Het geestelijke lied
Wanneer we spreken over de methoden van evangelisatie komen we in aanraking met een vijfvoudige aanpak, namelijk: prediking; lektuur; het lied; gemeenschapsvorming; barmhartigheid.
We willen onze aandacht in dit artikel vestigen op het geestelijk lied.
Het lied is een voornaam element in de eredienst, waardoor de gemeente uiting geeft aan hetgeen er omgaat in haar hart. In de eredienst van de Oud-Testamentische kerk werd veel gebruik gemaakt van ritmisch spreekgezang tussen de gemeente en de dienaren (Psalm 136). Vrij zeker hebben de Christenen van de eerste eeuwen in de eredienst de psalmen van het Oude Testament gezongen.
We willen ons verder richten op de ontwikkeling van het geestelijke lied in bredere zin vanaf de Reformatie. Het is opmerkelijk, dat ons juist uit de tijd van de Reformatie enkele voorbeelden bewaard zijn gebleven van een diep geloofsleven in de vorm van enkele prachtige liederen. De grote dichter van het geestelijk lied, ook het kerklied, uit de tijd van de Hervorming is Luther geweest. Door het lied wilde hij God verheerlijken en de blijde Boodschap zingend prediken. Daarbij dacht hij vooral aan de jeugd. Met het oog op de jeugd beval Luther het vierstemmig zingen aan.
Dit was in tegenstelling tot Calvijn, die het vierstemmig zingen van de psalmen juist verbood.
Luther noemde de muziek een heerlijke gave van God en zei: 'Na de theologie geef ik aan de muziek de volgende plaats en de hoogste eer'.
Hij moedigde de Duitse dichters aan vrome liederen te dichten. Begin 1524 verscheen het eerste Evangelische gezangboek met acht liederen. Luther heeft zelf ook vele liederen gedicht.
Het was vaak een christelijk lied op een volkswijze.
Bekend zijn onder andere:
- 'Een vaste burcht is onze God'.
- 'Uit hoge hemel kom ik aan'.
- 'Houdt Christus Zijne kerk in stand'.
- 'Geest des Heren, kom van boven'.
Het geestelijk lied was van groot belang voor de evangelisatie. In 1539 verscheen een eerste Psalmboek met achttien psalmen, die Calvijn gedeeltelijk zelf berijmd had en waaraan hij de Tien Geboden, de Lofzang van Simeon en de Apostolische Geloofsbelijdenis had toegevoegd.
Nicolaas Decius, een tijdgenoot, dichtte: 'O Lamm gottes unschuldig' en 'Allein Gott in der Höh sei Ehr'. Nicolaï, die in de tweede helft van de Hervorming leefde (plusminus 1575), zong het lied 'Wachet auf, ruft uns die Stimme'.
Er is een onderscheid waar te nemen tussen de liederen van Paul Gerhardt en de liederen uit de tijd van de Reformatie. Eerstgenoemde zijn meer subjectief, de laatste meer objectief. Bij eerstgenoemde komen de ervaringen en gevoelens van de ziel naar voren, bij laatstgenoemde het heil in Christus. De 'wij-liederen' van Luther worden 'ik-liederen' bij Gerhardt. Bijvoorbeeld:
'Een vaste burcht is onze God' (Luther)
'Hoe zal ik U ontvangen' (Gerhardt)
We zien een ontwikkeling van de leer van de Reformatie naar het Piëtisme. Het Nieuw-Piëtisme heeft veel invloed ondergaan van Nikolaus Ludwig Graf von Zinzendorf (1700-1760). Hij vond het lied van groot belang en schreef zelf 2000 liederen. Het lied ging fungeren als een dogma!
'Jezus ga ons voor'.
Een verwante stroming was het Engelse Methodisme. Eén van de voormannen was John Wesley (plusminus 1750).
Bij het Methodisme was het lied van groot belang en het fungeerde als leerboek. Charles Wesley was een groot dichter en zanger. John Wesley (prediker) en Charles Wesley (zanger) gaan samen optreden. Charles had z' n hoofdwerkzaamheid in Bristol en van daaruit nam hij deel aan evangelisatietochten.
De inhoud van de prediking, in zijn liederen samengevat, ging bij duizenden in vele landen van mond tot mond, van hart tot hart. Nog steeds worden ze gezongen.
Zeer bekend zijn: "k Heb geloofd en daarom zing ik', 'Jezus die mijn ziel bemint' en 'Ik weet, dat mijn Verlosser leeft'. Ook Isaac Watts maakte liederen.
Uit het Amerikaanse Methodisme is het optreden van Moody en Sankey voortgekomen.
