Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Creationisme, geen alternatief (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Creationisme, geen alternatief (I)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Niet onze stijl zullen we aan de Opperste Bouwmeester van het heelal opdringen. Mits Hij, niet in schijn, doch in wezen de Bouwmeester blijve, is Hij ook in de keuze van de bouwstijl de Vrijmachtige. Had het dus God beliefd niet zelf soorten te scheppen, maar soort uit soort te doen opkomen, ...de Schepping zou er even wonderbaar om zijn'.

Deze gevleugelde woorden van dr. Abraham Kuyper hebben aanleiding gegeven tot veel misverstand. Enerzijds pretenderen aanhangers van de evolutieleer, dat de stichter van de Vrije Universiteit in Amsterdam een evolutionistische lijn propageert, anderzijds beweren Creationisten, dat Kuyper geen ruimte laat voor de evolutieleer.

Geschiedenis van de theïstische evolutieleer in ons land

God heeft het leven geschapen waarna door een evolutieproces hogere levensvormen ontstonden. God leidt de evolutie, is de boodschap van de theïstische evolutieleer. Aanhangen van deze theorie betekent tevens het loslaten van de historiciteit van Genesis 1:11. We kunnen in ons land drie belangrijke ontwikkelingen onderscheiden in het loslatingsproces van de historiciteit van Bijbelgedeelten.

In de eerste plaats de ideeën van dr. Geelkerken, die op de Gereformeerde synode van Assen in 1926 zijn veroordeeld.

Later volgden publicaties van geleerden verbonden aan de V.U. in Amsterdam en wel in het bijzonder geschriften van dr. Lever. We noemen zijn 'Creatie en evolutie' (1958) en 'Waar blijven we' (1969).

Meer recent verscheen van het bezinningscentrum van de V.U. een nieuwe verwoording van het V.U.-standpunt in 'Schepping en evolutie, het creationisme een alternatief? ' door dr. Houtman e.a. (1986).

Aan elk van deze drie ontwikkelingen willen we nadere aandacht schenken.

De slang

De slang treedt in het Paradijsverhaal voor het eerst op in Genesis 3:1. 'De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de Heere God gemaakt had; en zij zei tot de vrouw: s het ook, dat God gezegd heeft: ijlieden zult niet eten van alle boom dezes hofs? '

Of de slang nu echt gesproken heeft is een kwestie van geloven of niet-geloven. Daarbij is niet in het geding hoe de slang gesproken heeft zonder over spraakorganen te beschikken. We behoeven dit ook niet precies te weten. Meerdere malen wordt in de Bijbel melding gemaakt van een spreken zonder spraakorganen. God spreekt tot de mens Zijn Tien Geboden zonder dat daarbij stembanden nodig zijn om deze stem Gods tot het menselijk oor te laten' doordringen. De engelen zingen in de velden van Efratha. Als geesten beschikken ze niet over een stem. Toch laten ze het 'Ere zij God' klinken. Prof. C. C. Aalders merkt in dit verband in zijn studie over Genesis 1-3 op: Zou het niet mogelijk zijn dat ook de duivel zich in het Paradijs van de slang bedienende op gelijksoortige wijze uit de bek van dit dier luchttrillingen heeft doen voortkomen, die opgevangen door het trommelvlies der vrouw haar toeklonken als de woorden, die in Genesis 3 : 1 en 4 geboekstaafd staan? '.

Synode van Assen

Dr. J. G. Geelkerken deelde echter de bezwaren, die gerezen waren tegen een sprekende slang. De Gereformeerde Synode heeft daarna in 1926 uitgesproken, 'dat de boom der kennis des goeds en des kwaads, de slang en haar spreken, en de boom des levens naar de klaarblijkelijke bedoeling van het Schriftverhaal van Genesis 2 en 3 in eigenlijke of letterlijke zin zijn op te vatten; en dat derhalve de mening van dü Geelkerken als zou men disputabel kunnen stellen of deze zaken en feiten zintuiglijk waarneembare werkelijkheden waren zonder met het in artikel 4 en 5 der Nederlandse Geloofsbelijdenis beleden gezag der Heilige Schrift in strijd te komen, moet worden afgewezen'.

Val van Assen

Deze leeruitspraak is ongeveer 40 jaren geldig geweest. Daarna is ze in 1967 door de Gereformeerde Synode van Amsterdam/Lunteren teruggenomen.

Deze val van Assen is een gevolg van de toegenomen schriftkritiek. Duidelijk heeft de verschijning van 'Creatie en Evolutie' door dr. Lever mede tot de val van Assen geleid. Zo werd de weg gebaand voor het historisch-kritisch onderzoek van de Heilige Schrift. Gods Woord zou onzuiverheden, onjuistheden en tegenstrijdigheden in haar geschiedschrijving bevatten. Daarom gingen exegeten gezag en inhoud van Gods Woord toetsen en tenslotte ook aanranden.

Creatie en evolutie

Dr. Schelhaas merkt in dit verband op, dat dr. J. Lever in zijn boek Creatie en Evolutie in 1956 duidelijk stelling nam tegen hetgeen Assen in 1926 had uitgesproken. In dit boek kwamen immers beschouwingen voor over de inhoud van de eerste hoofdstukken van Genesis, die verder gingen dan hetgeen in Assen veroordeeld was.

Prof Lever gaf uiting aan zijn overtuiging, dat de aarde miljoenen jaren oud is, dat de mens uit het dier onder leiding van de Schepper is voortgekomen en dat het menselijk geslacht ook al een duizelingwekkend hoog getal jaren bestaat (zie Val van Assen 1968).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Creationisme, geen alternatief (I)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's