Vol van genade en waarheid

Het Woord, het ongeschreven Woord, het Woord, dat bij God was, het Woord, dat God was, het Woord, door Hetwelk alle dingen geschapen zijn 'is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd'.

In de drie voorgaande meditaties heb ik hierover geschreven. Nu dus over het slot van dit tekstvers. 'Een heerlijkheid', schrijft Johannes. Het gaat dus over de heerlijkheid van het Woord. Zijn heerlijkheid hebben wij aanschouwd, met bewondering gezien. Door Zijn onderwijs, vergezeld van tekenen en wonderen, bedoelde de Heere te openbaren de heerlijkheid van God, Zijn Vader, maar niet minder Zijn eigen heerlijkheid. Het zal u toch wel opgevallen zijn onder het lezen van de wonderen, die de Heere Jezus deed, dat van de scharen gezegd wordt: 'en zij verheerlijkten God, of de God Israels, terwijl de heerlijkheid van Christus voor hen bedekt was. Met Johannes en de anderen is dat anders. Door genade alleen! Zijn heerlijkheid hebben wij aanschouwd, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader.

De 'Eniggeborene' dat ziet natjiurlijk op de Eniggeboren Zoon. In Joh. 3 : 16a staat 'Alzo hef heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft'.

In onze catechismus wordt de vraag gesteld: Waarom is Hij Gods eniggeboren Zoon genaamd, zo wij toch ook Gods kinderen zijn? Daarom, dat Christus alleen de eeuwige natuurlijke Zone Gods is, maar wij zijn om Zijnentwil uit genade tot kinderen Gods aangenomen (Vr. en antw. 33).

Christus is dus de eeuwige natuurlijke Zoon van God.

Neem de Bijbel er maar eens bij en lees met aandacht de volgende verwijsplaatsen: Micha 5 vers 1, Joh. 8 vers 58, Ópenb. 1 vers 8 en Hebr. 1 vers 3.

Nu schrijft Johannes van 'een heerlijkheid, als van de eniggeboren Zoon des Vaders'. Voor u, die dit leest, zou het gemakkelijker zijn, zo het woordje 'als' er niet stond. Dan zou het worden: een heerlijkheid van de eniggeboren Zoon van de Vader. Maar ja, dat woordje 'als' staat er. Oók in de grondtaal.

In zijn verklaring van het Johannesevange-Ue zegt Calvijn van dit woordje 'als': dat het de kracht heeft van een zekere bevestiging; evenals wanneer Paulus zegt (Efeze 5:8): wandalt als kinderen des lichts', en daarmee bedoelt, dat wij in der waarheid door onze werken moeten bewijzen, dat wij kinderen des lichts zijn. Zo bedoelt ook de evangelist, dat er in Christus een heerlijkheid te zien geweest is, die de Zoon Gods toekwam en een vast bewijs van Zijn Godheid was'.

Van het Woord, dat vleesgeworden is, zegt Johannes tenslotte: 'vol van genade en waarheid'.

Toen Mozes op bevel van de Heere voor de tweede maal de berg Sinaï moest beklimmen, nam hij met zich twee stenen tafelen, uitgehouwen gelijk de eerste. Aangekomen op de top van de berg, verschijnt de Heere aan Zijn knecht: De Heere nu kwam nederwaarts in èen wolk, en stelde Zich aldaar bij hem; en Hij (de Heere) riep uit de Naam des Heeren. Als nu de Heere voor zijn aangezicht voorbij ging, zo riep Hij (de Heere): eere, Heere, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid' (Exodus 34 : 5 en 6).

Zou Johannes nog gedacht hebben aan deze rijke openbaring, of aan wat David uitroept in ps. 25 : 10 en in ps. 40 : 11, toen hij schreef van Christus: vol van genade en waarheid? ' Onderzoekt de Schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben; want die zijn het, die van Mij getuigen'.

Toen Filippus Nathanaël had gevonden, zei hij tot hem: 'Wij hebben Dien gevonden van Welken Mozes in de wet geschreven heeft en de profeten, namelijk Jezus'. Vol van genade en waarheid. Wat klinkt ons dit Bekend in de oren!

Genade is hetzelfde als ongebonden goedheid, onverplichte liefde. Wat hebben wij verdiend? Niets! Wij zijn, zodra en zo dikwijls wij door Gods Geest ontdekt worden aan onszelf, ellendige, diepschuldige zondaren. Hebt u dat woord genade reeds leren spellen. Gena, o God, gena, zo roept de psalmdichter uit.

Zeg niet: Mijn geval is hopeloos!

Er is raad bij de Heere. Of hebt u ooit in de Bijbel gelezen, dat er één door de Heere werd teleurgesteld? Wie Hem aanroept in de nood, vindt Zijn gunst oneindig groot. Waarheid, wat wil dat woord zeggen? Eigenlijk betekent het: wat vast is, dus betrouwbaar. Op de Heere kan een arm zondaar aan.

Hij, het vleesgeworden Woord is er vol van. Vol van genade en waarheid. Een volheid heeft Hij bereid met Zijn lijden, sterven en opstanding. Een waterput kan in een periode van droogte wel eens droog komen te staan. Waar niets bijkomt wordt steeds minder, totdat alles op is.

Wat al mensen hebben in de loop der eeuwen hun toevlucht tot de Heere genomen! Toch behoeft u niet bang te zijn, dat u ooit ledig zult worden heengezonden. Waarom niet? Omdat Hij vol is van genade en waarheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen