Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eendracht en Eenheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eendracht en Eenheid

Openingswoord jaarvergadering Gereformeerde Bond

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Openingswoord jaarvergadering Gereformeerde Bond

Vergun mij bij de opening van deze jaarvergadering van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk niet te beginnen met het aan de orde stellen van vragen aangaande het beleid van onze beweging. Eén van de meest indringende vragen van deze tijd is die van het proces van 'Samen op Weg'. Hoe hebben wij ons op te stellen in het geheel van de kerk, op klassikale vergadering en in de gemeente? Nu zijn wij vanaf het begin van dit proces hier niet onduidelijk over geweest. Vele malen is hier over geschreven in ons bondsorgaan en hebben we ons standpunt duidelijk kenbaar gemaakt aan het adres van de Synode. Daarbij zij dan wel opgemerkt dat de voortgang van dit proces, nu het gekomen is in de fase van 'in staat van hereniging', ons steeds voor nieuwe vragen stelt. We vonden en vinden deze zaak van zo groot belang dat we, na de Open Brief die we in november '86 aan het moderamen van onze synode richtteij, besloten hieraan bijzondere aandacht te geven op deze jaarvergadering. Straks dus hierover meer in het referaat, dat onze algemeen secretaris zal houden.

Nu wilde ik maar eenvoudig beginnen met een paar trefwoorden uit Gods Woord. Woorden, die ons niet door de kerk worden aangereikt, maar door de Koning der Kerk en Zijn Geest in Zijn getuigenis. En dat getuigenis is er om naar te leven en dat na te leven. Ook van deze trefwoorden geldt: 'Indien iemand afdoet van de woorden dezer profetie. God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is' (Openb. 22 vers 19). Het zijn dan toch woorden waar de Heere ons aan houdt om daarmee ook in deze tijd te staan binnen de grotere en kleinere verbanden, waarin wij leven. Bijbelse woorden, die gelden voor alle tijden en onder alle omstandigheden.

Eendracht

Wij kozen dit woord allereerst en allermeest omdat wij dit jaar onze jaarvergadering houden in de week voor het Pinksterfeest. Het zal u allen bekend zijn, dat in de dagen voor het Pinksterfeest, voor de uitstorting van de Heüige Geest, de toenmalige kerk op treffende wijze bijeen was. Het waren de discipelen, de representanten van de kerk der eeuwen, de ambtsdragers daarvan, samen met de vrouwen en de broeders des Heeren, de gemeenteleden van die tijd. In hechte verbondenheid waren zij eendrachtig bijeen, volhardende in bidden en smeken. Zij worstelden om de vervulling van de belofte, welke Christus, hun Heere, hen voor Zijn hemelvaart gegeven had. De belofte dat Hij hen niet alleen zou laten en hen een andere Trooster zou geven, de Heilige Geest. Die Geest, die hen in alle waarheid zou leiden. Ondanks de verscheidenheid in gaven, waren zij hierin één. Geen van hen kon gaan en staan in het kerkelijke leven .van die tijd zonder de gave des Geestes. Niet alleen de belofte, maar ook de nood van hyn eigen onmacht deed hen eendrachtig bijeen zijn. Zo waren zij één van hart en één van geest. Zij mogen ons daarin tot een voorbeeld zijn ook al leven wij nu in de 'bedeling des Geestes'. Indien wij ons ergens één hebben te weten dan is dat in de diepe afhankelijkheid van de bediening van de Heilige Geest, ondanks de verscheidenheid, die er ook onder ons is in kennen en kunnen. We hebben de Heilige Geest nodig voor ons persoonlijke geloofsleven, voor ons staan in de kerk en voor het leven binnen de gemeente. Niet minder ook voor ons bezig zijn binnen onze beweging, voor de verantwoordelijkheid, die wij op ons genomen hebben in het werk van de Gereformeerde Bond. Een uur van gebed om de doorwerking van de Heilige Geest, de doorademing van Zijn kracht voor alles waartoe wij geroepen worden in deze tijd, zou niet misplaatst zijn. Daardoor zouden wij onze onmacht in onszelf bewijzen om antwoord te geven op de vragen waarvoor we gesteld worden en belijden wij onze hoop op de trouw des Heeren en ons geloof in Zijn belofte.

