Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gebed van Hanna

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gebed van Hanna

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gebed van Hann 'En Eli zei tot haar: oe lang zuh gij u dron ken aanstellen? Doe uw wijn van u. Doch Hanna antwoordde en zei: een, mij heer, ik ben een vrouw, bezwaard van gee ik heb noch wijn noch sterke drank gedronken, maar ik heb mijn ziel uitgegoten voor het aangezicht des Heeren.' 1 Samuel 1 : 14 en 15

Te Ramathaïm-Zofim woont een man, wiens naam is Elkana. Hij is getrouwd met twee vrouwen, Hanna en Peninna. Het gaat er in dat gezinsleven bepaald niet harmonieus aan toe. Elkana laat duidelijk merken, dat^hij veel van Hanna houdt en Peninna kan dat niet verdragen. Ze zoekt naar mogelijkheden om zich te laten gelden en vindt die in de omstandigheid, dat zij wèl kinderen heeft en Hanna niet. Wat wordt de kinderloze Hanna door haar getreiterd!

Jaar op jaar gaat dit ontwrichte gezin naar het heiligdom te Silo. Uit alles blijkt, dat Elkana getrouw zijn godsdienstige plichten vervult, al is het daar in Silo niet bepaald zoals het hoort. Hij brengt offers en gebruikt vervolgens met zijn gezin de maaltijd.

Hanna krijgt van Elkana veel meer voedsel als Peninna en haar kinderen. Daarmee geeft hij uitdrukking aan zijn diepe Uefde voor haar. Goed beschouwd is dat niet zo verstandig, want zo geeft hij alleen maar voedsel aan Peninna om Hanna nog meer te tergen.

Dat is voor Hanna niet meer te verdragen. Huilend, met een hart, dat vol is van verdriet, vlucht ze naar het heiligdom. Vlucht ze naar de Heere!

Bij de ingang van het huis van het gebed zit de priester Eli. Hij ziet de hem onbekende vrouw binnenkomen en houdt haar nauwlettend in het oog. Wat een vreemde vrouw is dat. Ze beweegt haar lippen, maar hij hoort geen enkel geluid uit haar mond komen. Langzamerhand begint Eli zich op te winden. Weer zo'n vrouw, die blijkbaar veel te diep in het glaasje heeft gekeken! Alleen al het feit, dat deze gedachte bij Eli boven komt is kenmerkend Voor de situatie in en rondom het heiligdom te Silo. Blijkbaar is de aanwezigheid Van een dronken vrouw geen ongewoon Verschijnsel. Dat tekent het godsdienstig a ­ verval. Gods huis is verworden tot een wijnhuis.

'Hoe lang zult gij u dronken aanstellen? ' n Bits komt dit woord over de lippen van de st; oude priester.

Had Eli maar beter opgelet, dan zou hij in zijn preken wel voorzichtiger zijn geweest. Veel te snel trekt hij zijn conclusies. Heeft u daar ook mee te kampen? Al te vlug staan we klaar met ons oordeel. Laat ons bedenken, dat we ons in een eerste indruk van iemand ontzaglijk kunnen vergissen. Wat zijn er vele wonden geslagen vanwege woorden, die op grond van een eerste ontmoeting werden geuit. Houdt dan uw tong in toom!

'Neen, mijn heer, ik ben een vrouw, bezwaard van geest; ik heb noch wijn noch sterke drank gedronken, maar ik heb mijn ziel uitgegoten voor het aangezicht des Heeren.' Hanna reageert op hoogstaande wijze. Ze geeft Eli niet van hetzelfde laken een pak. Ze zegt niet: 'Let liever op uw eigen goddeloze zonen!' Zo reageert een mens van nature. Verontwaardigd over de wijze, waarop we worden behandeld, betalen we met gelijke munt.

Hanna weet van de genade Gods, die in haar leven is geopenbaard. Dat maakt haar zachtmoedig en nederig van hart. Ondanks de grove wijze, waarop Eli haar bejegent, betoont ze de priester de verschuldigde eerbied. Tegelijkertijd geeft ze een verklaring voor haar gedrag. Ze is bezwaard van geest. En nu heeft ze haar innerlijk uitgegoten voor de Heere. Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuvW; haar ziel tot God. Ze heeft geen kinderen en dat is haar diepste verdriet. Peninna tergt haar en Elkana begrijpt haar ten diepste ook niet. Maar een mens moet toch ergens heen met zijn verdriet? Hanna is er mee tot de Heere gevlucht. Dat is het goede adres. Deze God immers is een toevlucht voor de zijnen en hun sterkte, als zij door droefheid kwijnen.

Heeft Hanna in haar gebed nog gedacht aan Sara? In ieder geval heeft ze de geschiedenis van de vrouw van Abraham zeker gekend. Hoezeer had de Heere toen door de onmogelijkheden heen aan Sara een zoon geschonken. Diezelfde God kan toch ook haar gedenken? Hij is toch onveranderlijk in Zijn trouw? De Geest der gebeden wordt vaardig over haar. Zoals een emmer, die boordevol water zit, wordt omgekeerd, zo doet de Geest haar in het gebed haar ziel uitgieten voor het aangezicht des Heeren. Dat lucht op! Dat schept ruimte in het benauwd gemoed.

Heeft u ook een diep verdriet? U wordt gedrongen om er mee tot God te gaan. Hij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Zijn hand geve. Stort voor Hem uit uw ganse hart! Er kan zoveel zijn, dat onze geest bezwaart. Bij Hanna is het haar kinderloosheid. Bij u wellicht uw man, die aan de drank is verslaafd. Uw dochter, die het voor gezien houdt en samenwoont. Uw zonden, die u omknellen in hun stalen greep. Zielsverdriet.

U kunt er geen kant meer mee uit. Maar die ene weg blijft open! De weg tot de God van het verbond, die de trouw bewaart van . geslacht tot geslacht. Loop Hem dan toch aan als een waterstroom. Nee, het is niet de bedoeling, dat u zo af en toe iets van uw leed de Heere bekend maakt om vervolgens met volle leed-bepakking uw moeizame weg te vervolgen. Hanna giet haar ziel uit! We mogen onze droefheid de Heere uitschreien, onze bekommernissen op Hem werpen en... het dan ook bij Hem achterlaten.

Ik weet wel, dat brengen we in eigen kracht nooit op. Maar de Geest!

Ons hart is vol en onze mond loopt over. De Geest der gebeden stuwt de verslagenen van hart voort. Onze mond wordt geopend. We behoeven niet meer naar woorden te zoeken. Het gaat als vanzelf We gieten onze ziel uit.

Zie, daar staat Hij. De grote Voorbidder. Zijn Naam is Christus. Hij vangt de gebeden op van Zijn moegestreden kinderen, reinigt die, en brengt ze tot voor het aangezicht des Vaders. Geloofd zij deze Hogepriester! Wat zou ons gebed zijn zonder Hem. Al was het nog zo ontroerend, nog zo aangrijpend. Al wat we doen is met zonde bevlekt. De Geest houdt oog en hart gericht op de Voorbidder bij uitnemendheid.

Nu kan Hanna het heiligdom te Silo verlaten. Haar omstandigheden waren niet veranderd. Toch gaat ze anders de tempel uit dan ze er was ingekomen. Ga heen in vrede!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het gebed van Hanna

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's