De beweging van Moody en, Sankey bracht rijke zegen in vele kerkelijke kringen van Europa. Hun grote doel was 'zielen winnen'. Ira D. Sankey zette aan Moody's woord kracht bij en droeg het verder door zijn met prachtige stem gezongen opwekkingsliederen, die in Amerika maar niet minder in Europa werden verspreid en gezongen.
In 1872 trokken beide naar Groot-Brittannië en Ierland, waardoor velen tot bekering kwamen. De bisschop van Canterbury prees hun werk openlijk aan.
Duitsland in de 18e eeuw
Als koopmansleerling werd Gerhard Tersteegen (1697-1769) bekend. Deze ging zich helemaal geven aan het evangelisatiewerk. Hij werd vooral bekend door zijn geestelijk liederen, die onder andere weergaven de godsvrucht, een fijn gevoel, liefde tot Jezus en indrukken van Gods Majesteit. Veel van zijn liederen zijn in de gezangboeken opgenomen.
Evangelisatie in de 19e eeuw
De Aufklaring had de mens ontdekt. De 19e eeuw ging de wereld ontdekken. De mens werd zich bewust van allerlei eigen krachten en eigen rechten. Dit leidde tot een botsing met de bestaande (wan)toestanden.
De Franse revolutie zette in. Na de val van Napoleon in 1815 kwam er een periode van restauratie.
Dit restauratiestreven bleek intussen op protestants kerkelijk gebied geen herstel van oude reformatorische waarden te betekenen. In het kerkelijk leven was er een degradatie waar te nemen van heiligheid tot braafheid, van liefde tot verdraagzaamheid. Deze geest was duidelijk merkbaar in de prediking, maar ook in het kerklied.
Er ontstond veel verzet tegen de geest van deze eeuw in Zwitserland.
Er ontstond een geestelijke ontwaking (Réveil), die door de internationale relaties van de aanhangers ook in andere landen tot nieuw leven riep.
César Malan (1787-1864) was hiervan een voorbeeld.
Verschillende keren trok hij door Engeland, Schotland, Frankrijk, Duitsland, België en Nederland.
Onvermoeid getuigde hij van de vrede door het bloed van het kruis. Zijn Sionsliederen, sinds 1828 uitgegeven, opgedragen aan de gemeente van God, waren een geestelijke vertolking van wat er in deze kringen leefde. Het christelijke lied kwam tot nieuwe bloei. Helaas geeft echter in Nederland het kerklied van de vorige eeuw de schraalheid van het geestelijk leven duidelijk weer.
De evangelische gezangen van 1807, door de provinciale synode wel op meer kerkelijke wijze ingevoerd dan de psalmberijming (1773), misten de zuivere vertolking van Gods Woord.
In 1867 werd een vervolgbundel aan de Hervormde Kerk aangeboden, die naar inhoud zuiverder was.
Omdat naar de mening van velen de synode van de Hervormde kerk de bevoegdheid niet had deze vervolgbundel aan de kerk aan te bieden, bleef deze bundel voor een groot deel van de Hervormden een gesloten boek.
Ook rondom de oude gezangbundel is in de 19e eeuw veel strijd gevoerd. Bij de kerkelijke afscheidingen van 1834 en 1886 bleek de gezangenkwestie, vooral bij het kerkvolk, van grote betekenis te zijn.
De Gereformeerde kerken hebben op haar generale synode van 1933 zich uitgesproken vóór een berijming van het Nieuwe Testament als kerklied. De 'Enige Gezangen' zijn toen met 29 gezangen uitgebreid.
In de Hervormde kerk en in de kerken daarbuiten, waar alleen de psalmberijming als kerklied wordt gebruikt, blijken de bezwaren meer tegen de bestaande gezangen en gezangenbundels te gelden, dan dat men zich principieel uitlaat over het goed recht en over de dringende noodzakelijkheid, dat ook andere delen van de Heilige Schrift dan alleen de psalmen worden berijmd naar de zuiverheid van het gereformeerde belijden.
In de Hervormde kerk is in 1938 een nieuwe gezangenbundel door de synode aan de kerk aangeboden, waarbij veel liederen uit de oude bundel zijn vervallen of gewijzigd.
Verder is bekend geworden het belangrijke levenswerk van ds. H. Hasper, predikant bij de Gereformeerde kerk in Hersteld Verband te 's-Gravenhage: zijn verzameling 'Geestelijke liederen uit de schat van de kerk der eeuwen' (1935).
Deze uitgave is een grote verbetering, vergeleken met de bundels christelijke liederen, zoals die meestal in de huizen en op de samenkomsten gebruikt worden. We denken onder andere aan de vertalingen van Moody en Sankey, de bundel van Johan de Heer en van Woensel - Kooy.
Ds. Hasper gaf in 1936 ook een nieuwe berijming van de psalmen uit, op de oorspronkelijke melodieën van de 16e eeuw, opnieuw naar het Hebreeuws bewerkt en voorzien van aantekeningen.