Nu moge het ons opvallen dat juist vanaf het moment waarop de discipelen eendrachtig bijeen waren in bidden en smeken, de Heilige Geest Zijn weg is gegaan in deze wereld en Christus Zijn vergaderend en verzamelend werk voortzette. In de bedding van die eendracht is de Geest gaan stromen, beginnende van Jeruzalem op de Pinksterdag. Hij bracht toe tot de gemeente die zalig werd, de hechte gemeenschap in het geloof. Het moge ons voor gezegd zijn dat in het bijzonder in het Boek van de Handelingen der Apostelen, terecht genoemd het Boek van de Handelingen van de Heilige Geest, het woord eendrachtig meermalen voor komt. De eerste christengemeente kende deze eensgezindheid bijzonder in het bidden en smeken om de voortdurende gaven van de Heilige Geest en om de vruchten van de Geest. En de sierlijke vrucht was dan de lof des Heeren. Zo komen we het woord 'eendracht' nog eenmaal tegen in de brief aan de Romeinen als vrucht van de eensgezindheid onder elkander naar Christus: 'Opdat gij eendrachtig, met één mond, moogt verheerlijken de God en Vader van onze Heere Jezus Christus' (Rom. 15 vers 6).

Die eendracht is er allereerst dus niet om onszelf Het gaat niet alleen om de eensgezindheid der gemeente, maar om de lof des Heeren, die geen verdeeldheid verdraagt. Waar dan ook deze eendracht ontbreekt komt God niet aan Zijn eer. En om die lof des Heeren zal het ons moeten gaan. Dat moge onze grootste zorg zijn. Niet of wij onze plaats behouden in de kerk, niet of wij aan onze eer komen, maar of de ware lof Gods haar plaats behoudt in enigheid des geloofs. Wanneer wij dit eendrachtig zoeken zullen we in die eenheid bewaard worden door de kracht des Geestes. Wij zullen dan ook zelf die eenheid zoeken te bewaren.

Eenheid

Bij mijn weten komt dit woord in het Nieuwe Testament alleen voor in de brief aan de gemeente te Efeze: 'Zo bid ik u dan, de gevangene in, den Heere, dat gij wandelt waardig der roeping, met welke gij geroepen zijt. Met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, verdragende elkander in liefde; u benaarstigende te behouden de enigheid des Geestes door de band des vredes' (Ef 4 vers 3). En 'Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van de Zoon van God' (vers 13).

Het gaat hier om de eenheid des Geestes en de eenheid des geloofs. Paulus noemt ze in één adem. Die eenheid is ten nauwste verbonden aan en betrokken óp de gave van de Heilige Geest. Verwonder u daar niet over. Eendracht en eenheid zijn geen vruchten van eigen akker. Vanuit onszelf zijn we geneigd tot tweedracht en niet tot eenheid. Van huis uit zijn die eendracht en eenheid ons totaal vreemd. Alleen de Heilige Geest kan deze eensgezindheid in ons hart werken door deze uit Christus te •nemen en ons te geven. Hij, Die gezegd heeft: 'Die niet voor Mij is, is tegen Mij; die niet vergadert, die verstrooit', kan ons die eenheid schenken. En dat is de Heere Jezus Christus, de Koning van Zijn kerk. Hij bad in Zijn Hogepriesterlijke gebed: 'Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs GiJ Vader, in Mij, en Ik in U, dat zij ook in Ons één zijn, opdat de wereld gelove dat

Gij Mij gezonden hebt.

Moet ons dit niet aansporen die eendracht en eenheid te zoeken in de verlegenheid waarin wij staan in deze tijd met het oog op de vele vragen die op ons afkomen? Ik denk dan toch weer even aan het proces van 'Samen op Weg'. Vragen die ons weliswaar opgedrongen worden, maar die wij toch niet naast ons neer kunnen leggen, hoeveel bezwaren wij ook hebben tegen de gang van zaken in deze. En wij menen gegronde bezwaren te hebben tegen de wijze waarop meri aan die eenheid gestalte wil geven. Wij hebben grote zorg over het voortbestaan van onze vaderlandse Icerk. Wij vrezen dat het fundament van het wezenlijk kerk-zijn wordt aangetast en ondergraven. Wij betreuren dat er in dit eenheidsstreven maar naar één bepaalde richting wordt gekeken. Wij zijn beducht voor de poging hierin ook de Remonstrantse Broederschap een plaats te geven, v^^aardoor één van de belijdenisgeschriften van de kerk, de 5 artikelen tegen de Remonstranten, wordt losgelaten omdat deze juist haar leer weerspreekt.

Toch moeten wij ons er wel rekenschap van geven dat het op zich geen onbijbelse zaak is de eenheid te zoeken en dat het een roeping is de eendracht na te streven. Maar dan moet en mag dat streven niet voortkomen uit persoonlijke sympathie voor iets of iemand. Het moet opkomen uit de enigheid des Geestes en wortelen in de enigheid des geloofs. Het zal gedragen moeten worden door de liefde voor Christus en Zijn kerk. Niet minder door de liefde tot elkander. Eendracht en eenheid zonder de ware liefde is een klinkend metaal en een luidende schel. Zonder geloof mist het elke grond. Zonder hoop is er geen verwachting. Liefelijkheid en samenbinding zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Het zijn beide vruchten des Geestes.

