Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezaaid als een graankorrel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezaaid als een graankorrel

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Alzo zal ook de opstanding der doden zijn. Het lichaam wordt gezaaid. ..' 1 Corinthe 15 : 42a

Eén en andermaal heeft Paulus in dit indrukwekkende hoofdstuk, de opstanding der doden beleden. Met het gezag van een apostel heeft hij het voor deze slagader van het christelijk geloof opgenomen tegenover dwahng en loochening. Met grote kracht heeft hij de waarheid en de werkelijkheid ervan betoond en betuigd. Paulus fundeerde de opstanding der doden in het open graf van Jezus Christus.,

Zijn opstanding is grond en waarborg voor de opstanding der Zijnen. Christus is de Eerstehng. Hij is opgewekt op de eerste dag der week. Daarom zullen op de jongste dag ook allen, die van Herh zijn, worden opgewekt.

Dé juiste volgorde

Is de apostel nu klaar? Laat hij het bij deze vaststelling? Nee, Paulus is een toegewijd pastor en een nauwgezet onderwijzer. Hij doet geen half werk. Hij volstaat er niet mee het feit van de opstanding te onderstrepen. Hij zet geen punt nu hij de betekenis ervan voor mens en wereld heeft uiteengezet. Nu krijgen ook de tegenwerpingen, die in de gemeente leven, alle ruimte. Nu gaat hij in op de gevoelens, die de loochening van de opstanding ten gevolge hadden. Leest u maar mee in vers 35: 'Maar, zal iemand zeggen: Hoe zullen de doden opgewekt worden en met hoedanig een lichaam zullen zij komen? ' Opmerkelijk dat de apostel nu pas op deze vragen ingaat. Wonderlijk eigenlijk, deze volgorde. Eerst de feiten, eerst de heilsfeiten en dan pas de problemen van de mensen. Waarom niet andersom? De omgekeerde volgorde zou vandaag veel meer voor de hand gelegen hebben, vermoed ik. Nietwaar, zo wordt het in onze tijd nogal eens gezegd en geschreven: je moet beginnen bij de vragen, waar de mensen mee zitten. Je moet inzetten bij hun omstandigheden, bij hun leefsituatie en van daaruit proberen het Evangelie te laten landen.

Maar ik verzeker u, als Paulus zo begonnen was, dat niemand v«n die Corinthiërs van zijn twijfel genezen zou zijn. Als wij beginnen met onze vragen en problemen, verdwalen we in de doolhof van onze onzeker­ heid. We raken dan het zicht op de heilsfeiten hoe langer hoe meer kwijt. Wat God gedaan heeft, dat is het eerste en het beslissende. Zijn machtige daden in Jezus Christus, die geven de doorslag. Daarom moeten die ook nummer één zijn en blijven. En pas dan, als wij Gods daden erkend en beleden hebben, mogen onze vragen aan de orde komen. Eerder niet. Het is ons geraden deze volgorde niet uit het oog te verliezen. Opdat wij ons niet laten verblinden door onze twijfels en laten meeslepen door onze gevoelens.

Waar is oma nu?

Ondertussen zijn de problemen van de Corinthiërs ons niet geheel en al vreemd. Onze kinderen kunnen het er ons soms al moeilijk mée maken. Het eerste wat een kind vraagt, wanneer een gelovige grootmoeder begraven wordt, is: Vader, waar is oma nu? En wat gebeurt er nu met haar lichaam? Als u zich er niet gemakkelijk vanaf maakt, maar doorpraat met dat kind over de hemel en de opstanding der doden, zullen de vragen al spoedig over elkaar heenrollen. Hoe zal dat zijn? Zullen opa en oma elkaar weer herkennen? Zullen ze weer getrouwd zijn en kinderen krijgen? En wat zullen ze allemaal doen? Zal opa weer werken en zullen ze eten en drinken? Hoé kan dat? Hoe zal dat zijn? Het zijn voor grote mensen even lastige vragen als voor kinderen. Alleen het feit van de opstanding al. Sterven en toch weer leven. Begraven worden en toch weer opstaan. En al die doden dan, die begraven zijn, maar na 15 jaar weer worden opgegraven wegens plaatsgebrek. En al die mensen die verdronken zijn in de zee of werden verscheurd door dieren in het oerwoud? En al die mannen en vrouwen, die jongens en meisjes, die verbrand zijn in de vernietigingskampen van Hitler-Duitsland? Zullen die ook allemaal weer opstaan? Ja, toch, zegt Paulus. Hoe onlogisch en onvoorstelbaar ook, het zal toch gebeuren. Om het een beetje dichter naar ons toe te brengen grijpt de apostel naar een beeld uit de natuur.

