Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De catechese van de Reformatie en de Nadere Reformatie (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De catechese van de Reformatie en de Nadere Reformatie (4)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LEZING OP DE PREDIKANTENCON-TIO VAN DE GER. BOND OP 7 JA­ NUARI 1987

Wanneer we nu vervolgens de vraag bezien of deze doelstelling haalbaar is, komen we het antwoord het best op het spoor als we letten op de wijze waarop in de tweede fase van de Nadere Reformatie over kennis en de verwerving daarvan wordt gedacht. Welnu, wat we constateren in het catechetisch materiaal is dat de kennis uiteenvalt in twee soorten kennis. Namelijk een intellektuele kennis en een geloofskennis. Vormden deze twee vormen van kennis in de Reformatie en in de eerste fase van de Nadere Reformatie een eenheid, nu niet meer. De intellektuele kennis is een uiterlijke, verstandelijke kennis van de geloofsinhoud. Ze gaat gepaard met het betrachten van een uiterlijke goedheid, burgerlijk en kerkelijk fatsoen. Deze twee elementen, de intellektuele kennis en de uitwendige goedheid, maken zich los van het geheel van de geloofspraxis en gaan een eigen leven leiden. Zij sluiten aan bij de eerste reeks van de doelstelling, namelijk de kennis van de leer en van de godzaligheid.

Geloofskennis

De tweede vorm van kennis is dus de geloofskennis, de zahgmakende kennis. Deze gaat gepaard met de innerlijke vernieuwing van het hart. Zij sluiten aan bij de tweede reeks in de doelsteUing, namelijk het beleven van de leer en de beoefening van de godzaligheid. Een uiteengaan van beide vormen van kennis heeft tot gevolg dat ook de beide reeksen in de doelstelling uitéén wijken. Deze ontwikkeling wordt nog bevorderd door de praktijk van het kerkelijk leven. Er is zoveel naamchristendom; die de breuk tussen beide vormen van kennis en de beide reeksen schijnt te legitimeren. Meer en meer roept de verworden praxis de gesignaleerde breuk zelf op. Deze breuk, deze desintegratie, hangt ook samen met een verschoven visie op predestinatie en wedergeboorte. In de Reformatorische catechese bestaat een spanningsvolle eenheid tussen de gemeente en de verkiezing. De catechisant belijdt uitverkoren te zijn. In de catechese van de Nadere Reformatie breekt deze spanning en wijken de gemeente, de zichtbare gemeente, en de verkiezing uitéén. De gemeente valt uitéén in twee herkenbare groepen, namelijk de wedergeborenen en de niet-wedergeborenen.

De aanwezigheid van de niet-wedergeborenen is ten diepste terug te voeren op de ver­ atie (4) werping, die als een zelfstandige grootheid naast de verkiezing staat. De catechiè'anten van deze catqgone behoren op een uit^^endige wijze totyde gemeente, of anders geformuleerd: ze behoren alleen tot de uitwendige, zichtbare gemeente; ze worden alleen uitwendig geroepen. De catechisanten van de tweede categorie zijn de uitverkorenen. Ze behoren (ook) tot de onzichtbare kerk, ze worden ook inwendig groepen. Zj zijn de wedergeboorte deelachtig. Meestal wordt deze wedergeboorte gezien als een instorting van een nieuw geestelijk leven c.q. beginsel van nieuw geestelijk leven.

Het gevolg van deze substantiële genade is het bezit van het geloof, de habitus fideï. Vanuit het nieuwe ingeplante levensbeginsel worden de vermogens van de ziel getransformeerd. Zo ontvangt de wedergeboren mens een nieuw kenvermogen. Het grote onderscheid tussen niet-wedergeboren en wei-wedergeboren catechisanten is nu, dat de niet-wedergeborenen dit kenvermogen missen, terwijl de wedergeborenen dit kenvermogen bezitten. Welnu, iedere informatie in de catechese, die het verstand van de catechisant bereikt, is krachteloos, als hij niet in het bezit is van het nieuwe innerlijke kenvermogen.

Twee groepen

Samenvattend kunnen we tot nu toe zeggen dat de theologische visie op predestinatie en wedergeboorte er toe geleid heeft dat er in de gemeente twee groepen catechisanten zijn. De niet-wedergeboren, niet uitverkoren catechisanten bezitten alleen de intellektuele kennis en uitwendige goedheid. Zij zijn het die alleen de eerste reeks van de doelstelling bereiken, de voorlopige doelstelling. De wei-wedergeboren catechisanten, die uitverkoren zijn, vbezitten ook de geloofskennis, c.q. zaligmakende kennis en de innerlijke vernieuwing van het hart. Zij zijn het die ook de tweede reeks van de doelstelling, bereiken, de definitieve doelstelling. Deze ontwikkelingen hebben er toe geleid dat er ondanks een kwantitatieve uitbreiding van de catechese, in de catechese van de Nadere Reformatie sprake is van een kwahtatieve waardevermindering. Immers de meeste catechisanten vertonen niet de kenmerken die wedergeborenen dienen te hebben. Daardoor blijft de gewone catechese steeds meer beperkt tot het slechts bijbrengen van intellektuele kennis, van uitwendige goedheid, dus de eerste reeks vari de doelstelling. De voorlopige doelstelling dreigt definitief te worden.

De legalisering van een autonome verstandelijke kennis wordt het pijnlijkst ervaren in de belijdeniscatechisatie. Deze catechisatie vervlakt tot het aanleren van de hoofdzaken van de leer van de kerk. Het gevolg is dat ook de openbare geloofsbelijdenis in de greep komt van het uiterlijke. Ook catechisanten, die alleen maar uitwendig geroepen zijn, die dus niet wedergeboren zijn, doen belijdenis. Principieel wordt dit wel afgekeurd, maar kerkelijk wordt het getolereerd. Verder gaat dan de ontwikkeling. De geloofsbelijdenis verwijdert zich van de avondmaalsviering. Formeel blijft ertussen beide wel een verbinding bestaan, maar materiaal groeien zij uit elkaar. We constateren op grond van deze gegevens dat de verintellektualisering van de kennis in de catechese resulteert in een vervreemding ten aanzien van het sacrament van het avondmaal. Deze vervreemding heeft weer tot gevolg dat de geloofsbelijdenis en de catechese daaraan vooraf nog meer veruitwendigen. Wie in dit klimaat konsekwent vasthoudt aan de mening dat belijdenis doen een confessie van het zaligmakend geloof is, komt uit bij de praktijk in Midwolda, tijdens de ambtsperiode van Schortinghuis, waar in zestien jaar slechts 23 gemeenteleden belijdenis des geloofs afleggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 februari 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De catechese van de Reformatie en de Nadere Reformatie (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 februari 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's