En de Geest doet geen half werk. Hij schonk in de eerste christengemeente liefde tot Christus en bracht zó toe tot de gemeente, die zalig werd. En men kon zeggen: 'Zie hoe lief zij elkander hebben'.

Hoe gaan wij met de liefde om?

Dit is de tweede reden waarom wij vanmorgen deze beide trefwoorden namen uit Gods woord. Zou het niet goed zijn als we elkaar de spiegel eens voor hielden in deze tijd? We lopen het gevaar elkaar uit het oog te verliezen en elkaar voorbij te zien. We hebben ons de laatste tijd zo laten inkapselen door heel het proces van 'Samen op Weg' dat het schijnt alsof er geen andere zaken meei^ zijn, die onze aandacht moeten hebben en ons zorgen baren. Beheerst heel dit gebeuren ons dan zó? Is er geen vertrouwen meer in de Koning der kerk, de Heere Jezus Christus? Heeft Hij niet door de eeuwen heen Zijn kerk in stand gehouden ondanks alles wat mensen er mee trachtten te doen? Het zal daarom tot aan het laatst der dagen allen Zijn liefde en trouw kunnen zijn dat zij bewaard wordt. Hoe dichter wij nu bij Kern leven en hoe meer wij gegrepen zullen zijn door die liefde, waarmee Hij Zijn kerk bemint, des te sterker zullen de eendracht én de eenheid onder elkaar zijn. Het voortbestaan van de kerk, ook van de vaderlandse kerk, is allereerst en allerjneest Christus' zaak. Maar daarin hebben wij wel de roeping trouw te zijn aan Hem en liefde te betonen aan elkaar. Zo alleen kunnen we onze weg gaan door het geloof in Hem, geworteld en gegrond in Zijn liefde. En Hij heeft lief gehad tot het einde. Hij schaamde zich niet de voeten te wassen van Zijn discipelen. Zo ging Hij met de zijnen om en zei: 'Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook doet'.

Nu is liefde iets anders dan lief-zijn. De ware liefde — en van wie anders kunnen wij dit leren dan van Christus Zelf — zoekt zichzelf niet, kan de minste zijn. Dat is geen verraad aan de waarheid, maar trouw aan de waarheid. Soms heeft alles er van weg dat er nog maar één mogelijkheid is om de waarheid getrouw te zijn en het erfgoed der vaderen te bewaren en te bewaken, en dat is dat ieder zijn eigen weg gaat.

Moet het onze grootste zorg niet zijn dat wij de eendracht en de eenheid prijs gegeven hebben aan de geest van deze tijd? Zo lijkt het althans wel. Zelfs het gebruik van deze woorden is onder hoogspanning komen staan. Wie ze gebruikt is bij voorbaat verdacht.

Wanneer wij spreken over de belijdenisgeschriften van de kerk, gebruiken wij nog maar sporadisch de aanduiding: 'De Drie Formulieren van Enigheid'; om maar één voorbeeld te noemen. We hebben de eendracht overgelaten aan hen, die het tegendeel beogen. Zó komt het ook inderdaad voorin het Boek der Handelingen. Het eendrachtig opstaan tegen hen, die het Evangelie van Christus getuigenis gaven. Zo zijn er in onze tijd vele krachten en machten binnen en buiten de kerk, die zich steeds meer bundelen om het eendrachtige werk van de Heilige Geest tegen te staan. Gods Woord waarschuwt ons daarvoor op vele plaatsen. Eén van de aanvallen is gericht op de liefde en de eenheid der gemeente. Paulus wijst ons op de tekenen der tijden in het laatst der dagen. De mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelf, zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, hebbende de gedaante van godzaligheid, maar de kracht derzelve verloochenen zij op deze wijze. Dat is een eendracht, die niet geïnspireerd wordt door de Heilige Geest, die van boven is van de Vader der Lichten, maar eenheid, die gevoed wordt door de onheilige geest uit de afgrond, van de vader der duisternis. Een eendracht, die in haar vaandel heeft geschreven: 'Verdeel en heers'; het zaaien van tweedracht daar waar de eendracht in de Heere moet zijn; het verbreken van de stok van liefelijkheid en samenbinding. Voor zulk een oordeel Gods hebben we te vrezen met grote vreze. Denk niet dat deze beproeving de kerk, ook de Gereformeerde Gezindte voorbij gaat. Op velerlei terrein en in toenemende mate krijgen we er mee te maken.