Hij ziet het kerkhof als een akker waarop gezaaid wordt. En dan heeft hij niet de bloemperken op het oog, die een afwisseling vormen met de grafzerken. Nee, hij ziet de kuil zelf als de plaats waarin het zaad valt. En het dode lichaam van Gods kind is als een graankorrel, die sterft om de aar voort te brengen. Zaaien is niet het einde, maar een nieuw begin. Als er gezaaid wordt, dan wordt er wat verwacht. Al zaaiend ziet men uit naar de toekomst. Dan verwacht men de oogst. Welnu, zo is het ook met de lichamen van de gestorven gelovigen. Ze worden als zaadkorrels gestrooid op de akker van deze wereld. Gezaaid om eenmaal met nieuwe Hchamen op te staan. Zo gaat dat: Afsterven, om straks tot nieuw leven gewekt te worden. Zo moet dat: Dwars door de dood heen naar de opstanding.

Zo werkt God: e dood is voor God het middel, de weg om tot opstanding te komen. Horen we dat Christus al niet zeggen tijdens Zijn rondwandeling op aarde? 'Voorwaar, voorwaar zeg ik u: ndien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft het alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort' (Johannes 12 : 24).

Dat woord had allereerst betrekking op Jezus Zelf. Hij was de graankorrel bij uitstek, • die op Goede Vrijdag ter aarde viel onj met Pasen weer tot leven te komen. Hij was het zaad dat afstierf om veel vrucht voort te brengen. In navolging van Hem worden ook de Zijnen ten grave gedragen. Echter, omdat Hij hen voorgegaan is, de weg van het tarwegraan wilde gaan, daarom heeft de dood voor de Zijnen niet meer het laatste woord. Zijn sterven heeft ons sterven van karakter veranderd. Ons graf is nu geen diepe donkere kuil meer, waarin de mens voor eeuwig wegzinkt. Ons graf is nu een vore in de dodenakker, waarin ons hchaam als een zaadkorrel gezaaid wordt. Vanuit

Christus' open graf valt er licht over onze graven. Opstandingslicht, eeuwigheidslicht. Er is verwachting. - De jongste dag komt in zicht, waarop alle graven geopend zullen worden en al de Zijnen worden binnengehaald als garven in de oogst. Sterven is voor Gods kinderen geen ondergaan meer in de eeuwige nacht. Nu wordt het ontslapen, Zoals Stefanus ontsliep (Hand. 7 : 60). Terwijl de stenen hem om de oren suisden. 'Indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal God ook hen die ontslapen zijn in Jezus wederbrengen met Hem', schrijft Paulus aan de gemeente van Thessalonica (hoofdstuk 4 : 14). Ontslapen, na en lange, vermoeiende dag. Wat was er veel aan de orde. Aan strijd een aanvechting. Aan moeite en zorg. Aan bezigheden en beslommeringen. Maar na gedane arbeid is het goed rusten. Ontslapen! Om weer wakker te worden, zodra het morgenrood van de nieuwe dag aanbreekt. Daarom mag op de grafsteen van Gods kind gebeiteld worden: ier rust. Of, .wat nog heerlijker is: ier wacht. Zoals ik het op een stil kerkhof eens las, op het graf van een moeder, ze was nog jong, toen ze stierf: ier wacht op de jongste dag!

Troostende zekerheid

Onbegrijpelijk? Voor ons verstand wel. Alle logica en rekenkunde lopen hier vast. Maar wie leeft bij het Woord van de levende God stemt er van harte mee in. Amen, goddelijke Evangelie, amen zegt mijn ziel hierop. We belijden het de kerk van alle eeuwen na: Ik geloof de wederopstanding des vleses. Ik moet even denken aan de beroemde natuurkundige Newton. Newton was een groot geleerde, maar tegelijk een diep gelovig man. Eens trok hij er met een groep studenten op uit. Toen ze voorbij een kerkhof kwamen, maakte één van de studenten de opmerking: Wie is er nog zo dwaas om te geloven dat het stof van de lichamen van deze doden weer tot leven gebracht kan worden?