Om deze nieuwe psalmberijming hebben zich georganiseerd een 'Stichting tot verbetering van het Psalmgezang in de Gereformeerde kerken in Nederland' en een 'Comité tot verbetering van de zang in de eredienst van de Ned. Hervormde kerk' (1941), die dit nieuwe psalmboek als proefbundel beschouwd wilden zien op catechisaties, scholen en verenigingen om tot een kerkelijk vastgesteld verbeterd psalmgezang te komen.
Van grote betekenis
Het christelijk lied is in de kerk, in het gezin en in samenkomsten van grote betekenis. De in de Ned. Hervormde kerk gebruikte gezangenbundel uit 1938 werd in 1973 vervangen door het Liedboek voor de kerken (150 Psalmen en 491 liederen), dat in gebruik werd genomen door de Gereformeerde kerken, de Evangelisch-Lutherse kerk, de Doopsgezinde Broederschap en de Remonstrantse Broederschap.
De groep mensen, die het liedboek zijn definitieve vorm heeft gegeven, was een kleine groep, die erg literair en erg esthetisch was ingesteld.
Ze kregen een bijna blanco volmacht om te bepalen wat er wel en niet gezongen mocht worden in de kerk.
De samenstellers hebben lied en muziek beoordeeld en geselecteerd op regels en wetten, die voornamelijk door hooggeschoolde musicologen en fanieke archivarissen gerespecteerd worden.
Dat heeft tenminste twee gevolgen.
Het ene gevolg is, dat moderne, populaire melodieën en teksten die de kerkelijk vervreemde jeugd aanspreken, niet opgenomen zijn. Het andere gevolg is dat populaire gezangen bij het (nog) niet kerkelijk vervreemde deel van de jeugd geschrapt of veranderd zijn.
Aan deze laatste heeft bijvoorbeeld de Evangelische Omroep een niet onbelangrijk deel van haar populariteit bij de jeugd te danken.
Want in de E.O.-programma's zitten enerzijds veel pop en folk en anderzijds veel 'Johannes de Heer' en 'Vaste rots van mijn behoud'.
In de Anglicaanse Kerk werden behalve (vaak rijmloze) bewerkingen van klassieke hymnen en getijdenliederen, in de loop van de tijd een aantal nieuwe 'hymns' toegevoegd, die in de 18e eeuw, onder invloed van onder andere het Methodisme een meer subjectief karakter kregen.
Sommige van deze Methodistenliederen werden intussen van betekenis voor het ontstaan van de zogenaamde 'negro-spirituals' in de Amerikaanse negergemeenten.
Dat zijn religieuze gemeenschapsliederen, die gezongen worden tijdens de protestantse neger kerkdiensten in de Verenigde Staten. Deze liederen ontstonden in de slaventijd uit de christelijke groepsliederen van de zwarte plantagebevolking en bleven ook na de Amerikaanse Burgeroorlog in de zwarte gemeenschappen een belangrijk deel van de kerkdienst uitmaken.
De teksten van deze liederen zijn erg beeldend en concretiseren abstracte belevenissen.
Persoonlijke bekering en verlossing worden het meest bezongen.
In de aanvaarding van de gospelsong als geestelijk lied werd na de oorlog iets zichtbaar van de internationale solidariteit van de blanke kerken, in de eerste plaats met de onderdrukte Amerikaanse negerbevolking, maar ook in ruimere zin met het wereldproletariaat.
Al voor de oorlog en zeker in de vijftiger jaren werd in de liederenbundels van het christelijk jeugdwerk een pleidooi gehouden voor de gospelsongs als uiting van die internationale solidariteit. Maar in het liedboek is hiervan helemaal niets te merken. Er zijn ongeveer 900 spirituals bekend.
In de 20e eeuw werd de traditionele gospel door gladde arrangementen in romantische harmonisaties 'verfraaid' en zo geschikt gemaakt voor de blanke consumptie.
Enkele beroemde zangeressen zijn: Marian Anderson en Mahalia Jackson.
Nieuwe ontwikkeling
Binnen de Gereformeerde Gezindte wordt gewerkt aan een nieuwe liederenbundel met bijbelliederen, dankliederen en enkele algemene en vaderlandse liederen.
Deze bundel kan worden gebruikt bij het kerkelijk jeugdwerk, bij evangelisatiewerk, op de zondagsscholen en basisscholen.
Deze liederen zijn — volgens de samenstellers — wat inhoud betreft in overeenstemming met de Gereformeerde belijdenis.
Het is een goed zaak, dat ook de kinderen door middel van het geestelijk lied de lof van onze God kunnen vertolken.
'Zijn Naam niet daarvoor eeuwig eer ontvangen!'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 1987
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 1987
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's