorsten, dat zijn de wijzen, wier leven gestempeld wordt door de vreze des Heeren. Tot zijn verdriet constateert de prediker, dat de wijzen er niet aan te pas komen.

De dwazen hebben de teugels in handen. De dwaasheid heerst over de wijsheid. De knechten, de slaven der zonde geven hun paard de sporen. Als vorsten gaan ze over de aarde. Hoog en fier. De wijzen, de Godvrezenden gaan moeizaam te voet. Miskend en veracht door de dwazen. Laatdunkend wordt er door de dwazen op hen neer gezien. Met dat oude Godsgeloof kun je in onze moderne tijd niet meer toe, zo menen de paardrijders. Knechten te paard, dat tekent de wereld waarin wij leven. Een dolle drieste wereld. Het aards gewemel, het lijkt wel een groot concours hippique van dwaze paardrijders. Naarmate de eindtijd vordert, wordt het al dwazer.

Knechten te paard, we zijn het allen van nature. Dat is vrucht van die dwaze staatsgreep destijds, die grote, paradijsrevolutie. Satan hield onze vader Adam en moeder Eva de stijgbeugel voor. 'Opstappen maar, gij zult als God zijn'. Het pakte geheel anders uit. We werden vorst af en knechten van de duivel, slaven van de zonde. Knechten te paard.

We zitten hoog te paard, het paard van eigen verbeelding totdat... totdat de Heilige Geest ons daarvoor de ogen opent. Dan vallen we gelijk Saulus op weg naar Damaskus van schrik van ons paard van eigenwijsheid, hoogmoed en eigengerechtigheid. We geven de teugels uit handen. In Handen van de Overste Leidsman. Het wordt onze smeekbede: 'Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?' We leren onze ellende recht en grondig kennen. Ik leer mezelf zien als een knecht te paard. Een dwaas adamskind. Verloren en verdoemelijk voor God. Ik ga mijn dwaasheid voor God belijden en ik krijg Christus, de Wijsheid nodig en lief. Die lijdende Borg wordt voor mij alles. Ik krijg Hem in het geloofsvizier. Jezus Christus, de Middelaar Gods en der mensen. Ik leer me door Hem te laten bedienen, uit Zijn volheid om te ontvangen genade voor genade. Wat is dat rijk. Wat is dat groot!

O wonder, in deze lijdenstijd ga ik het verstaan: Daartoe werd Hij Vorst te voet om dwaze paardrijders zoals ik te redden van het eeuwig verderf.

O wonder. Hij is van hoge hemelse komaf. Vorst van het heir des Heeren. Maar Hij stapt af. Hij daalt af. Hij wordt Voetganger op deze aarde. Hij vernedert Zich... Ja tot de vloekdood aan het kruis. Hij neemt de knechtsgestalte aan. Ziet die lijdende Knecht des Heeren. Spot, smaad en hoon zijn Zijn deel. Vorst te voet. Pilatus, Herodus, het Sanhedrin, allemaal knechten te paard. De joden, ze zitten hoog op 't paard van hun eigengerechtigheden. O zeker, ze hadden nog keurig een plekje open gehouden in het zadel voor de Messias. Om de Romeinen het land uit te jagen. Maar Hij bedankte voor de eer. De eer van Zijn Vader en het heil van zondaren waren Hem liever. Wat een liefde tot de Vader, wat een liefde tot het verlorene! Daartoe werd de eeuwige Vorst Knecht. Dieper kon Hij niet bukken. Hij was veracht en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smar­ten. Hij had geen gedaante nog heerlijkheid, althans voor dwaze paardrijders niet. De grote massa heeft helaas geen oog voor Hem. Men snelt Hem hoog te paard voorbij. U ook?

Toe, wees niet zo dwaas. U rijdt spoorslags naar de hel. Houdt toch stil bij deze Voetganger. Val van uw paard aan Zijn voeten. Hij is uit op een ontmoeting met u, met jou. U mag van Hem ware wijsheid leren. Wie Hem nederig valt te voet, zal van Hem Zijn wegen leren. Hij is immers van God gegeven tot... ja tot wijsheid in de eerste plaats (1 Cor. 1 : 30).

Behoort u reeds tot Zijn voetvolk? Dan weet u zich dwaas in uzelf ('Ik ellendig mens') maar nochtans wijs in Hem ('Ik dank God').

Deze tweeslag van zonde en genade kenmerkt het ware christenleven blijvend. U raakt al meer aangewezen op Zijn wijsheid. Al meer aanhankelijk en afhankelijk van Hem. De bede: 'En dat Uw Geest mij ware wijsheid lere', is u uit het hart gegrepen. Vaak gaat u in eenzaamheid uw weg. Bij de dwaze paardrijders, zowel binnen als buiten de kerk bent u niet in tel. Maar ga maar in stilheid en eenvoud achter Christus aan. Weet dat God in dat voetvolk een eeuwig welbehagen heeft. Weest getroost, u leeft nu nog in een omgekeerde wereld, maar straks worden alle scheve verhoudingen rechtgetrokken.

Want een ieder, die zichzelf verhoogt zal vernederd worden, maar die zichzelf vernedert zal verhoogd worden', zo sprak de Grote Prediker, de opperste Wijsheid. De woorden der wijzen zijn gelijk prikkels, ze hebben een scherpe punt. Lezer(es), het is u hard de verzenen tegen de prikkels te slaan. 'De woorden der wijzen zijn gelijk spijkers, diep ingeslagen' (Pred. 12 : 11). Voelt u ze? Vastgehecht in uw hart gaan ze er nooit meer uit!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 februari 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De omgekeerde wereld

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 februari 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's