Bescheidenheid en schuchterheid is lange tijd het kenmerk geweest van hen, die in vroomheid en godsvrucht wdlden leven binnen de kerk en gemeente vanuit het Woord en naar de belijdenis. Daarin vond men elkaar. Men kon het opbrengen vanuit de beleving en bevinding van Gods genade de ander uitnemender te achten dan zichzelf zonder vrees daardoor tekort te doen aan de waarheid Gods. Nu zeg ik niet dat dit niet meer gevonden wordt. Verre van daar. Maar er worden ook andere stemmen gehoord. Er zijn andere tekenen waar te nemen. Tekenen, die er op wijzen dat er een omwenteling plaats vindt van die waarden, die onder ons tot voor kort nog heilig waren. Er kan ook een samenbinding zijn die tot ontbinding leidt. Er kan een eendracht zijn, die tweedracht zaait. Het is goed dat we onszelfde spiegel van de tijd voorhouden. Allereerst onszelf. Die spiegel is de geest van de tijd, het individualisme. Wij leven in het ik-tijdperk. Wie zelf in deze spiegel heeft gekeken en zichzelf daarin herkend heeft, kan de ootmoed opbrengen deze voor te houden aan de ander. Misschien is het beter nog te zeggen: de spiegel van Gods wet: God liefhebben boven alles en onlosmakelijk daaraan verbonden, de naaste als zichzelf. Wie herkent zich daarin? Wie komt hier onschuldig vandaan? Trekt de geest van de tijd niet door tot in de grotere en kleinere verbanden van de samenleving en ook van de verbanden in eigen kring?

Hoe gaan wij met elkaar om?

Vergeet niet dat alles wat er gebeurt in de wereld om ons heen zijn weerslag vindt in het kerkelijke leven. Vergeet ook niet dat alles wat er gebeurt in het kerkelijke leven doorwerkt in kleinere verbanden, ook in die gemeenschappen, die ons het meest heilig zouden moeten zijn, huwelijk en gezin. Wanneer we elkaar in de kerk niet meer verdragen en we elkaar in de gemeente loslaten, zodat ieder zijn eigen weg gaat, dan kan men niet anders verwachten dan dat dit van invloed is op het huwelijks-en gezinsleven. Ik wil daar één voorbeeld van noemen.

Dachten we voorheen dat de ontbinding van huwelijken onze deur voorbij zou gaan, thans weten we uit bittere ervaring dat we in deze niet meer in een niemandsland leven. De eenparige aanval op de eensgezindheid in huwelijks-en gezinsleven heeft zijn verderfelijke kracht allang bewezen. We zullen tegen deze stroom van zondige neigingen en strevingen krachtig moeten oproeien. Nog altijd geldt: Wat God samengevoegd heeft, schelde de mens niet.

Nu weet ik dat dit laatste niet opgaat Voor alle samenlevingsverbanden, die er zijn binnen de kerk. Of het moest zijn dat men erkent dat we elkaar toch van God gekregen hebben, ook binnen onze beweging. Dat men elkaar in het verleden toch vond door de nood gedreven en onder aanroeping van de Naam des Heeren en door de kracht van de Heilige Geest. Of het moest zijn dat men zich saam verbonden weet door de liefde tot Christus en Zijn kerk, zodat we toch iets hebben van die eendracht van de eerste christengemeente, die volhardde in gebed en smeking om de vervulling van Gods belofte. En dan nu met de belofte dat Hij Zijn kerk in stand houdt. En dan tóch in de overtuiging, dat Hij daarvoor mensen gebruikt om zo het pand te bewaren, dat Hij ons toevertrouvrt.

Ik meen dat dit altijd het streven geweest is van de Gereformeerde Bond. En ik weet dat dit nog zo is ondanks alle gebrek en tekort van onze kant. Niet om een kerk te

zijn binnen de kerk. Wel om in eendracht en liefde met elkaar te staan voor één en dezelfde zaak. Opdat de kerk kerk moge blijven in gehoorzaamheid aan Gods getuigenis.

Niet alleen om krachten te bundelen, om sterk te staan tegenover datgene waarvoor wij vrezen, maar om eensgezind de liefde van Christus en de liefde tot Christus te tonen.

Om in lieflijkheid en samenbinding de Heere te dienen, zoals Hij gediend wil worden binnen de Nederlandse Hervormde kerk, waarbinnen God ons riep en roept. Omdat wij er van overtuigd zijn dat de waarheid Gods de eeuwen door be­ waarheid is binnen de bedding van het kerkelijke leven. Omdat wij, in navolging van Calvijn, geloven dat de onzichtbare Kerk haar weg gaat binnen de zichtbare kerk. Omdat wij het congregationalisme afwijzen en de weg van de dopersen niet willen gaan. Daartoe moge God ons leiden met Zijn stok van liefelijkheid en samenbinding. Daartoe houde de Koning der kerk ons onder Zijn stok en staf Daartoe verlichte de Geest ons met het licht van het Woord van de Drieënige God, de Vader, Zoon en Heiige Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Eendracht en Eenheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's