Newton antwoordde alleen maar: Heb maar even geduld. Bij de volgende voordracht liet Newton wat ijzervijlsel brengen en dat "vermengen met zand en stof. Toen vroeg hij: Hoe is het mogelijk uit dit mengsel het ijzervijlsel weer te voorschijn te brengen? Toen nam Newton een magneet en hield die boven het mengsel. Er kwam onmiddellijk beweging in de massa. Het ijzervijlsel vloog op de magneet af. Nu, wat dachten jullie, zei Newton toen, zou Hij, Die aan een dode magneet zo'n kracht kan geven, ook niet in staat zijn een nieuw h-chaam te geven aan wat dood stof is geworden. Zou dat voor de almachtige God te wonderlijk zijn?

Wat Newton zijn studenten voorhield, is hetzelfde wat Paulus ons in dit gedeelte wil zeggen. Zou Hij, Die hemel en aarde uit niets geschapen heeft. Die uit een graankorrel een rijpe aar tevoorschijn roept, ook niet bij machte zijn ons eens weer tot leven te wekken? Iemand, voor wie hierover geen enkele twijfel bestond was Maarten Luther. De reformator rekende daar ook echt mee. In één van zijn preken zegt hij: Het graf is voor, mij een slaapkamertje. Ik zal slapen, totdat Hij komt en aan onze grafsteen klopt en zegt: Dokter Martinus, sta op! Dan zal ik in een ogenblik opstaan en eeuwig blijde met Hem wezen. En ergens anders las ik bij de hervormer van Wittenberg: De doden op de begraafplaats zijn door Jezus makke­ lijker te wekken dan ik door mijn vrouw, wanneer ik in een diepe slaap verzonken

ben. In dit geloof, in deze troostende zekerheid gingen en gaan de Hernhutters iedere paasmorgen naar het graf van hun geliefden om er hun hoop en verwachting uit te zingen. Liederen van de grote morgen, de morgen der verrijzenis.

Begraven of cremeren?

Gezaaid als een graankorrel. Zo ziet de Bijbel het graf van Gods kinderen. Op het kerkhof verrichten de christenen zaaiwerk. Terwijl ik dat zo zeg, word ik me van één ding ineens pijnlijk bewust. Wat is het vandaag weinig vanzelfsprekend meer, dat doden begraven worden. Begraven worden raakt eruit. De crematoria, de verassingsfabrieken schieten als paddestoelen uit de grond. Steeds meer mensen, ook christenen, laten zich cremeren. Laatst las ik in een rouwadvertentie dat een predikant gecremeerd zou worden, in plaats van begraven.

De argumenten, die voor lijkverbranding gehanteerd worden zijn bekend, 't Is veel goedkoper. Veel hygiënischer ook. En niet te vergeten het ruimteprobleem, waar we steeds meer mee komen te zitten in Nederland. Trouwens wat doet het er eigenlijk toe, of je nu begraven wordt of gecremeerd? In beide gevallen word je tot stof. In het ene geval gaat het alleen wat sneller dan in het andere.

Als ik dit soort dingen hoor dan denk ik: vanwaar toch die drang tot een snelle vernietiging? Waarom liever een crematorium dan een graf? Een graf is aarde onder de blote hemel, een opgeploegde vore. Maar een crematorium is. een fabriek, of liever: .een vernietigingsbedrijf.

Is crematie niet een stille ontkenning van de opstanding der doden? In ieder geval, de lijkverbranding is van een andere levensstijl dan de bijbelse. In Israël gold lijkverbranding als een vloek. Het gebeurde alleen in geval van doodstraf. Gewoonte was om de doden te begraven. Daarom zal ook een christen vandaag begraven willen worden. In navolging van de Bijbel. In navolging van Jezus Christus, van Wie wij belijden, dat Hij begraven is. Door iemand die ons lief is te begraven, of door zelf de wens te kennen te geven, later begraven te willen worden, breng ik iets tot uitdrukking. Het is een stijl, een handeling die samenhangt met mijn geloof, mijn hoop. In de begrafenis van Gods kind schuilt een machtige belijdenis. Er mag een stille prediking van uitgaan. We zeggen het Paulus na: Dit lichaam wordt niet prijs gegeven aan het niets, het wordt gezaaid als een graankorrel om eens te worden opgewekt.

Vlaardingen

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Gezaaid als een graankorrel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's